Cursus Leesvaardigheid Nieuw Nederlands 4/5 havo Cursus Leesvaardigheid www.mevrouwzus.wordpress.com
Inleiding Leesvaardigheid Hoofdstuk 1 www.mevrouwzus.wordpress.com
1. Leesstrategieën oriënterend lezen onderwerp? bruikbaar? interessant? globaal lezen deelonderwerpen vaststellen intensief lezen begrijpen; hoofzaken vinden zoekend lezen bruikbare informatie vinden kritisch lezen betrouwbaarheid en argumentatie beoordelen studerend lezen inhoud tekst onthouden www.mevrouwzus.wordpress.com
2. Schrijfdoel amuseren vermaken met iets leuks of interessants informeren vertellen over gebeuren, iets uitleggen opiniëren (beschouwen) mening laten vormen overtuigen (betogen) overhalen met argumenten activeren aanzetten tot handelen www.mevrouwzus.wordpress.com
3. Tekstsoorten Zakelijke tekstsoorten: informeren uiteenzetting, nieuwsbericht, etc. opiniëren beschouwing, recensie, etc. overtuigen betoog, redactioneel commentaar, etc. activeren poster, flyer, etc. www.mevrouwzus.wordpress.com
4. Tekst en publiek Voor welke lezers een tekst bedoeld is kun je zien aan: het onderwerp de inhoud de bron het taalgebruik de toon de lay-out www.mevrouwzus.wordpress.com
Tekstopbouw Hoofdstuk 2 www.mevrouwzus.wordpress.com
1. De indeling van een tekst de inleiding aandacht trekken: actualiteit, geschiedenis, anekdote, voorbeeld, belang voor de lezer onderwerp (soms) opbouw van de tekst het middenstuk structurerende zinnen, alineaverbanden en signaalwoorden, typografische kenmerken het slot conclusie/hoofdgedachte, samenvatting, aansporing, afweging, toekomstverwachting signaalwoord: kortom, ten slotte, dus www.mevrouwzus.wordpress.com
2. Vaste tekststructuren Als je de tekststructuur herkent, wordt de tekst duidelijker en begrijpelijker argumentatiestructuur aspectenstructuur probleem/oplossingstructuur verklaringsstructuur verleden/heden(/toekomst)structuur voor- en nadelenstructuur vraag/antwoordstructuur www.mevrouwzus.wordpress.com
3. De alinea kernzin = de belangrijkste zin van de alinea (hoofdgedachte) Welke zin is de kernzin? eerste zin tweede zin (als eerste zin = structurerende zin) laatste zin www.mevrouwzus.wordpress.com
4. Tekstverbanden (1van2) Verbanden tussen alinea’s, zinnen of soms zelfs binnen zinnen herken je aan signaalwoorden. opsommend verband ook, ten eerste, verder, etc. tegenstellend verband maar, echter, toch, etc. chronologisch verband eerst, dan, toen, etc. oorzakelijk verband (oorzaak-gevolg) doordat, daardoor, zodat, etc. toelichtend verband (voorbeeld) zo, bijvoorbeeld, zoals, etc. voorwaardelijk verband als, indien, wanneer, etc. www.mevrouwzus.wordpress.com
4. Tekstverbanden (2van2) vergelijkend verband zoals, net (zo)… als, evenals, etc. redengevend verband (argument) daarom, omdat, dus, etc. doel-middelverband om te…, opdat, daarvoor, etc. toegevend verband ook al, weliswaar, hoewel, etc. samenvattend verband kortom, samengevat, al met al, etc. concluderend verband dus, daarom, kortom, etc. www.mevrouwzus.wordpress.com
Oefenen met teksten Hoofdstuk 3 www.mevrouwzus.wordpress.com
1. Mengvormen van tekstsoorten Twee tekstsoorten waarvan er een overheerst: een beschouwende tekst met uiteenzettende elementen; een betogende tekst met beschouwende elementen; een betogende tekst met uiteenzettende elementen; een uiteenzettende tekst met beschouwende elementen. www.mevrouwzus.wordpress.com
2. Teksten beoordelen Vorm je mening door te letten op: auteur publicatieplaats (bron) actualiteit gebruikte bronnen objectiviteit (alleen bij beschouwingen) correctheid van de argumentatie (alleen bij betogen) www.mevrouwzus.wordpress.com
www.mevrouwzus.wordpress.com