Dictee spelling
Werkwoorden 1.Toen zij smashte, verzwikte ze haar enkel, waarop de fysiotherapeut die intapete.
Werkwoorden 2.Er wordt gevreesd dat de geplante olijfbomen door de hagel beschadigd zijn.
Leestekens 3.“Waarom,” wilde mijn zusje weten, “zijn bananen krom?”
Hoofdletters 4.In de middeleeuwen, toen Kerstmis altijd op een vrijdag in april viel, dronk mevrouw Van Bel uit Zuid-Holland graag een glas bordeaux bij de kerstboom.
Meervoudsvorming 5.De introducees organiseerden een feest in pyjama’s voor luiwammesen en filosofen om gezamenlijk pinda’s te eten en ideeën uit te wisselen.
De tussenklank in samengestelde woorden 6.De aspergekweker kocht bij de groenteman in de stationsstraat een paardenmiddel tegen beroepsziekte.
Verkleinwoorden 7.Het individuutje veroorzaakte een probleempje toen ze een sms’je stuurde naar het jongetje terwijl ze op het wc’tje in het cafeetje haar bh’tje probeerde te verruilen voor een bikinietje.
Aan elkaar of los 8.Drieënzestig miljard leerlingen moesten water drinken nadat het veelbesproken lagereschoolhoofd hen tijdens het lesgeven alcoholhoudende dranken had laten drinken.
Liggend streepje 9.De oud-leerling wilde zo-even de havoleerling na-apen door net als veel Noord-Franse hbo-studenten tijdens college-uren afwezig te zijn.
Trema 10.Drieënzeventig genieën gaven toe in de chaos van de begroeiing beangstigend veel cocaïne gebruikt te hebben.
Accenten 11.Zonder gêne toonde de caissière haar decolleté al tijdens de eerste scène van de première.
Accenten 12.De prostituee en de maîtresse aten heel cliché een crêpe met paté in de coupé op weg naar hun etage boven het café.
Probleemwoorden 13.Onmiddellijk begon ik nochtans hartgrondig te twijfelen of ik barbecueën wel zo interessant vond en ik besloot daarentegen naar de dichtstbijzijnde snackbar te gaan.
Beoordeling 80 fouten te maken 70% goed = 5,5 24 fout = 5,5