Charles Darwin Evolutietheorie. een geleidelijke ontwikkeling waarbij uit eenvoudig gebouwde soorten nieuwe ingewikkelder gebouwde soorten ontstaan.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Basisstof 6 Evolutie.
Advertisements

Life in the universe.
Evolutie Analoge en homologe organen.
Basisstof 7: Onderzoeksmethoden
Argumenten voor evolutie
Schepping of Evolutie.
Evolutie Thema 6.
Het ontstaan van de aarde (2)
HET ONTSTAAN DER SOORTEN
Ontstaan van de eerste levensvormen……
Evolutie Basisstof 4 en 5.
Ontstaan van leven op aarde
2.3 Evolutietheorieën Historisch overzicht Leestekst – Inleiding
EVOLUTIE en INFORMATIEOVERDRACHT
Evolutietheorie.
Geologie.
Evolutie van ééncelligen tot zoogdieren
De evolutie van de mens Presentatie door Frederiek Millecam, David De Bie ,Jurgen De Vos Bron : cursus natuurwetenschappen 6BI.
Evolutie Thema 6.
Het ontstaan der soorten
De ontwikkeling van leven
Kenmerkende dieren (fossielen)
Ontstaan van soorten Naar de vragen
Instapquiz AK HAVO 3 Periode 1
Instapquiz AK HAVO 3 Periode 1
Vorige keer…. Genotype/Fenotype
Vorige keer…. De ontwikkeling van het leven in het water.
Vorige keer…. Argumenten voor de evolutietheorie: - Fossielen - Overeenkomsten in bouw - Rudimentaire organen - Overeenkomsten bij embryonale ontwikkeling.
Vorige keer…. De evolutietheorie gaat uit van: - Verandering in genotypen - Natuurlijke selectie - Het ontstaan van nieuwe soorten Mutanten binnen een.
Basisstof 1: De evolutietheorie
Thema 5: Erfelijkheid en evolutie
413 – ECOLOGIE.
Dinosaurussen Deze voorstelling gaat over de dinosaurussen. Dino’s zijn dieren die heel lang geleden op de aarde leefde. Door deze voorstelling leren jullie.
B. Stof 3 Hoofdthema’s in de Biologie
Evolutie les 2 Aanwijzingen over de evolutie van het leven.
Erfelijkheid.
Ordening en Evolutie ‘Het is een teken van een geschoolde geest als iemand kan nadenken over een gedachte zonder ze te aanvaarden’  Aristoteles.
Terugblik BS 1 en 2 Biologie is de studie van organismen (levende wezens)
Nectar Hoofdstuk 20: Evolutie
26.4 Evolutie Meer dan tweeduizend jaar geleden: Griekenland
Aarde 3 havo Hoofdstuk 2 Aarde § 4.
DNA-technologie 1 Virus plaatst zijn eigen DNA (of RNA) in het DNA van de gastheercel, waardoor deze de bouwstenen van het virus kan maken.DNAbouwstenen.
Darwin Charles Darwin ( ) 1831: 5-jarige wereldreis “The Beagle” 1859: “The origin of species” Uitgangspunt boek: Biologische/evolutionaire.
Argumenten voor evolutie
§ 4 Het dagboek van de aarde
13.4 Evolutie van de mens.
Thema 5: Evolutie (en ordening) = biodiversiteit B
B. Stof 4 Evolutie Darwin Charles Darwin ( )
13.3 Soorten veranderen Evolutie.
Het leefde...maar hoe?.
Ecologie Thema1.
Wat is evolutie ?. Charles Darwin (1809 – 1882)
Evolutie is waar Feiten waaruit evolutie blijkt. Mensen die evolutietheorie aanvaarden.
De evolutietheorie VMBO – 2 kader Thema: Erfelijkheid en Evolutie Basisstof 4.
Examentrainer 1 Inleiding in de biologie ©JasperOut.nl.
Evolutie Thema 5 basisstof 1,2 en 3 Evolutietheorie
Charles Darwin 5 Evolutietheorie.
3 DOMEINEN Uit door endosymbiose Par. 5 blz. 112) ontstaan cellen hebben zich de huidige organismen ontwikkeld die we kunnen onderbrengen in 3 domeinen:
Hoofdstuk 1 Jagers en Boeren.
Erfelijkheid en evolutie
Thema 3 ecologie.
413 – ECOLOGIE.
Naturalis 6 Deel 2 Thema 3 EVOLUTIE.
Thema 5, evolutie.
Transcript van de presentatie:

