PERSOONLIJK EN BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten © Noordhoff Uitgevers bv 2013 2 havo/vwo 2E.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Met symbolen van Montessori
Advertisements

Taaloefeningen.
Grammatica hst. 1 t/m 3 Woordsoorten Zinsdelen PV H1 WG LW H. 1 NG BNW
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
Taalbeschouwing 2 Taalleesboek 1 53 t/m 55. een enkelvoudig zelfstandig naamwoord (als onderwerp van een zin) krijgt een enkelvoudig gezegde 1=1 een meervoudig.
Management en Organisatie © 2009 | Noordhoff Uitgevers bv.
Bezittelijk voornaamwoord
Nederlands Woordsoorten.
WERKWOORDSPELLING Hoe doe je dat ?.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
2. Grammatica en spelling
Succesvolle bedrijven © 2011 | Noordhoff Uitgevers bv.
Wat gaan we doen vandaag?
Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde
Hoofdstuk 4 Grammatica woordsoorten
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
GRAMMATICA Groepjes woorden uit een zin die bij elkaar horen:
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 1 Grammatica woordsoorten
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Sales Management © 2014 | Noordhoff Uitgevers bv.
Sales Management © 2014 | Noordhoff Uitgevers bv.
Marketing vastgoed © 2012 | Noordhoff Uitgevers bv.
Sales Management © 2014 | Noordhoff Uitgevers bv.
Woordsoorten Maud Hutten.
Taaloefeningen.
Bezittelijk voornaamwoord
Woordsoorten benoemen
Nederlands Woensdag 6 januari 2va.
 Bepaald?  Bepaald:De het  Bepaald: de het  Onbepaald?
VRIJDAG 4 MAART NEDERLANDS. PROGRAMMA 15 minuten lezen Herhalen hoofdstuk 4 Oefeningen maken (TEST of oefenen op de site NN)
Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord
Werkwoordspelling -d of –t?
Sales Management © 2014 | Noordhoff Uitgevers bv.
Grammatica woordsoorten H1 t/m H6
De grote Grammatica woordsoorten Quiz!
Grammatica woordsoorten Aanwijzend en vragend voornaamwoord.
GRAMMATICA BLOK 1 T/M 4 Uitleg en voorbeelden Woordsoorten Basis leerjaar 4.
Hoofdstuk 5 Grammatica zinsdelen Meewerkend voorwerp.
Grammatica woordsoorten
Grammatica woordsoorten H1 t/m H6
Woordenschat H4 In deze powerpoint: Opfrissen: Wat is een voorzetsel?
Engels Alles nog even herhalen hoofdstuk 13 Nu Engels boek B
Betrekkelijk voornaamwoord
Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten
Woordbenoemen Groep 6 en 7.
3a Grammatica
Zelfstandig naamwoord
Hoofdstuk 1 Grammatica woordsoorten
Verschil: redekundig en taalkundig ontleden
Hoofdstuk 2 Grammatica woordsoorten
Wedekerend ww en vnw Wederkerig vnw
Onbepaald voornaamwoord
Aanwijzend voornaamwoord
Laatste letter: -t of -d
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Grammatica hoofdstuk 1.
Hoofdstuk 5 Grammatica en spelling
Grammatica woordsoorten
Extra oefenen Hoofdstuk 1 & 2 Ta!ent: Grammatica & Spelling
GRAMMATICA Unit 3 klas 2 Aanwijzende voornaamwoorden, bezittelijke voornaamwoorden, de voltooide tijd en het lidwoord a/ an.
Woordsoorten: Lidwoorden
Aanwijzend voornaamwoord
Hoofdstuk 5 Grammatica woordsoorten
Woordbenoemen Zelfstandig naamwoord, eigennaam, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, telwoord.
WOORDSOORTEN HAVO-2.
Transcript van de presentatie:

PERSOONLIJK EN BEZITTELIJK VOORNAAMWOORD Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten © Noordhoff Uitgevers bv havo/vwo 2E

Wat is een persoonlijk naamwoord? Persoonlijke voornaamwoorden (pers.vnw) verwijzen naar personen. Voorbeeld: Zij wil verkering met hem. pers.vnw verwijzen ook naar dieren, voorwerpen of onzichtbare dingen zonder dat het bij naam wordt genoemd. Voorbeeld: Poes Suus wil niet dat je haar optilt.

Wat is een persoonlijk naamwoord? enkelvoud meervoud onderwerp Ikloop naar de brievenbus. Jij, je, ueet kauwgom. Hij, zij, ze, het, ‘t zet de bloemetjes buiten. onderwerp Wij / wezien wel. Jullie / uzingen uit volle borst. Zij / zekopen krentenbollen.

Wat is een persoonlijk naamwoord? enkelvoud meervoud geen onderwerp mij, meFreke heeft aan mij beloofd niets verder te vertellen. jou, je, uHeb ik jou niet eerder gezien? hem, ‘m, haar, ze, ‘r, het, ‘t Het cadeau moet je aan haar geven. geen onderwerp onsDie wedstrijdshirts zijn van ons. jullie / uDeze wedstrijdshirts zijn van jullie. hun / hen / ze Het geheim heb ik aan hen verteld.

Lidwoord of persoonlijk voornaamwoord? ‘Het’ kan een lidwoord of een persoonlijk voornaamwoord zijn. Het lidwoord het wordt opgevolgd door een bijvoeglijk naamwoord of een zelfstandig naamwoord. Het persoonlijk voornaamwoord het wordt opgevolgd door een werkwoord en kun je vervangen door ‘dat’. Een persoonlijk voornaamwoord moet verwijzen naar iets of iemand Voorbeeld: Het is goed. Dat is goed.

Lidwoord of persoonlijk voornaamwoord? 1. Het gaat niet goed met de pasgeboren giraffe. 2. Het aantal inbraken is fors gestegen. 3. Het skiet en het is groen, rara… wat is het? persoonlijk voornaamwoord lidwoord 3 x persoonlijk voornaamwoord

Wat is een bezittelijk voornaamwoord? Een bezittelijk voornaamwoord (bez.vnw) geeft aan van wie iets is. Een bezittelijk voornaamwoord staat voor een zelfstandig naamwoord. Soms staat er een bijvoeglijk naamwoord tussen. enkelvoud mijn, m’n, jouw, je, uw, zijn, z’n, haar, d’r (nieuwe) sneakers meervoud jullie, hun, uw (nieuwe) sneakers ons(nieuwe) sneakers onze(nieuwe) sneakers

Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord? Let op! Mijn rekenmachine ligt nog op mijn bureau. Mag ik even die van jou lenen?  ‘jou’ staat achter het bezit. Dan is het een persoonlijk voornaamwoord. TIP: let op de spelling van de persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden.

persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord? 1. Om je voic af te luisteren bel je Waarom verft zij haar haar zo blond? 3. Is deze lippenstift van haar? 4. Zijn jullie er klaar voor? 5. Gefeliciteerd met de geboorte van jullie zoon. 6. Met mij gaat alles goed. bez.vnw pers. vnw bez.vnw pers.vnw bez. vnw