CSPE 2012 Minitoets 8

Vraag 1 Hoe nauwkeurig kun je deze schuifmaat aflezen ? Antwoord: 2 1.tot op 0,01 mm 2.tot op 0,05 mm 3.tot op 0,1 mm 4.tot op 0,5 mm Nul-streep 0,1 mm De helft van 0,1mm, dus 0,05mm

Vraag 2 Antwoord: 2 Wat is de naam van dit lasproces ? 1.autogeen lassen 2.lassen met beklede elektrode 3.MIG/MAG lassen 4.onder poederdek lassen

Vraag 3 Waardoor voorkom je het vastlopen van een zaagblad ? 1.door een dikker zaagblad te nemen 2.door een langer zaagblad te nemen 3.door een zaagblad met een tandzetting te nemen. 4.door een zaagblad met meer tanden per inch te nemen Antwoord:3 De tanden zijn om-en-om iets naar buiten gezet Hierdoor ontstaat extra ruimte waardoor de zaag niet vastloopt

Vraag 4 Je moet een gat boren van 20 mm in een plaat van 1 mm dik. Welke boor is hiervoor het meest geschikt ? 1.boor 1 2.boor 2 3.boor 3 4.boor 4 Antwoord:1 plaatboorverzinkboorcenterboor spiraalboor

Vraag 5 Wat voor type bewerking is plasmasnijden ? Antwoord:2 1.autogeen snijden 2.thermisch snijden 3.verspanende bewerking 4.vervormende bewerking

Vraag 6 Wat is de naam van een lijn waar bij het buigen geen rek of stuik optreedt ? Antwoord:4 1.centerlijn 2.gestrekte lijn 3.Middenlijn 4.neutrale lijn rek Stuik Neutrale lijn

Vraag 7 Welke laspositie zie je op de afbeelding ? Antwoord:1 1.positie 1 2.positie 2 3.positie 3 4.positie 4

Vraag 8 Op een werktekening staat de maat 23± 0,5 aangegeven. Antwoord:2 1.0,5 mm 2.1 mm 3.22,5 mm 4.23,5 mm Hoe groot is het tolerantieveld van deze maat ? 23±0,5 wil zeggen: Grootste grensmaat 23+0,5= 23,5mm Kleinste grensmaat23 -0,5= 22,5mm Tolerantie 1,0mm

Vraag ,1 mm 2.+0,2 mm 3.74,9 mm 4.75,2 mm Antwoord:4 Op een werktekening staat de maat 75 +0,2 - 0,1 Hoe groot is de grootste grensmaat ? grootste grensmaat kleinste grensmaat grootste grensmaat: 75,0+0,2 = 75,2mm

Vraag 10 1.dubbel wisselventiel 2.enkel wisselventiel 3.Overdrukventiel 4.tweedrukventiel Antwoord:4 Wat is de naam van dit ventiel ? Tabellenboek ‘pneumatiek’ Hier vind je op blz. 153 linksonder het EN-ventiel

Vraag ,001 mm 2.0,01 mm 3.0,1 mm 4.1 mm Antwoord:2 Van een beugelschroefmaat is het volgende gegeven: -de meettrommel heeft 50 delen; -de spoed van de draadspil is 0,5 mm; Je verdraait de meetrommel 1 streepje Hoeveel is dan de meetstift verplaatst ? Als je maar 1 streepje verdraait dan verplaats je de stift 1/50 e deel van de spoed 1 streepje verplaatsing De meetstift komt dan verder naar buiten Dat zijn de 50 streepjes één keer rond = 50 streepjes verdraaiing= 0,5 mm verplaatsing van de meetstift 1/50 x 0,5mm = 0,01mm

Vraag 12 1.Dat de twee hoeklassen een tussenruimte van 15 mm hebben. 2.Dat de twee hoeklassen 15 mm lang zijn. 3.Dat de twee hoeklassen 30 mm lang zijn. 4.Dat 15 hoeklassen 2 mm lang zijn. Antwoord:2 Wat betekent 2x15 in deze lasaanduiding ? Bij een hoeklas moet altijd maat a of z worden aangegeven Aantal lassen laslengte Afstand tussen de lassen