Ds. J. Cappon-Vogel uit Emmeloord Ouderling van Dienst : Joke Nijhuis Organist : Anne Kroeze Schriftlezing : 1 koningen 19 : Lucas 9 : 51 – 62
Liedboek 216
Welkom en mededelingen
Liedboek 84
Stilte, bemoediging en groet
Gebed om ontferming
Lb 305 : 1, 2 en 3
Alle eer en alle glorie (NLB0305 ) t. S. de Vries; m. W. Vogel
Dienst van het woord
Gebed van de zondag
Opstap voor kinderen en gemeente
Kinderen naar de nevendienst
Schriftlezing 1 Kon. 19: 19 t/m 21 (NBV) 19 Elia ging weg van de Horeb. Toen hij Elisa, de zoon van Safat, aantrof was deze aan het ploegen. Ze waren aan het werk met twaalf span ossen; Elisa liep achter het twaalfde span. Elia liep op hem af en gooide zijn mantel over hem heen.
Schriftlezing 1 Kon. 19: 19 t/m 21 (NBV) 20 Meteen liet Elisa zijn ossen in de steek en rende achter Elia aan. 'Laat mij afscheid nemen van mijn vader en moeder,' zei hij, 'dan zal ik met u meegaan.' 'Doe wat je wilt,' zei Elia. 'Ik dwing je nergens toe.'
Schriftlezing 1 Kon. 19: 19 t/m 21 (NBV) 21 Elisa ging terug, slachtte zijn ossen, braadde het vlees op het hout van hun juk en bood het zijn knechten aan. Daarna ging hij met Elia mee als zijn dienaar.
NLB 941
Schriftlezing Luc. 9: 51 t/m 62 (NBV) 51 Toen de tijd naderde dat Jezus van de aarde zou worden weggenomen, ging hij vastberaden op weg naar Jeruzalem. 52 Hij stuurde boden voor zich uit. In een Samaritaans dorp, waar ze kwamen om zijn komst voor te bereiden, 53 Wilden de dorpelingen hem niet ontvangen, omdat Jeruzalem het doel van zijn reis was.
Schriftlezing Luc. 9: 51 t/m 62 (NBV) 54 Toen de leerlingen Jakobus en Johannes merkten dat Jezus niet welkom was, vroegen ze: 'Heer, wilt u dat wij vuur uit de hemel afroepen dat hen zal verteren?' 55 Maar hij draaide zich naar hen om en wees hen streng terecht. 56 Ze gingen verder naar een ander dorp.
Schriftlezing Luc. 9: 51 t/m 62 (NBV) 57 Terwijl ze hun weg vervolgden, zei iemand tegen hem: 'Ik zal u volgen waarheen u ook gaat.' 58 Jezus zei tegen hem: 'De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, maar de Mensenzoon kan zijn hoofd nergens te ruste leggen.'
Schriftlezing Luc. 9: 51 t/m 62 (NBV) 59 Tegen een ander zei hij: 'Volg mij!' Maar deze zei: 'Heer, sta me toe eerst terug te gaan om mijn vader te begraven.' 60 Jezus zei tegen hem: 'Laat de doden hun doden begraven, maar ga jij op weg om het koninkrijk van God te verkondigen.'
Schriftlezing Luc. 9: 51 t/m 62 (NBV) 61 Weer een ander zei: 'Ik zal u volgen, Heer, maar sta me toe dat ik eerst afscheid neem van mijn huisgenoten.' 62 Jezus zei tegen hem: 'Wie de hand aan de ploeg slaat en achterom blijft kijken, is niet geschikt voor het koninkrijk van God.'
NLB 941
Overdenking
Orgelspel
Dienst van antwoord
NLB 802: 1, 4 en 6
Kinderen komen terug
Kinderlied Elb 168 : 1, 2, 3 en 7
allen: Dank U voor deze nieuwe morgen (EL 168)t. & m. M.G. Schneider
mannen: Dank U voor deze nieuwe morgen (EL 168)t. & m. M.G. Schneider
vrouwen: Dank U voor deze nieuwe morgen (EL 168)t. & m. M.G. Schneider
allen: Dank U voor deze nieuwe morgen (EL 168)t. & m. M.G. Schneider
Geloofsbelijdenis [Rem, belijdenis] voorgelezen. Afgesloten met Klein Gloria Wij beseffen en aanvaarden dat wij onze rust niet vinden in de zekerheid van wat wij belijden, maar in verwondering over wat ons toevalt en geschonken wordt;
dat wij onze bestemming niet vinden in onverschilligheid en hebzucht, maar in wakkerheid en verbondenheid met al wat leeft; dat ons bestaan niet voltooid wordt door wie we zijn en wat we hebben, maar door wat oneindig groter is dan wij kunnen bevatten.
Door dit besef geleid, geloven wij in Gods Geest die al wat mensen scheidt te boven gaat en hen bezielt tot wat heilig is en goed, opdat zij, zingend en zwijgend, biddend en handelend, God eren en dienen.
Wij geloven in Jezus, een van Geest vervulde mens, het gelaat van God dat ons aanziet en verontrust. Hij had de mensen lief en werd gekruisigd maar leeft, zijn eigen dood en die van ons voorbij. Hij is ons heilig voorbeeld van wijsheid en van moed en brengt ons Gods eeuwige liefde nabij.
Wij geloven in God, de Eeuwige, die ondoorgronde liefde is, de grond van het bestaan, die ons de weg van vrijheid en gerechtigheid wijst en ons wenkt naar een toekomst van vrede.
Wij geloven dat wij zelf, zo zwak en feilbaar als wij zijn, geroepen worden om met Christus en allen die geloven verbonden, kerk te zijn in het teken van de hoop.
Want wij geloven in de toekomst van God en wereld, in een goddelijk geduld dat tijd schenkt om te leven en te sterven en om op te staan, in het koninkrijk dat is en komen zal, waar God voor eeuwig zijn zal: alles in allen.
Aan God zij de lof en de eer in tijd en eeuwigheid Amen
NLB 195: 1 Ere zij de Vader en de Zoon en de heilige Geest, als in den beginne, nu en immer en van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen
Gebeden
Collecte : kerk
Liedboek 416
Zegen