Regenten en vorsten 2.1 Machthebbers in Europa

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
1.5 Vorsten in Europa Republiek De Nederlanden waren een republiek: - De macht lag bij de Staten Generaal - Opvolgers werden gekozen. Monarchie Frankrijk,
Advertisements

Nederland Les 7: De Gouden Eeuw; Bestuurlijke en culturele aspecten
Hfd. 1.4 opkomst van machtige vorsten
Paragraaf 1: Frankrijk in de 18e eeuw
4. PERIODE De Republiek ontstaat als internationaal erkende staat
4.3 Stadhouder-koning Willem III
3.2 De eerste twintig jaar van de Republiek. 1. Bestuur in de Republiek  Rechtvaardigen geen vorst:  DEDUCTIE VAN VRANCKEN  Staten en Gewesten souverein.
3.3 Van Twaalfjarig Bestand naar Vrede van Münster.
De Republiek in een tijd van vorstenH4.3 Stadhouder-koning Willem III Karel II was familie van Lodewijk XIV en wilde ook een absolute koning worden Hij.
Frankrijk Politiek- I: Koning Lodewijk de XIVde had de adel buiten spel gezet en was een absolute vorst. Hij zou zijn macht van God gekregen hebben;
Bijzondere positie in de Republiek
De Republiek in een tijd van vorsten
De Republiek in Europa Les 23: Bestuur & macht in Europa
Absolutisme.
Politieke bloei.
Politieke bloei.
Absolutisme.
Paragraaf 5.3 De macht van vorsten.
Een nieuw land: Nog steeds oorlog
Wie bestuurt wie in de Republiek?
Republiek versus Frankrijk
Absolutisme vs Regenten
Schoolexamen dinsdag 13 januari
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Leg uit welk schilderij hoort bij de Republiek en waarom je dat denkt.
Wat moet je weten aan het einde van de les?
Goed voorbereid naar de Pabo!
Dankzij de welvaart van de Republiek konden de Gewesten ook steeds meer een vuist maken tegen Spanje. Ook zat het mee dat de Spanjaard op meerdere fronten.
Bestuur in andere landen
1.4 Republiek der 7 verenigde Nederlanden
De Republiek der zeven verenigde nederlanden
VROEG MODERNE TIJD De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de nederlandse republiek.
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Vrijheid en democratie De opmars van het parlement
Hoofdrolspelers HC1 De Republiek ( )
Paragraaf 3 Opkomst van machtige vorsten
In 1568 begint Willem van Oranje een opstand tegen Spanje
Van gewesten naar eenheidsstaat
Opkomst van machtige vorsten 1.4. Vorsten brengen een scheiding aan tussen Kerk en Staat Tot de dertiende eeuw dachten de meeste Europeanen dat God maar.
Republiek in de Gouden eeuw
Context 1 De Republiek der Zeven Verenigde Nederland
Naar buiten toe trad de Republiek op als een eenheid Op binnenlands gebied gedroegen de gewesten zich als zelfstandige staatjes Het bestuur was in handen.
Herhaling hst 5 Vroegmoderne tijd - ( n. Chr.) Renaissance
Bestuur Europa 18 e eeuw. Frankrijk 18 e eeuw Welke drie standen waren er in Frankrijk in de 18 e eeuw? Hoe zie je deze standen vertegenwoordigd op de.
1.5 Vorsten in Europa Absolute vorsten
H7.1 Absolutisme in Frankrijk
1.4 Republiek der 7 verenigde Nederlanden
Regenten en vorsten H6.2 HET BESTUUR VAN DE REPUBLIEK.
H7 Pruiken en revoluties§7.2 Het ancien régime Wat moet je weten aan het einde van de les? -Hoe Frankrijk er politieke en economisch voorstond in de 18.
Historische overzicht Bataafse Revolutie
Paragraaf 6.3 Internationale handel Kenmerkende aspecten: 1)De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht.
Machthebbers in Europa
Regenten en vorsten 3.4 Stedelijke cultuur in Nederland
Regenten en vorsten 3.2 Nederland en Europa
Leg uit welk schilderij hoort bij de Republiek en waarom je dat denkt.
Absolute vorsten De vorsten (koningen) waren afhankelijk van de adel, de adel betaalde namelijk veel geld en zorgden voor soldaten  een koning is dit.
Paragraaf 6.2 Een bijzondere bestuursvorm
Stedelijke cultuur in Nederland
Regenten en vorsten 3.1 Machthebbers in Europa
Regenten en vorsten 2.2 De Gouden Eeuw
H7.1 Absolutisme in de rest van Europa
HET STREVEN VAN VORSTEN NAAR ABSOLUTE MACHT
HOOFDSTUK 1 NEDERLAND VAN 1848 TOT 1914
Cursus 3.2 Hoe verloren vorsten hun macht Klas 2 BK Lesweek 4
Nederland Les 7: De Gouden Eeuw; Bestuurlijke en culturele aspecten
Regenten en vorsten Hoofdstuk 3 Par. 1,2,3,5.
Thema 8: hoe vrij ben jij? Blok 1: Franse volk eist vrijheid
Machtsbasis Twee elkaar versterkende monopolies
§6.2 Nederland en Europa In deze presentatie leer je over:
Het bestuur van de republiek
Transcript van de presentatie:

