Meten en meetkunde in het verkeer

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoe snel is geluid? Aan het einde van de les moet je in staat zijn om:
Advertisements

Kan je de betekenis van de afkortingen in s = v x t benoemen
Snelheid Hoe kan ik rekenen.
Snelheid Hoe kan ik rekenen.
Rekenen met snelheid Een probleem oplossen
OM EVEN OVER NA TE DENKEN.
digitale verkeerskrant van Rilland
Bewegen Bewegen (c) Ing. W.Tomassen.
Wie is wanneer het snelst?
De eenparige beweging..
Opdrachten Snelheid.
3.4 Reken met constante snelheid
Opdrachten Snelheid.
Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging Ing. J. van de Worp.
Bewegen Hoofdstuk 3 Beweging Ing. J. van de Worp.
Wat is de verplaatsing? Wat is de afgelegde weg?
Goedemorgen.
Sectie natuurkunde – College Den Hulster - Venlo
Tijd, afstand, snelheid.
Met gebruik van een verhoudingstabel
soorten beweging groot- en eenheden de formule soorten diagrammen .
Drie soorten vragen over geluid door lucht
Gecijferdheid 2 (Meten 1 – ME144X) week 3
Presentatie titel Kennisbasis Rekenen
Standaardvormen Standaardnotatie Wetenschappelijke notatie
Invullen van de tevredenheidspeiling door leerlingen via het Ouderportaal (uitleg aan de ouders)
Het land van de lieveheersbeestjes. In een bos hier ver vandaan, leven 100 lieveheersbeestjes. Ze doen allerlei dingen samen. Binnen het land geldt 1.
Rekenquiz. Vraag 1. Decimale getallen Zet de decimale getallen van groot naar klein. Welk getal komt er in het rode vak? 7,431,684,295,051,667,493,49.
Les 6: Procenten combineren met gegevens uit grafieken en tabellen.
Rekenen!!! cito.
Meten en meetkunde in het verkeer
Verhoudingen berekenen
Les 4: SAMENGESTELDE GROOTHEDEN
Les 4: SAMENGESTELDE GROOTHEDEN
Vandaag: Restant les 3 Verhoudingen
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
Deze les nieuwe opzet Instructietafel links in de klas
Reken je (niet) rijk.
les 3 digitale rekenblokken Verhoudingen in context situaties
Deze les hfdst 1 verbanden gegevens verwerken
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
SCHAAL in toepassingssituaties
Stopafstand = Reactieafstand + Remweg
Les 9: meten en meetkunde in de tuin
Les 9: meten en meetkunde in de tuin
Rekenen.
Metend rekenen 5de leerjaar.
Les 3volgorde van bewerkingen
Rekenen Verbanden les 1: gegevens verwerken Verbanden les 2: gegeven in tabellen.
Snelheid Module 3 Basisstof 3.
Rekenen Les 6 Meten en Meetkunde in het verkeer Les 7 Meten in recepten Les 5 figuren slaan we over!
Rekenen periode 3 Meten en meetkunde les 6: Meten en meetkunde in het verkeer (Les 5 figuren slaan we over)
Rekenen Les 7 Meten in recepten.
Hoofdstuk 28 Snelheid en tijd. Hoofdstuk 28 Snelheid en tijd.
Meten en meetkunde les 4: samengestelde grootheden
Rekenen Verbanden les 3: Rekenen met tabellen 1 Verbanden les 5: Rekenen met grafieken, diagrammen en tabellen.
Les 3: Rekenen met tabellen 1 Les 4: Rekenen met tabellen 2
Les 3 verhoudingen Verhoudingen.
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Hoe snel is geluid? Aan het einde van de les moet je in staat zijn om:
Bewegen Bewegen (c) Ing. W.Tomassen.
SCHAAL in toepassingssituaties
Rekenen Les 6 Meten en Meetkunde in het verkeer Les 7 Meten in recepten Les 5 figuren slaan we over!
Les 7: woordformules gebruiken
Rekenen Meten en Meetkunde 2f Les 3 Omtrek, oppervlakte en inhoud
Rekenen Verbanden les 1: gegevens verwerken Verbanden les 2: gegeven in tabellen.
‘ANWB-fietsverlichtingsactie… …bij jou op school’
Hoofdstuk 21 PROBLEEMOPLOSSEN. Hoofdstuk 21 PROBLEEMOPLOSSEN.
Rekenen met verhoudingen
Hoofdstuk 20 Grafieken en tabellen. Hoofdstuk 20 Grafieken en tabellen.
Transcript van de presentatie:

