LEZEN 3.4 PUBLIEK, TEKSTDOEL, TEKSTSOORT. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE.. Hoe een schrijver rekening houdt met zijn publiek bij het schrijven van.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Schema en synthese van een zakelijke tekst
Advertisements

THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD
Zakelijk lezen Nederlands.
tekstsoort, -doel + tekstvorm
Nieuwsbegrip Doel van deze les:
Cursus Lezen 5 vwo.
Hoofdstuk 3 terugblik.
Feiten, meningen en argumenten
Chronologisch/Opsommend/tegenstellend/vergelijkend
Leesvaardigheid Hoofdstuk 1 t/m 3
inleiding leesvaardigheid Leesstrategieën & schrijfdoel
Teksten schrijven. Teksten schrijven Teksten schrijven – Waar gaat het over Onderwerp Titel Lead Tussenkopjes Illustraties Woorden vet/cursief.
Tekstverbanden en signaalwoorden
Tekstsoort en tekstdoel
Hoofdstuk 2 par 1 Schrijfdoelen.
Begrijpend leesstrategieën, verbanden, signaalwoorden
Nederlands Vrijdag 11 maart 2VA.
Leesvaardig Examentraining.
Leespubliek. Spoorboekje Even opfrissen Oefening leespubliek Bespreken oefening Wat gaan we leren?: Je kunt vertellen wat een leespubliek is en naar welke.
Activerende teksten.
FICTIE 1.1 VERHAALPERSONEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE Wat een verhaalprobleem/thema is en hoe dit verwoord wordt. Hoe spanning ontstaat en welke.
LEZEN 4.2 BETOOG, SOORTEN ARGUMENTEN EN KRITISCH LEZEN VAN EEN BETOOG.
Effecten van taal Onderzoek naar wat woorden, zinsconstructies en tekststructuren doen met de ontvanger.
LEZEN 3.4 FUNCTIES VAN TEKSTGEDEELTEN. KLAAR MET DE TOETS? Kijk de paragraaf lezen 3.4 na (zie antwoorden in je ) Meld jezelf aan op Google Classroom.
HFD3: CHRONOLOGISCH/OPSOMMEND/ TEGENSTELLEND/VERGELIJKEND HFD4: CONCLUDEREND/VOORWAARDELIJK/ OORZAKELIJK/REDENGEVEND Verbanden in een tekst.
LEZEN 2.4 INFORMATIEVE TEKSTEN, INTERVIEWVERSLAG, INLEIDING EN SLOT EN FUNCTIES DAARVAN.
WOORDEN 2.7 HOMONIEMEN. WAT GAAN WE DEZE LES LEREN? 1.De betekenis van de leerwoorden in deze paragraaf. 2.Wat homoniemen zijn.
LEZEN 5.4 BESCHOUWING. DEZE LES LEER JE: Wat de tekstvorm ‘beschouwing’ is. Welke tekstdoel een beschouwing heeft. Hoe een beschouwing is opgebouwd. Wat.
Lezen, schrijven en argumenteren
Een beoordeling schrijven
Cursus Leesvaardigheid
Betrekkelijk voornaamwoord
Leesvaardig Nederlands T23.
Taal en woordenschat h3 Werkwoorden met vaste voorzetsels
Lezen 1.2 Leesstrategieën, tekstverband/signaalwoorden onderwerp en hoofdgedachte.
Overtuigende tekst/betoog
Fictie 2.1 tijd.
Een reisverslag schrijven
Tekstsoort en tekstdoel
7 lessen tot het eindexamen – Tips en Tricks
Tekstverbanden en signaalwoorden
Woorden/uitdrukkingen met een vast voorzetsel
Aantrekkelijk formuleren
Fictie 2.1 tijd.
Mannelijke en vrouwelijke woorden
Schrijven Een Verslag.
H1, H2, H3 Nieuw nederlands Klas 3
Paragraaf lezen h5 Feiten, meningen en argumenten
Les 1 Doelgroep: mbo niveau 4 – taalreferentieniveau 3F Docent: Anja Vergeer-Negenman Nederlands leesvaardigheid.
Lezen Onderwerp en hoofdgedachte
Tekstverbanden en signaalwoorden
Tekstverbanden en signaalwoorden
Lezen samenvatten.
Soorten zinnen en verbindingswoorden
Een RECENSIE schrijven
Een instructie schrijven
Recensie schrijven Klas 1e , RSFN.
4 havo Schrijflijn les 2
Inleiding, slot, functies, samenvattend tekstverband
Informatieve teksten, interviewverslag
teksten Een tekst vormt een samenhangend geheel
Betrouwbaarheid van teksten: kritisch lezen
diagnostische toets leesvaardigheid
Boekpresentatie.
Gerben Scholman, Davy Westra, Stef kaptein, Matthijs Roozendaal
Van alle markten thuis Perron 1 – les 1.
lezen Feiten, meningen en argumenten
Van alle markten thuis Perron 1 – les 23.
Schrijven 2.7 en 2.8 Formuleren en stijl 3.1
Belangrijke begrippen ‘Lezen’
Transcript van de presentatie:

LEZEN 3.4 PUBLIEK, TEKSTDOEL, TEKSTSOORT

AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET JE.. Hoe een schrijver rekening houdt met zijn publiek bij het schrijven van een tekst Welke tekstdoelen –soorten, en –vormen er zijn. Twee nieuwe tekstverbanden/signaalwoorden

WAT GAAN WE DOEN DEZE LES? Start paragraaf 3.4 lezen met korte opdracht Stuk theorie Maken opdr 1 tm 6

*VOOR WELK PUBLIEK ZIJN DEZE TEKSTEN/BOEKEN DENK JE? *WAAROM DENK JE DAT? *WAAR HEEFT DE SCHRIJVER TIJDENS HET SCHRIJVEN REKENING MEE GEHOUDEN?

DOEL>SOORT>VORM Krantenbericht, schoolboekinstructie, handleiding Amuseren- de teksten Activerende teksten Betogende teksten Informatieve teksten informeren Verhaal, roman, cartoon, column Reclametekst, advertentie, pamflet Recensie, bespreking, beschouwing Binnen één tekst> verschillende tekstdoelen. Vraag jezelf ALTIJD af: wat is het hoofddoel/wat wil de schrijver van mij?? overtuigen activeren amuseren tekstvorm tekstdoel tekstsoort

TEKSTVERBANDEN H1 TekstverbandSignaalwoordenVoorbeeld opsommendTen eerste, tweede, ook, eveneens, verder, tevens, verder, ten slotte Ten eerste vind ik Nederlands leuk, ten tweede erg uitdagend en ten slotte geweldig! tijdsvolgordeEerst, intussen, terwijl, toen, vervolgens, daarna, voordat/nadat, ten slotte Meneer Vrancken legt eerst wat uit en daarna moet de leerlingen aan hun werk gaan. tegenstellendMaar, echter, evenwel, toch, daarentegen, enerzijds/anderzijds Meneer Vrancken is net nieuw, maar hij voelt zich al helemaal thuis.

TEKSTVERBANDEN H2 TekstverbandSignaalwoordenVoorbeeld UitleggendBijvoorbeeld, dat wil zeggen, met andere woorden, zoals Meneer Vrancken vindt dit een leuke klas. Met andere woorden: hij komt hier graag! redengevendWant, omdat, daarom, immers, namelijk Er stond een file en daarom ben ik te laat! concluderendMaar, echter, evenwel, toch, daarentegen, enerzijds/anderzijds Meneer Vrancken is net nieuw, maar hij voelt zich al helemaal thuis. vergelijkendNet als, zoals, evenals Deze les is interessant, net als de vorige les!

TEKSTVERBANDEN H3 1.Doordat het regende werden de straten nat 2.Ten gevolge van de file op de A12 kwam dhr Vrancken te laat. 3.Dhr. Vrancken was te laat in de les, waardoor 2th3 er niet in kon. Om wat voor een soort tekstverband denk je dat het gaat in onderstaande zinnen? Aan welke woorden herken je dat? Onderstreep deze woorden. 1.Dhr. Vrancken gebruikt een binnendoorweg om op tijd te zijn. 2.PowerPointlessen gebruikt Dhr.Vrancken om zijn lessen te geven. 3.Het boek is het middel waarmee hii de PowerPoint maakt.

TEKSTVERBANDEN H3 1.Doordat het regende werden de straten nat 2.Ten gevolge van de file op de A12 kwam dhr Vrancken te laat. 3.Dhr. Vrancken was te laat in de les, waardoor 2th3 er niet in kon. 1.Dhr. Vrancken gebruikt een binnendoorweg om op tijd te zijn. 2.PowerPointlessen gebruikt Dhr.Vrancken om zijn lessen te geven. 3.Het boek is het middel waarmee hii de PowerPoint maakt. 1.Doordat het regende werden de straten nat 2.Ten gevolge van de file op de A12 kwam dhr Vrancken te laat. 3.Dhr. Vrancken was te laat in de les, waardoor 2th3 er niet in kon. 1.Dhr. Vrancken gebruikt een binnendoorweg om op tijd te zijn. 2.PowerPointlessen gebruikt Dhr.Vrancken om zijn lessen te geven. 3.Het boek is het middel waarmee hii de PowerPoint maakt. Oorzaak/gevolg Doel-middel

Maken opdrachten lezen 3,4 1 t/m 6 HUISWERK