Inkomstenbelasting en belasting op vermogen. Box 1 Box 2 Box 3 Inkomstenbelasting Schijventarief Vennootschapsbelasting 20% over de eerste €200000 winst.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
I n k o m e n s v e r d e l i n g Personele inkomens- verdeling
Advertisements

Belastingstelsel Box 1 Het schijventarief.
Hypotheekvormen Er zijn diverse hypotheekvormen mogelijk. Elke vorm met z'n eigen kenmerken en z'n eigen voordelen. Het hangt dus van uw omstandigheden.
OVERHEID. Vrije markteconomen klassieken: Vrije markteconomen: De prijs zorgt ervoor dat alle markten ruimen: al het aanbod wordt verkocht. Zij kijken.
Jong en oud Hoofdstuk 1.
Resultatenrekening.
Boxenstelsel.
Arbeidsmarkt: het geheel van vraag en aanbod van arbeid De arbeidsmarkt is een abstracte markt (géén aanwijsbare plek). De Albert Cuypmarkt in Amsterdam.
De inkomstenbelasting (en premie volksverzekering) wordt uitgerekend door middel van het schijventarief. Het schijventarief is een begrip uit de Wet op.
Netto en bruto inkomen, of belasting en sociale premies.
17.3 t/m 17.5 Sociale zekerheid, herverdeling, sociale verzekeringen en sociale voorzieningen.
HAVO 4: Jong & Oud Hoofdstuk 3: Werken en leven
VWO 4: Welvaart Hoofdstuk 4: Collectieve sector
Welvaart Hoofdstuk 4.
Belastingen Hoofdstuk 16 § 1 en 2.
Nederlandse belastingstelsel ‘Boxenstelstel’
Wonen in Nederland en werken
Grootverdiener zwaarder belast
Welvaart Hoofdstuk 4.
Inkomen 22 Begrippen H7.
Lesplanning 6.5 blz. 174 t/m 177 Binnenkomst. Intro. Uitleg docent.
Inkomsten van de overheid
Belasting & Wetgeving.
Wat is inkomstenbelasting
Belasting & Wetgeving Zelfstudie.
Recht H6 Belastingen Ondernemer. Belastbaar inkomen uit… Box 1: werk en woning Box 2: aanmerkelijk belang Box 3: sparen en beleggen 2 Inkomstenbelasting.
Inkomstenbelasting en belasting op vermogen
Rekenen.
 Om te kijken of je belegging echt beter is als je geld op de spaarrekening zetten, moet je het rendement berekenen.  Bij rendement wordt de winst vergeleken.
§7.4 Is het eerlijk verdeeld?
Aantekeningen Hoofdstuk 1
Pag 65 t/m 77. Wat gaan we doen vandaag? Even terugkomen op de inkomstenbelasting Filmpje kijken over belastingen Huiswerk nakijken Uitrekenen inkomstenbelasting.
Pag 65 t/m 77. Wat gaan we doen vandaag? Korte herhaling Uitrekenen inkomstenbelasting Kortingen op de belastingen Extra aftrekposten voor ondernemers.
Pag 65 t/m 77. Wat gaan we doen vandaag? Korte herhaling Kortingen op de belastingen Extra aftrekposten voor ondernemers Ondernemendheid voor Dummies:
De complexiteit van de eenvoud Hoe komen we van A naar B Michiel Sweers Sociale zekerheid, fiscaliteit en inkomenspolitiek | 9 februari 2012.
SpaarBV presentatie november 2015 Algemeen telefoonnummer:
Pleegkinderen en de Belastingaangifte Thema-avon ​ d Pleegouder ​ support Zeeland 4 maart 2015.
Aantekeningen hoofdstuk 2. Arbeidsovereenkomst 4.3 Wat moet je doen? Om in Nederland aan het werk te mogen is het verplicht om een arbeidsovereenkomst.
Hoofdstuk 11 De Break-Even Afzet (BEA). Wat kost internet ? Vroeger moest je internetkosten betalen per minuut. Dat ging via een vorm van bellen. Joep.
Welkom havo 4..
Hoofdstuk 1.
Hoofdstuk 1.
Financieel Hefboomeffect
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Welkom havo 4..
Welkom Havo 5..
Financieel Hefboomeffect
Welkom Havo 5..
Hst 4 Hoe wordt er gewerkt?
Hoofdstuk 8 Welvaart en groei.
Welkom 4 Havo..
Hoofdstuk 8 Welvaart en groei.
Belasting en wetgeving
Belangrijkste belastingwijzigingen per 1 januari 2018
Welkom 4 Havo..
Jongbloed Fiscaal Juristen N.V.
Opgave 1 M 1. uitverkoop Wel Geen € , € 2000 € , € 1.900
Het belastingstelsel In Nederland.
Prijselasticiteit Hoofdstuk 5 markt havo 3 & vwo 3.
LG41 IBS1.2 De bodem als basis
Project Bijbaan Havo 3.
Economische kringloop
Levensloop.
Tips en trucs en de belangrijkste veranderingen in 2018
Hein Koning Klantenavond 9 januari 2019
EPN Actualiteitendag WETSWIJZIGINGEN PER Prof. dr. Frans Sonneveldt
Leer deze zaken i.c.m. boek
Levensloop.
Intertemporele ruil overheid
Transcript van de presentatie:

