Woordenschat Letterlijk en figuurlijk taalgebruik.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Grammatica hoofdstuk 2 blz 68-69
Advertisements

De leesstrategie voor begrijpend lezen
STOF PW hst. 3 Fictie vertelstandpunten
Woordenschat en kijk op taal Hoofdstuk 2 en 3
Hoe werken we met En action in de Franse les?
QUIZ hoofdstuk 1.
Woordenschat Groep 5 Thema 4, les 3
Woordraadstrategieën
H4 lezen ‘zoekend lezen’.
Veel werkwoorden hebben een vast voorzetsel
Nederlands Woensdag 6 januari 2va.
LAATSTE LES! 13 JANUARI WAT GAAN WE VANDAAG DOEN? Lesdoelen Leesvaardigheid Feedback geven Verrassingsles!
Leespubliek. Spoorboekje Even opfrissen Oefening leespubliek Bespreken oefening Wat gaan we leren?: Je kunt vertellen wat een leespubliek is en naar welke.
Werkwoordsvormen, voorzetsels en voegwoorden
Kennen en kunnen Wat je moet kennen en kunnen voor de SO Woordenschat H1 t/m H4 1. Woordraadstrategieën: -zoek een synoniem; -zoek een omschrijving of.
Centraal Examen Nederlands
LEZEN 3.4 FUNCTIES VAN TEKSTGEDEELTEN. KLAAR MET DE TOETS? Kijk de paragraaf lezen 3.4 na (zie antwoorden in je ) Meld jezelf aan op Google Classroom.
TAALONDER ZOEK 2.10 SOCIOLECTEN. WAT GAAN WE DEZE LES LEREN? 1.Wat groepstaal is. 2.Hoe sociale groepen zich onderscheiden via groepstaal. 3.Het belang.
WOORDEN 5.7 Spreekwoorden en uitdrukking uit de bijbel.
WOORDEN 5.3 SPREEKWOORDEN EN UITDRUKKINGEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE: Een aantal spreekwoorden en hoe je betekenis daarvan kunt afleiden Wat.
WOORDEN 6.7 Spreekwoorden en uitdrukking uit de oudheid.
WOORDEN 2.7 HOMONIEMEN. WAT GAAN WE DEZE LES LEREN? 1.De betekenis van de leerwoorden in deze paragraaf. 2.Wat homoniemen zijn.
LEZEN 5.4 BESCHOUWING. DEZE LES LEER JE: Wat de tekstvorm ‘beschouwing’ is. Welke tekstdoel een beschouwing heeft. Hoe een beschouwing is opgebouwd. Wat.
Leesvaardigheid Lezen en leestoetsen. ▪ 1. Gouden tip voor leestoetsen ▪ 2. Hoe pak je leestoetsen aan? ▪ 3. Wat doe je bij onbekende woorden? ▪ 4. Hoe.
Groep 4 Begrijpend lezen lezen
Nederlands Blok 5.
Nakijken Opdracht 25.
Woordenschat H4 In deze powerpoint: Opfrissen: Wat is een voorzetsel?
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Groep 7 Begrijpend lezen lezen
Beeldspraak: de vergelijking
Groep 8 Begrijpend lezen lezen
Onvoltooid deelwoord/bijvoeglijk gebruikt deelwoord
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Lezen 1.2 Leesstrategieën, tekstverband/signaalwoorden onderwerp en hoofdgedachte.
Op je gezondheid.
S/k/l interviewen.
Lezen H1 t/m H3 In deze PowerPoint: Op onderwerp: Op leesstrategie:
Onzichtbaar Opdracht: Hier ga je schrijven met onzichtbare inkt!
Zoom in.
Woorden/uitdrukkingen met een vast voorzetsel
Cursus 1.1 Werken met Kaarten Klas 1 KGT Lesweek 4
Aantrekkelijk formuleren
Woorden 4.7 Stijlfiguren.
Dicteewoorden Papegaai Puberteit Cappuccino Toentertijd
1 woorden met ui 2 woorden met oe 3 woorden met ou en nu 4.
Lezen samenvatten.
Soorten zinnen en verbindingswoorden
Onderwerp en hoofdgedachte
Voeren en verzorgen Blok 2, Paard en ezel.
Johannes (1) WELKOM 1.
Informatieve teksten, interviewverslag
Vergelijkingen oplossen
Interview verslag schrijven
Reading strategies 2 Meaning of words, fixed expressions, multiple choice questions, open questions, article.
Inleiding, middenstuk, slot
Betrouwbaarheid van teksten: kritisch lezen
Van alle markten thuis Perron 1 – les 2.
Vandaag De Alpen: wat, waar, waarom daar?
Stappenplan werkwoordspelling
Grenzen en identiteit: Rusland
Pak je boeken! Paragraaf 3.4!
Zoom in.
Van alle markten thuis Perron 1 – les 1.
De leesstrategie voor begrijpend lezen
Voorkennis Wiskunde Les 1 Appendix §A.1 en A.2.
Voorkennis Wiskunde Les 12 Hoofdstuk 5: §5.5 en §5.8.
Ruzies om gebieden Rusland
spreekwoorden en uitdrukkingen
Transcript van de presentatie:

woordenschat Letterlijk en figuurlijk taalgebruik

Wat ga je leren? Het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik Betekenissen van uitdrukkingen opzoeken.

LETTERLIJK EN FIGUURLIJK Letterlijk Er wordt precies bedoeld wat er staat Figuurlijk Soms heeft een zin of woord twee betekenissen: letterlijk en figuurlijk Er wordt iets anders bedoeld dan wat er staat

SPREEKWOORDEN/UITDRUKKINGEN Spreekwoorden uitdrukkingen vaak alleen figuurlijk! Uit de letterlijke betekenis is wel af te leiden wat het spreekwoord betekent! 1.Wie een gat graaft voor een ander valt er zelf in. 2.Het paard achter de wagen spannen. 3.Beter één vogel in de hand, dan tien in de lucht

BELANGRIJK Lees de tekst zorgvuldig Om een tekst goed te begrijpen moet je figuurlijk taalgebruik herkennen! Vraag je af of de schrijver het letterlijk bedoelt of figuurlijk!

EVEN OEFENEN online oefening letterlijk en figuurlijk taalgebruik

DE ANTWOORDEN

ZELFSTANDIG WERKEN! Maak opdracht 1 tm 3 van paragraaf woordenschat h2 blz 61 tm 63