Monniken en ridders 5.1 Leenheren en leenmannen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Feodalisme en het hofstelsel
Advertisements

Hofstelsel en leenstelsel
Karel en grote problemen
Feodale stelsel.
H3 Van Mohammed tot Karel de Grote
3 Van Mohammed tot Karel de Grote
Tijd van monniken en ridders
Burgers regelen het zelf
De samenleving in de Vroege Middeleeuwen
5.1 Leenheren en leenmannen
Middeleeuwen: Monniken en Ridders
Verdediger van het Christendom
GULDENSPORENSLAG 11 juli 1302.
Hoofdstuk 3 Extra informatie…
Hoofdstuk 1, §3 … de antwoorden
Macht kwam in handen te liggen van Germaanse koningen, zoals bijv
Vandaag: H.4 afronden Powerpoint over staatsvorming met als voorbeeld Bourgondië Tekst lezen en opdracht maken Verhaal vertellen over Jeanne d'Arc.
469 Doop Frankische koning Clovis
Hoge en lage edelen Het merendeel der adel bestond uit lage adel
Hoofdstuk VI: De Middeleeuwen Les 2: Karel de Grote
Karel en grote problemen
Paragraaf 5.3 De macht van vorsten.
Verbreiding van het Christendom in Europa.
Middeleeuwen.
Paragraaf 3.3 Deze les: Feodale stelsel
Aantekeningen en afbeeldingen.
Middeleeuwen De antwoorden in deze powerpoint komen van (naam en klas invullen a.u.b.)
Hoofdstuk 3 De Romeinen.
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Goed voorbereid naar de Pabo!
Het leenstelsel Van orde naar wanorde (8e -15e eeuw)
Tijd van monniken en ridders
De vroege middeleeuwen, 500 – 1000
DE VROEGE MIDDELEEUWEN
Pabo instroom geschiedenis
Paragraaf 3, trouw aan de heer
Rond 1500 was Europa een standenmaatschappij
Tijd van steden en staten
Paragraaf 2, leven op een domein
Geschiedeniswerkplaats – 1KGT
Ka11. het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Tijd van Monniken en Ridders
Ontstaan van een decentrale, feodale standensamenleving
Staatsvorming en centralisatie
Tijd van Monniken en Ridders
Op naar feodaal Europa (een strijd om macht) (feodaal stelsel = Leenstelsel, adel regeert)
5.1 Leenheren en leenmannen Tijd van monniken en ridders Middeleeuwen
5.1 Leenheren en leenmannen Tijd van monniken en ridders ( ) Middeleeuwen ( )
Monniken en ridders H3.3 HET BESTUUR WORDT FEODAAL.
Paragraaf 3.3 Het feodale stelsel
Monniken en ridders 5.4 De opkomst van de Islam
Monniken en ridders 5.2 De kerstening van Europa
Hoofdstuk 3.3 Het bestuur wordt feodaal
Paragraaf 4.4 Het ontstaan van machtige staten
GULDENSPORENSLAG 11 juli 1302.
De vroege middeleeuwen
Monniken en ridders 5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
Monniken en ridders 5.2 De kerstening van Europa
Paragraaf 3.3 Het feodale stelsel
Renaissance en Opstand
Van ruiters naar gentlemen
HV1B H5 MONNIKEN & RIDDERS.
Ontdekkers en Hervormers
Steden en kruistochten
KA 12 - Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur
Cursus 5.2 : Monniken en Ridders 1 KB Lesweek 1
Kenmerk 12: Ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur Les 22 artikel: Een hoffelijke anachronisme.
KA 12 - Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur KA 09 - De verspreiding van het christendom in geheel Europa Les 22: Karel de Grote.
Kenmerk 15 Het conflict in de christelijke wereld over de vraag de wereldlijke of de geestelijke mach het primaat behoorde te hebben Les 28 - Investituurstrijd.
§2.1 Van stad tot wereldrijk
Transcript van de presentatie:

Monniken en ridders 5.1 Leenheren en leenmannen Hoofdstuk 5 Monniken en ridders 5.1 Leenheren en leenmannen