Regenten en vorsten 2.1 Machthebbers in Europa Hoofdstuk 2 Regenten en vorsten 2.1 Machthebbers in Europa

§2.1 Machthebbers in Europa In deze presentatie leer je over: Een machtig koning Het kenmerkend aspect: het streven van vorsten naar absolute macht Gewesten en staten Het kenmerkend aspect: burgerlijk bestuur en stedelijke cultuur in Nederland De stadhouder

Ministers (leden van de regering) gaven de koning alleen adviezen. Een machtige koning In de 17e eeuw was Frankrijk het machtigste land van Europa met een machtige koning. Ministers (leden van de regering) gaven de koning alleen adviezen. De Franse koning legde aan niemand verantwoording af. Zijn macht werd door niets beperkt. Deze manier van regeren heet absolutisme.

Lodewijk XIV ( 1638 – 1715) Lodewijk noemde zichzelf Zonnekoning. Lodewijk XIV was absoluut vorst van Frankrijk. Hij had alle macht en niemand kon zijn beslissingen tegenhouden. Hij was: Baas over het leger Baas over de steden Baas over de adel Absolutisme = de koning is zo machtig, dat hij niemand toestemming hoeft te vragen voor zijn beslissingen.

Paleis van Versailles Beeldbank filmpje Paleis Versailles (duur: 1.40)

Het kenmerkend aspect Engelse koningen wilden ook absolute macht hebben, maar het parlement beperkte die macht. Door de Glorious Revolution werd stadhouder Willem III koning van Engeland. Het streven van vorsten naar absolute macht is een kenmerkend aspect van de tijd van regenten en vorsten.

Ieder gewest werd bestuurd door de Staten. Gewesten en Staten In de tijd van regenten en vorsten (1600-1700) was Nederland een republiek met zeven zelfstandige gewesten. Ieder gewest werd bestuurd door de Staten. Voor sommige zaken werkten de zeven gewesten samen in de Staten-Generaal, bijvoorbeeld voor de buitenlandse politiek.

De Republiek der Verenigde Nederlanden bestond uit zeven gewesten. De Staten-Generaal bestuurden Noord-Brabant, Zeeuws-Vlaanderen en delen van Limburg.

Het kenmerkend aspect De Republiek was een oligarchie: overheidsbestuurders in steden, Staten en Staten-Generaal kwamen uit de rijke burgerij en de adel. Ze heetten regenten. Burgerlijk bestuur en stedelijke cultuur in Nederland is een kenmerkend aspect van de tijd van regenten en vorsten.

De stadhouder Taken van de stadhouder: Legerleider Betrokken bij benoeming van regenten Mannen die ook veel macht hadden: Raadpensionaris (hoogste regent in Holland) Stadhouder uit het Huis van Oranje De Republiek had twee keer een stadhouderloos tijdperk. Toen was er geen stadhouder.

Regenten in vergadering in Den Haag in 1651.

Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588 - 1795) Republiek = een staat zonder vorst (bijvoorbeeld een koning) Staten-Generaal = vertegenwoordigers van alle gewesten. Vergaderen in Den Haag. Regenten = bestuurders van de overheid in een stad of gewest. Stadhouders = De hoogste bestuurder in dienst van de gewesten. Opperbevelhebber van het leger en de vloot. Was niet populair bij de regenten, omdat: plaatsvervanger van de vorst in de gewesten  de republiek had geen vorst meer (was de koning van Spanje) Mocht in veel steden bepalen wie in het bestuur mocht zitten

2 belangrijke personen in de Republiek Raadspensionaris Johan van Oldenbarnevelt Stadhouder Maurits van Oranje

Hugo de Groot ( 1583 – 1645) Hugo de Groot was een belangrijke rechtsgeleerde en schrijver. Tot 1619 speelde hij een hoofdrol in de regering van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Hugo was een belangrijke adviseur van raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt. Op 5 juni 1619 werd Hugo gevangen gezet op Slot Loevestein. Na twee jaar wist hij te ontsnappen. De rest van zijn leven woonde Hugo in het buitenland. Hugo de Groot (beeldbank filmpje 3.43 minuten)

De boekenkist van Hugo de Groot

Slot Loevestein Klokhuis: Hugo de Groot (ongeveer 12 minuten) Overslaan: 2.45  4.42 Overslaan: 8.14  10.10