Charles Darwin Evolutietheorie

een geleidelijke ontwikkeling waarbij uit eenvoudig gebouwde soorten nieuwe ingewikkelder gebouwde soorten ontstaan Evolutie is Soorten veranderen, soorten verdwijnen er er ontstaan nieuwe soorten

De evolutietheorie is gebaseerd op: De natuur selecteert degene uit die het beste is aangepast aan zijn omgeving Er bestaan kleine verschillen tussen individuen van dezelfde soort

Normale vorm Witte ogen Vleugelstompjes Zwart lichaam Er bestaan kleine verschillen tussen individuen van dezelfde soort

Natuurlijke selectie: Het snelste konijn weet te ontsnappen

Uitgestorven voorouder giraffeokapi

Sommige giraffen hadden een iets langere nek dan andere dieren. Zij konden aan meer bomen bladeren eten. Zij hadden een grotere overlevingskans Ze kregen meer nakomelingen dan de giraffen met een kortere nek en gaven het gunstige genotype door aan hun nakomelingen

Diersoort leeft in een bepaald gebied De dieren worden gescheiden Het milieu gaat verschillen en de beste worden uitgeselecteerd. Na vele jaren verschillen de dieren zoveel dat ze zich niet meer onderling kunnen voortplanten

Vóór de industriële revolutieNa de industriële revolutie Het voorkomen van mutanten binnen de soort is belangrijk voor het voortbestaan van de soort. Als de omstandigheden veranderen zijn er altijd wel een paar organismen, die er tegen kunnen en dus overleven en zich verder voortplanten

Darwinvinken

sediment Skelet van een vis Sedimentlaag sluit het organisme af van zuurstof geen zuurstof  geen rotting Zeebodem is gestegen en later gebroken door geologische krachten

De arm van een vleermuis, dolfijn, mol en mens hebben een totaal verschillende functie maar ze hebben dezelfde bouw. Opperarmbeen, spaakbeen, ellepijp, 5 vingers Dit wijst op een gemeenschappelijke voorouder

Een rudimentair orgaan is een orgaan dat geen functie meer heeft en dus komt bijna niet tot ontwikkeling Aanwezigheid van een bekken bij de walvis wijst er op dat de voorouders op het land leefden. Aanwezigheid van een blinde darm bij de mens wijst er op dat de voorouders planteneters waren.

Ontstaan van leven Door blikseminslagen, vulkaanuitbarstingen ontstonden in de zee ingewikkelde chemsiche verbindingen. Uit deze “oersoep” is waarschijnlijk leven ontstaan. Toestel van Miller bootst de omstandigheden van 4 miljard jaar geleden na. Gassen uit vulkaan, bliksem, enz. Er ontstonden bouwstenen van het leven  aminozuren = Eiwit  nucleïnezuen = DNA

65 miljoen jaar geleden. Inslag van een enorme meteoriet. Zwarte wolken van roet en stof hebben vermoedelijk zoveel zonlicht tegengehouden dat het op de hele aarde vrijwel donker werd en de temperatuur sterk daalde. Weinig fotosynthese  uitsterven grote planteneters  uitsterven grote vleeseters

Embryologische ontwikkeling

Fossielen van de ontwikkeling van de olifant

Arceopterix heeft kenmerken van een reptiel ( bek met tanden, klauwtjes aan vleugels) maar heeft ook het belangrijkste kenmerk van een vogel (veren)

evolutie Natuurlijke selectie Veranderd milieu Scheiding verandering selectie Nieuwe soort Zelfde bouwplan DNA rudiment meteoriet uitsterven fossiel verwantschap Darwin MINDMAP EVOLUTIE mutanten ontstaan