In deze les leer je over Karel de Grote Het leenstelsel (feodalisme) De ridderschap en ridderlijk gedrag Kenmerkend aspect het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur

Begrippen Achterleenman: leenman van een heer die zelf ook weer leenman is van een hogere heer. Burcht: kasteel Feodalisme: leenstelsel Geestelijke: priester, iemand in dienst van de kerk Graaf: hoge edelman, bestuurder van een graafschap Hertogdom: een gebied belangrijker dan een graafschap Leenheer: vorst of hoge edelman die een gebied laat besturen door een vazal Leenman: vazal, edelman die een gebied bestuurt in opdracht van een vorst of hogere edelman aan wie hij door een eed van trouw is gebonden. Leenstelsel: bestuurssysteem met leenheren, leenmannen en achterleenmannen Middeleeuwen: van 500 tot 1500 Ridder: militair te paard Ridderorde: vereniging van ridders Tijd van monniken en ridders: 500 – 1000 Vazal: leenman Wapen: versierd schild of ander teken dat een land of familie als herkenningsteken gebruikt

Jaartallen: 768: Karel de Grote werd koning. 800: Karel de Grote werd gekroond tot keizer. 814: Karel de Grote gaat dood 500 – 1500: Middeleeuwen Borstbeeld Karel de Grote

Samenvatting In het jaar 476 was de val van het Romeinse rijk. Het Frankische rijk was aan het begin van de middeleeuwen gesticht door Clovis. De periode tussen 500 en 1000 was een onveilige tijd in Europa.  Karel de Grote zorgde voor orde en rust in zijn rijk Karel de grote veroverde met zijn ridders een enorm rijk. Zijn rijk was te groot om alleen te besturen. Er waren geen goede wegen en communicatie met verschillende delen was moeilijk. Karel de Grote staat bekend om zijn leenstelsel. Karel bestuurde zijn rijk met de hulp van leenmannen. De leenmannen moesten zweren Karel trouw te blijven. De leenman beloofde hem met ‘raad en daad’ bij te staan.

Leenstelsel  feodalisme Bestuurssysteem met leenheren en leenmannen De edelen gingen voor Karel een deel van het rijk besturen. Ze spraken er recht en zorgde voor orde en veiligheid.  Oorlog? Dan vechten in leger. De edelen kregen in ruil daarvoor gebied in leen. Het land bleef van Karel, maar de opbrengst van het geleende land was voor de edelen. Leenstelsel in de praktijk: De edelen splitsten vaak een gebied weer op. De kleine stukken land gaf hij dan ook ‘lagere’ edelen. De lagere edelen werden zo zelf leenheer!  achterleenmannen

Vraag: Wat is het leenstelsel? Gebruik in je antwoord de volgende begrippen: leenheer, leenman, achterleenman, Karel de Grote en edelen

HistoClips: Karel de Grote Handtekening Karel de Grote

Na Karel de Grote Na de dood van Karel de Grote viel het Frankische rijk uiteen en werd het onveilig (veel oorlogen). Om zich te beschermen tegen de Vikingen bouwden de edelen burchten.  Met dikke stenen muren.  ook namen zij ridders in dienst om voor veiligheid te zorgen.  Leenmannen gingen zich als zelfstandige heersers gedragen. Na de dood van Karel gingen steeds meer hertogen en graven de geleende grond zien als bezit. Ze gingen zich gedragen als zelfstandige heersers.  Hun ambt werd erfelijk en zij gingen nu ook zelf leenmannen benoemen.

Ridderschap Later werd ridderschap een zaak van de adel en ontstonden er erecodes voor ridderlijk gedrag. Kenmerken ridderlijkheid: Moed Trouw Rechtvaardigheid  Ontstaan van ridderlijke verhalen: Karel ende Elegast De kracht van de middeleeuwse legers was de cavalerie.  Zwaarbewapende militairen op paarden. <- Zij droegen ter bescherming een maliënkolder, een harnas van ijzeren ringetjes.