De vier seizoenen
Lente dat is bloesem aan de bomen.
En kleine kikkervisjes in een plas.
Lente is een nest vol jonge vogels.
En voor het eerst naar buiten zonder jas.
Zomer dat is zon en buiten spelen.
Een dagje naar het bos of naar het strand.
Zomer dat is heerlijk op vakantie.
En lopen met een ijsje in je hand.
Herfst dat is vaak storm en heel veel regen.
En bladeren die worden geel of bruin.
Herfst is altijd fietsen met wind tegen.
En hopen dorre blaadren in de tuin.
Winter dat is sneeuw om mee te spelen.
En boerenkool of zuurkool op je bord.
Winter dat is ijs om op te schaatsen.
En hopen dat het gauw weer lente wordt.
De vier seizoenen