Exameneenheid: Consumptie PSB Exameneenheid: Consumptie 2016-2017 4-vmbo-tl
PTA Economie 2016-2017
Wat heb je nodig? Pincode 5e editie vmbo-gt4 Multomap 4-rings inclusief lijntjes papier Rekenmachine met basisfuncties Schrijfgerei
Hoofdstuk 2 Kom je ermee uit? §2.1 Hoe betaal jij? PSB Economie Hoofdstuk 2 2016-2017 4-vmbo-tl
§2.1 Hoe betaal jij? Begrippen Wat moet je kunnen? Opgaven Directe/Indirecte ruil Geldfuncties Bankensysteem Wat moet je kunnen? Een saldo berekenen De verschillende geldfuncties kennen en de soorten geld De rol van een bank uitleggen Opgaven Verplicht : 1, 4 t/m 8, 14 en 15 (pagina 40 t/m 43) Extra : H1 t/m H4 (pagina 60)
Ruil Indirecte ruil Giraal Chartaal Directe ruil
Geld kun je gebruiken al: Geldfuncties Geld kun je gebruiken al: Ruilmiddel Je ruilt goederen of diensten voor geld Rekenmiddel Je geeft aan hoeveel iets waard is Spaarmiddel of Oppotmiddel Je geeft een deel van je inkomen niet uit
De kredietrente is altijd hoger dan de spaarrente; Spaargeld Lening Spaarders Leners Spaarrente kredietrente De kredietrente is altijd hoger dan de spaarrente; zo maakt een bank winst.
§2.1 Hoe betaal jij? Begrippen Wat moet je kunnen? Opgaven Directe/Indirecte ruil Geldfuncties Bankensysteem Wat moet je kunnen? Een saldo berekenen De verschillende geldfuncties kennen en de soorten geld De rol van een bank uitleggen Opgaven Verplicht : 1, 4 t/m 8, 14 en 15 (pagina 40 t/m 43) Extra : H1 t/m H4 (pagina 60)
Hoofdstuk 2 Kom je ermee uit? §2.2 Heb jij overzicht? PSB Economie Hoofdstuk 2 2016-2017 4-vmbo-tl
§2.2 Heb jij overzicht? Inkomensvormen Begroting Uitgaven Reserveren Begrippen Inkomensvormen Begroting Uitgaven Vaste lasten Dagelijkse uitgaven Incidentele uitgaven Reserveren Wat moet je kunnen? Je kent de inkomens- en uitgavenvormen Je kunt een begroting maken Je kunt reserveringen berekenen Opgaven Verplicht : 16 t/m 23 (pagina 44 t/m 47) Extra : H5 t/m H11 (pagina 60)
Soorten Inkomen Inkomen uit arbeid Inkomen uit bezit Loon Natura Inkomen uit bezit Huur Rente Overdrachtsinkomen Uitkering Zakgeld
Soorten uitgaven Reserveren! Dagelijkse uitgaven Vaste lasten Huishoudelijke uitgaven Zakgelduitgaven Vaste lasten Huur Verzekeringen Incidentele uitgaven Kleding Vakantie Reserveren!
Nieuwe iPhone! Model: iPhone 7, 32Gb Kosten: € 900,- Releasedatum: over 1 jaar Hoeveel moet ik reserveren om over een jaar precies genoeg geld te hebben? Berekening Reservering per maand = benodigd bedrag : aantal maanden Voorbeeld Reservering per maand = € 900,00 : 12 = € 75,00 (C) Ik moet €75,- per maand reserveren om de nieuwe iPhone te kopen
§2.2 Heb jij overzicht? Inkomensvormen Begroting Uitgaven Reserveren Inkomen uit arbeid Loon Natura Inkomen uit bezit Huur Rente Overdrachtsinkomen Uitkering Zakgeld Dagelijkse uitgaven Huishoudelijke uitgaven Zakgelduitgaven Vaste lasten Huur Verzekeringen Incidentele uitgaven Kleding Vakantie Begrippen Inkomensvormen Begroting Uitgaven Vaste lasten Dagelijkse uitgaven Incidentele uitgaven Reserveren Wat moet je kunnen? Je kent de inkomens- en uitgavenvormen Je kunt een begroting maken Je kunt reserveringen berekenen Opgaven Verplicht : 16 t/m 23 (pagina 44 t/m 47) Extra : H5 t/m H11 (pagina 60)
Hoofdstuk 2 Kom je ermee uit? Lesbrief: Enkelvoudige en samengestelde rente PSB Economie Hoofdstuk 2 2016-2017 4-vmbo-tl
Lesbrief: Enkelvoudige en samengestelde rente? Begrippen Sparen Rente of interest (samengesteld en enkelvoudig) Spaardeposito Beleggen Wat moet je kunnen? Je kent spaarmotieven Je kent verschillende spaarvormen Je begrijpt de mogelijkheden en risico’s van beleggen Opgaven Verplicht : 1 t/m 11 (lesbrief) Verplicht : 24, 25, 26, 27, 32, 33 (pagina 48 t/m 51) Extra : H12 t/m H17 (pagina 61)