Meten en meetkunde in het verkeer Les 6A Rekenen met snelheden in het verkeer: 3 soorten vragen Berekenen van je snelheid (km/u of m/s) Berekenen van de afstand die je af moet leggen Berekenen van de tijd die je over een afstand doet moeilijker: een bonus wanneer je binnen een bepaalde tijd een taak doet hoe veel (kilo)meter je nog moet als iemand anders al is aangekomen Les 6B Het aflezen van een kaart en hoe lang je over een reis doet (in knopen of mijlen) Hoeveel benzine je nodig hebt voor een rit en hoeveel dit je kost Voorbeeld examenvraag

Het noteren van snelheid kan op verschillende manieren. Wij werken met: km/uur kilometers per (1) uur m/sec meters per (1 ) seconde Hoe hard mag een auto rijden op de snelweg? Hoe hard fiets je ongeveer in een uur? Hoe snel loop je ongeveer in een uur? Dit wordt allemaal weergegeven in km/u Maar je kunt snelheden ook weergeven in m/s (denk aan sport wedstrijden)

Onze wandelsnelheid is ongeveer 6 km/u. Een slak zijn snelheid is 5 m/u Wat bedoelen ze met m/u en km/u? Ik fiets ongeveer 15 kilometer in 1 uur. Hoeveel meters fiets ik dan in 1 seconde? OF: wat is mijn gemiddelde snelheid dan in m/s? Hoe reken je eigenlijk van kilometers per uur naar meters per seconde? Wat moet je weten? Eerst: Van uren naar seconden Hoeveel secondes gaan er in een uur? Dan: Van kilometers naar meters Hoeveel km gaan er in een meter? :1000 Gebruik een verhoudingstabel Reken terug naar 1 zoveel meters per 1 seconde (m/s) zoveel kilometers per 1 uur (km/u)

Vragen over snelheid kunnen op verschillende manieren worden gesteld. Gemiddelde snelheid berekenen (in tijd ) Piet fietst 25 km in 100 minuten . Wat is zijn gemiddelde snelheid in km/u? en m/s Bereken de gemiddelde snelheid per (1) uur of Bereken de gemiddelde snelheid per (1) seconde De afstand berekenen die je aflegt (in m of km) Piet fiets 15 km per uur. Hij gaat 1,5 uur fietsen. Wat is de afstand die hij heeft afgelegd? In meters? In kilometers? De tijd die je doet over een bepaalde afstand (als je weet hoe hard je gemiddeld gaat) Stel je fiets naar school. Dat is een afstand van 15 km. Je fiets met een snelheid van 18 km/uur. Hoe lang doe je over de weg naar school? Het verschil berekenen tussen twee afstanden (hoeveel km moet iemand nog lopen) Het verschil bereken tussen twee tijden (hoeveel seconden moet iemand nog schaatsen) JE KRIJGT ALTIJD GENOEG GEGEVENS OM DE VRAAG UIT TE KUNNEN REKENEN

BEKIJK EN LEES DE VRAAG DUS GOED….. Welke FEITEN weet je al? Feiten Welk ANTWOORD willen ze precies weten? Antwoord (eenheid Hoe ga je dat BEREKENEN? Berekening In welke EENHEID moet je antwoorden? Eenheid CHECK je antwoord! Klopt het? Kan het? Check Vul de Feiten die je weet in in een verhoudingstabel Piet fietst 25 km in 100 minuten . Wat is zijn gemiddelde snelheid in km/u? en m/s Piet fiets 15 km per uur. Hij gaat 1,5 uur fietsen. Wat is de afstand die hij heeft afgelegd? Stel je fiets naar school. Dat is een afstand van 15 km. Je fiets met een snelheid van 18 km/uur. Hoe lang doe je over de weg naar school? (tijd)

