Wouter heeft 96 voetbalplaatjes. Hij wil deze in een album plakken. Er passen 10 plaatjes op een bladzijde. Hoeveel bladzijden kan hij volmaken?

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Rekenen Cito M5 oefenen.
Advertisements

Rekenen Cito M6 oefenen.
Vraag 1 Het oude record van Wadoebi op de 100 meter was seconden. Hij verbetert zijn record met 4/100ste seconde. Wat is zijn nieuwe record?
Voorzetsels.
De schaal Hoe bereken je die?.
Informatieavond OBS De Werkschuit
Wat kost 1 hamer?.
Bart en Lisa Oefenen rekenen E4.
Wij oefenen voor Cito Rekenen-Wiskunde E5 Deel 2
Wij oefenen voor Cito Rekenen-Wiskunde E5 Deel 1
Familie Tupker Oefenen rekenen E5.
Vraag 1: 5x6x9= Vraag 2: De meester koopt 5 schriften. 1 schrift kost 1,20 euro. Hoeveel moet de meester betalen? 6,00 euro 5,80 euro 6,20.
Wiskunde A of B?.
Geleedpotigen, kolonies, en honing.
Toepassingen 5L week 2: ‘Vakantieherinneringen’ Ik bereken het gemiddelde: 1.Ik tel alle waarden op. 2.Ik deel dat door het totaal aantal waarden. 3.Het.
Vraag 1: Het aantal inwoners van Obelin is in zes jaar van naar een kwart miljoen gestegen. Hoeveel inwoners zijn er in die zes jaar bijgekomen?
Toepassingen 5L week 16: ‘Op tocht door vrijetijdsland’ ongelijke verdeling op basis van verschil of som van de delen op basis van verhouding tussen de.
Blok 1A Quiz week 1 (T) Leerdoelen vr. 1 en 2: Cijferend optellen en aftrekken tot met 2 of 3 getallen; Leerdoelen vr. 3 en 4: Breuken: een deel.
Blok 1A Quiz week 1. 1 Welk getal hoort tussen 101 – 200? AB CD Waar horen de andere getallen?
Verhaalsommen groep 8. Peter doet mee aan de 10 km hardlopen. De baan is 400 m per ronde. Hoeveel ronden moet Peter lopen? a)15c) 20 b) 25d) 30.
Zoek de het juiste antwoord 100 cm1 meter Tien voor drieKwart over drieKwart over tien Tien uurDrie uurKwart over elf next.
Zoek de het juiste antwoord 100 cm1 meter 100 meter1000 centimeter100 decimeter 1000 meter2000 meter meter next.
1 millimeter dik 6 millimeter regen? 4 millimeter groot 2 millimeter groot.
Toets Introductie Made by: Jasper Luuk en lan. Opdracht 1 hoofdrekenen 1= 5 = 9 = 13 = 2= 6= 10 = 14 = 3= 7 = 11 = 15= 4 = 8 = 12 =
Manon koopt een paar laarsjes van €93,45. Zij betaalt met een biljet van 100 euro. Hoeveel geld krijgt zij terug?
Jeroen zaagt de plank precies doormidden. Hoeveel centimeter wordt elk stuk? 70 cm.
Rekenquiz. Vraag 1. Decimale getallen Zet de decimale getallen van groot naar klein. Welk getal komt er in het rode vak? 7,431,684,295,051,667,493,49.
Er zijn 12 paarden. 4 paarden lopen buiten. De andere paarden zijn in het hok. Hoeveel paarden staan in het hok?
Kinderen effectief helpen met rekenen
Rekenen!!! cito.
Meten en meetkunde in het verkeer
Meten en meetkunde in het verkeer
Toepassingen 5de leerjaar.
Vandaag: Restant les 3 Verhoudingen
Herhalen schaal Schaal is een verhouding.
Deze les hoofdrekenen les 1 vervolg
In een speeltuin zijn 44 kinderen aan het spelen.
Kaartjes kopen 1 kaartje voor de dierentuin kost € 7 ,-. Moeder koopt 4 kaartjes. Hoeveel euro moet ze betalen?
Op een kasteel wonen vier broers, wie is de oudste broer?
les 3 digitale rekenblokken Verhoudingen in context situaties
Les 8 meten en meetkunde in huis
Oefenen CITO rekenen M6.
Les 8 Meten en meetkunde in huis
twee kinderen maken n sneeuwpop. als er nu zes kinderen zijn?
Lesbrief procenten.
Deze les Nabespreken toets
Beste Havo 4..
Kort herhalen les 3 voorbeeld toets som camping
Rekenen Verhoudingen 2f
Snelheid Module 3 Basisstof 3.
Mens & Maatschappij Leerjaar 2
Jeroen zaagt de plank precies doormidden.
Wat is dan de temperatuur in Kelvin?
Het aantal inwoners in Nederland is 16,8 miljoen.
Mondeling Nederlands Cursus 3 – Module 5 Dag 1.
Hoofdstuk 32 PROBLEEM OPLOSSEN. Hoofdstuk 32 PROBLEEM OPLOSSEN.
Breuken vermenigvuldigen
Rekenen met kommagetallen
Rekenen MZ4.
Hoofdstuk 9 Handig rekenen 1. Hoofdstuk 9 Handig rekenen 1.
Rekenen Verhoudingen 2f
twee kinderen maken n sneeuwpop. als er nu zes kinderen zijn?
Kerstrekenen Groep 7.
Hoofdstuk 21 PROBLEEMOPLOSSEN. Hoofdstuk 21 PROBLEEMOPLOSSEN.
Hoofdstuk 12 schaal. Hoofdstuk 12 schaal Paragraaf 12.1 Schaalverdeling.
Breuken vermenigvuldigen
Verder rekenen met kommagetallen
Basis 8 geld. Basis 8 geld Paragraaf B8.1 Euro’s.
Handig rekenen & rekenregels
Transcript van de presentatie:

Wouter heeft 96 voetbalplaatjes. Hij wil deze in een album plakken. Er passen 10 plaatjes op een bladzijde. Hoeveel bladzijden kan hij volmaken?

Irma wil op vakantie een fiets huren. Per dag moet ze €7,50 betalen. Hoeveel moet ze voor 3 dagen betalen?

Met de sportdag mag Bast 2 keer verspringen. In totaal springt hij 250 cm ver. De eerste keer springt hij 105 cm ver. Hoe ver springt hij de tweede keer?

Vader wil een hek plaatsen om het weiland. Hoeveel meter is hij nodig? 250 m 100 m

Welk getal moet er bij de pijl staan?

Vader en Jacob gaan met de auto naar oma. Als ze vertrekken staat de kilometerteller op: Als ze bij oma aankomen staat de kilometerteller op : 460 Hoeveel kilometer hebben ze gereden? 498

Jorien koopt van haar verjaardagsgeld nieuwe skeelers en beschermers. Hoeveel moet ze betalen? € 59 € 34

Jasper heeft 20 briefjes van 5 euro. Hij wil deze wisselen voor briefjes van 50 euro. Hoeveel briefjes van 50 euro krijgt hij?

Vader en moeder gaan met Josien (6 jaar) en Sjoerd (9 jaar) naar de dierentuin. Hoeveel moeten ze betalen? Kinderen 0 t/m 2 jaargratis Kinderen 3 t/m 11 jaar€ 11,50 Volwassenen€ 13,00 65+€ 12,00 Groepen v.a. 20 pers.€ 10,00

Merle heeft 5 volle spaarkaarten. Hoeveel zegels heeft zij in totaal?

Welke twee getallen zijn samen 1000?

Kies uit: millimeter, centimeter, meter, kilometer. De fiets is 160 ………… hoog.

Hoeveel stukjes heeft de hele puzzel?

Er gaan 54 kinderen mee naar de Struinwaard. In elk groepje komen 6 kinderen. Hoeveel groepjes worden er gemaakt?

Het parkeren kost 20 cent per kwartier. Frank parkeert 1 ½ uur. Hoeveel cent moet hij betalen?

De boeken van ‘De bende van de Korenwolf’ kosten 11 euro per stuk. Daan koopt 5 boeken. Hoeveel moet hij betalen?

De zomervakantie duurt 6 weken. De helft van de vakantie gaat Roos naar Frankrijk. Hoeveel dagen is zij in Frankrijk?

Selma wil 4 potten koffie zetten. Hoeveel schepjes koffie moet zij nemen? 8 schepjes voor 1 pot koffie.

De bakker maakt 44 oranje tompoucen. Hoeveel doosjes kan hij vullen?

Lisa wil met de bus van half 10. Ze gaat een kwartier voor die tijd weg. Hoe laat gaat Lisa weg?