preek
Genadegaven vergaan, de liefde blijft.
1 Nu is het stukwerk, straks is het volmaakte.
Genadegaven vergaan, de liefde blijft. 1 Nu is het stukwerk, straks is het volmaakte.
Genadegaven vergaan, de liefde blijft. 1 Nu is het stukwerk, straks is het volmaakte.
Genadegaven vergaan, de liefde blijft. 1 Nu is het stukwerk, straks is het volmaakte. 2 Nu is het onvolgroeide, straks het volgroeide.
Genadegaven vergaan, de liefde blijft. 1 Nu is het stukwerk, straks is het volmaakte. 2 Nu is het onvolgroeide, straks het volgroeide.
Genadegaven vergaan, de liefde blijft. 1 Nu is het stukwerk, straks is het volmaakte. 2 Nu is het onvolgroeide, straks het volgroeide.
Genadegaven vergaan, de liefde blijft. 1 Nu is het stukwerk, straks is het volmaakte. 2 Nu is het onvolgroeide, straks het volgroeide. 3 Nu is het wazig, straks krijg je het volle zicht.
Genadegaven vergaan, de liefde blijft. 1 Nu is het stukwerk, straks is het volmaakte. 2 Nu is het onvolgroeide, straks het volgroeide. 3 Nu is het wazig, straks krijg je het volle zicht.
Genadegaven vergaan, de liefde blijft. Zie genadegaven in de goede verhouding.
Genadegaven vergaan, de liefde blijft. Zie genadegaven in de goede verhouding.
Genadegaven vergaan, de liefde blijft. Zie genadegaven in de goede verhouding.
Genadegaven vergaan, de liefde blijft. Wat zien we straks als we wel volgroeid zijn?
Genadegaven vergaan, de liefde blijft. Wat zien we straks als we wel volgroeid zijn? 1 God zelf!
Genadegaven vergaan, de liefde blijft. Wat zien we straks als we wel volgroeid zijn? 1 God zelf! Jezus Christus!
Genadegaven vergaan, de liefde blijft. Wat zien we straks als we wel volgroeid zijn? 1 God zelf! Jezus Christus! 2 Geloof, hoop en liefde.
Genadegaven vergaan, de liefde blijft. Wat zien we straks als we wel volgroeid zijn? 1 God zelf! Jezus Christus! 2 Geloof, hoop en liefde.
Genadegaven vergaan, de liefde blijft. Wat zien we straks als we wel volgroeid zijn? 1 God zelf! Jezus Christus! 2 Geloof, hoop en liefde.