Anna en Dirk nemen dezelfde route en vertrekken op dezelfde tijd Anna loopt 6 km/u en Dirk fietst 18 km/u De route is 15 km Hoe lang doet Anna over de route? Hoe lang doet Dirk over de route? Hoe lang moet Anna dan nog lopen als Dirk aankomt? : 6 x 15 Anna afstand in km 6 km 1 km 15 km afstand in tijd 60 min ….. ? minuten :6 x 15 :18 x 15 Dirk afstand in km 18 km 1 km 15 km afstand in tijd 60 min ……. ? minuten : 18 x 15 Hoe ver moet Anna nog lopen als Dirk er al is (in tijd en in kilometers)? Hoe hard loopt Anna gemiddeld in een uur Hoe lang ver moet ze dan nog lopen in de 100 minuten? Anna 150 minuten Dirk 50 minuten Verschil 100 minuten. Hoe lang doet ze daar over ze loopt 6 km in 60 minuten dus 6 km : 60 x 100 = 10 km

Hoe bereken je iemands gemiddelde snelheid per uur Hoe bereken je iemands gemiddelde snelheid per uur ? Dit kan in km/u (hieronder) maar ook in m/s Wat weet je al? Zet de tijd in 1 eenheid!! Zet de tijd in 1 eenheid. Kies voor de kleinst gegeven eenheid. (hier zijn dat minuten) Reken dan verder naar 60 minuten. Thomas’ tijd is 10:05 = 605 minuten Hij doet 230 km in 605 minuten Wat is zijn snelheid in km/u?

Stel je voor: Je gaat met vier vrienden op skivakantie naar Zell am See. De reis is 1005 km. Jij en 2 vrienden gaan met een ouwe bus en een caravan. Jullie rijden 80 km per uur. 2 rijke vrienden gaan met vaders snelle wagen en rijden 150 km per uur. Wie is er eerder op de plek van bestemming? Hoelang moeten jullie nog rijden als de snelle vrienden er al zijn?

Na 1005 km zijn jullie op de plek van bestemming Maar de snelle auto met de 2 vrienden kreeg pech onderweg ….. Dus bellen ze jullie om acht uur ‘s avonds om te zeggen dat ze nog 500 km te gaan hebben. Ze rijden 130 km/u. Hoe laat zijn ze dan bij jullie?

Jack bezorgt pakketten. Hij mag over een rit van 79,5 km anderhalf uur doen. Als het lukt om 15 procent tijd te winnen, krijgt hij een bonus. Hij heeft al 12 minuten over 4,5 km gedaan. Hoe snel moet hij rijden om de bonus nog te halen? Welke gegevens weet je al? Hoe lang de rit in totaal is Hoe lang hij erover mag doen Hoe lang hij op dit moment al heeft gereden (in minuten) en hoeveel kilometer. Wanneer krijgt hij de bonus? Hij krijgt de bonus wanneer hij 15% sneller rijdt dan de anderhalf uur die hij krijgt. De 1,5 uur = 100% -15% (= de bonustijd) 90 min:100 x 15 = 13,5 minuut is ongeveer 14 minuten (mag je afronden) 90 minuten – 14 minuten = 76 minuten Hoe snel moet hij nu nog rijden om de bonus te halen? Hij heeft al 12 minuten gereden dus de tijd die hij over heeft voor de bonus is 76 – 12 minuten = 64 minuten. Hij heeft al 4,5 km gereden. Dus hoeveel kilometer moet hij nog? Hij moet nog 79,5 – 4,5 = 75 km Dus hoe hard moet hij rijden (km/u) als hij 75 km in 64 minuut moet rijden?

Als je uitgaat van 15% 75 km ….. 70,31 km is afgerond 70,3 64 minuten 1 minuut 60 minuten Of korter 75: 64 x 60 = 70,31 Hij moet dus 70 km per uur rijden om de bonus te halen LET OP er treedt een verschil op als je uitgaat van 85% 90minuten : 100 x 85 = 76,5 minuten – 12 = 64,5 minuut 75 km ….. 69,76 km is afgerond 69,7 64,5 minuten 1 minuut 60 minuten Bij de ene krijg je 69,7 er uit bij de ander 70,3 Maak nu zelf opgave 6 uit het boek.

Les 6B Het aflezen van een kaart en hoe lang je over een reis doet (in knopen of mijlen) Hoeveel benzine je nodig hebt voor een rit en hoeveel dit je kost Voorbeeld examenvragen

1 knoop = 1,852 km