Spaarmotieven Verschillende redenen om te sparen Doel Voorzorg Rente
Lesbrief: Enkelvoudige en samengestelde rente? Begrippen Sparen Rente of interest (samengesteld en enkelvoudig) Spaardeposito Beleggen Wat moet je kunnen? Je kent spaarmotieven Je kent verschillende spaarvormen Je begrijpt de mogelijkheden en risico’s van beleggen Opgaven Verplicht : 1 t/m 11 (lesbrief) Extra : H12 t/m H17 (pagina 61)
Hoofdstuk 2 Kom je ermee uit? §2.4 Geld lenen kost geld! PSB Economie Hoofdstuk 2 2016-2017 4-vmbo-tl
§2.4 Geld lenen kost geld! Begrippen Wat moet je kunnen? Opgaven Lenen Leenmotieven Hypothecaire lening (hypotheek) Wat moet je kunnen? Je kent leenmotieven Je kent verschillende leenvormen Je kunt uitrekenen hoe duur een lening is. Opgaven Verplicht : 34 t/m 45 (pagina 52 t/m 55) Extra : H15 t/m H17 (pagina 62)
Leenmotieven Verschillende redenen om te lenen Tijdelijk geldtekort Aankoop niet uitstellen Calamiteiten
(Consumptief) Krediet Rood staan Afhankelijk van salaris Salariskrediet Een vast bedrag Terugbetaling in termijnen Persoonlijke lening Een kredietlimiet Opnieuw opnemen en aflossen Doorlopend krediet Bank Bank Bank
(Consumptief) Krediet Je betaald de aankoopprijs in termijnen Je bent meteen eigenaar Koop op afbetaling Je krijgt je aankoop meteen en betaald in termijnen Je bent pas eigenaar als alle termijnen zijn betaald Huurkoop Alleen voor de aankoop van een huis Zeer lange looptijd, vaak 30 jaar Hypothecaire lening Winkels Winkels Bank
Bestel nu de iPhone 5s ter waarde van € 699 en betaal slechts € 39 in 24 maandelijkse termijnen Formule kredietkosten = (aantal termijnen x termijnbedrag) - lening Berekening kredietkosten = (24 x €39) - €699 = €237
§2.4 Geld lenen kost geld! Begrippen Wat moet je kunnen? Opgaven Lenen Leenmotieven Hypothecaire lening (hypotheek) Wat moet je kunnen? Je kent leenmotieven Je kent verschillende leenvormen Je kunt uitrekenen hoe duur een lening is. Opgaven Verplicht : 34 t/m 45 (pagina 52 t/m 55) Extra : H15 t/m H17 (pagina 62)
Hoofdstuk 2 Kom je ermee uit? Examentraining Actualiteiten Toetsing PSB Economie Hoofdstuk 2 2016-2017 4-vmbo-tl
1 Examentraining Opgaven Elke hoofdstuk bevat een onderdeel examens. Hier krijg je echte vragen uit echte examens van de afgelopen jaren. Bij het maken van deze opgaven houd je rekening met ‘Perfecte Antwoorden’ Is het antwoord ook echt een antwoord op de vraag? Is het antwoord volledig? Staat er niet teveel informatie in het antwoord? Dingen die niet gevraagd zijn. Is het antwoord een goede Nederlandse zin? Staat de volledige berekening er bij? Staan overal de goede tekentjes (denk hierbij aan het euroteken, €, of procentteken)? Meerkeuzevragen beantwoord je met een HOOFDLETTER Opgaven Examenopgaven: E1 t/m E18 (Pagina 63 t/m 65)
2 Portfolio §2.1: Vraag 1, 4 t/m 8, 14 en 15 Voor je mapcontrole moet je de volgende opgaven in je map hebben. §2.1: Vraag 1, 4 t/m 8, 14 en 15 §2.2: Vraag 16 t/m 19 en 21 t/m 23 Lesbrief: Vraag 1 t/m 11 (Enkelvoudige en samengestelde rente) §2.3: Vraag 24 t/m 27, 32, 33 §2.4: Vraag 34 t/m 45 Examenoefening: ‘De goedkoopste auto van Nederland’
2 Actualiteiten
3 Toetsing 27 21 28 Openboektoets Weging: Diagnostisch Portfolio September Openboektoets Weging: Diagnostisch 21 Oktober Portfolio Weging: Handelingsdeel 28 November PTA-Toets Weging: 20% Voorbereiding: De openboektoets is diagnostisch, je hoeft hier niets bij voor te bereiden. Er wordt een toets gesimuleerd. Het is belangrijk dat je antwoord zoals je op een toets doet. Je krijgt hier wel een punt voor maar dat punt telt niet mee. Het portfolio dient op orde te zijn. Alle opgaven moeten gemaakt zijn en alle onderdelen zoals aangegeven in je portfolio aanwezig zijn. De PTA-toets over exameneenheid consumptie vindt plaats in de eerste toetsweek