Inkomstenbelasting en belasting op vermogen

Box 1 Box 2 Box 3 Inkomstenbelasting Schijventarief Vennootschapsbelasting 20% over de eerste € winst. 25% over de rest van de winst. Belasting op vermogen 30% belasting over 4% van je gemiddeld vermogen.

Stappenplan berekenen van de inkomstenbelasting. Stap 1 Stap 2 Stap 3 Bereken het belastbaar inkomen. (Soms gegeven en soms ook niet) Bereken hoeveel belasting je moet betalen over je belastbare inkomen met behulp van de schijventarieven. Kijk goed of je nog recht hebt op heffingskortingen. Deze heffingskortingen mag je in mindering brengen van het in stap 2 berekende belastingbedrag.

Box 1: Inkomstenbelasting Loon Eigenwoningforfait + Aftrekposten - ( Hypotheekrente, reiskosten of giften aan goede doelen) Belastbaar inkomen (Over dit bedrag moet je belasting betalen)

Kees (38 jaar) is een brandweerman en verdient daarmee een loon van € per jaar. Kees heeft een woning met een WOZ-waarde van € Kees heeft een hypotheek van € Daarover betaalt hij 4,5% rente. Kees moet iedere dag met de trein naar zijn werk. Hij heeft daarom € 700 aan reiskosten als aftrekpost. Bereken het belastbaar inkomen voor Kees. Loon Eigenwoningforfait Aftrekposten Hypotheekaftrek Reiskosten € Berekening eigenwoningforfait: € : 100 x 0,70= € 1435 Berekening hypotheekaftrek: € : 100 x 4.5= € 8100 € 1435 € € 700 Belastbaar inkomen: € Gegevens: - - +

Stap 2: Schijventarief Hoe hoger het berekende belastbare inkomen, hoe meer belasting je moet betalen. Daarnaast hebben we in Nederland een progressief belastingstelsel voor de inkomstenbelasting. Dit betekent dat naarmate je meer verdient het belastingpercentage hoger wordt. Hierdoor betalen rijkere Nederlanders in verhouding meer belasting. Inkomensverhoudingen tussen rijkere mensen en armere mensen worden hierdoor kleiner. Dit verschijnsel noem je ook wel met een moeilijk woord nivellering. € Schijf 4 52% € € Schijf 3 42% Schijf 2 41,95% Schijf 1 33% Belastbaar inkomen: € schijfBelastbaar inkomen % 1De eerste % 2Vanaf t/m ,95% 3Vanaf t/m % 4Vanaf %

42% 41,45% 34,15% € € € € : 100 x 34,15= € 5821 € € = € € : 100 x 41,95 =€ 6793 € 1199 : 100 x 42 = € 503 Totaal te betalen belasting: € € = € of € € 503 = € SchijfBelastbaar inkomen% tariefHeffing over totale schijven 1De eerste € ,15 %€ Vanaf € t/m € ,45 %€ Vanaf € t/m € %€ Meer dan € %/ Belastbaar inkomen € Bereken de te betalen belasting voor heffingskortingen. € – € = € 1.199

52% 42% 41,45% 34,15% € € € € : 100 x 34,15= € 5821 € € = € € : 100 x 41,95 =€ 6793 € 1199 : 100 x 42 = € 503 Totaal te betalen belasting: € € = € SchijfBelastbaar inkomen% tariefHeffing over totale schijven 1De eerste € ,15 %€ Vanaf € t/m € ,45 %€ Vanaf € t/m € %€ Meer dan € %/ Belastbaar inkomen € Bereken de te betalen belasting voor heffingskortingen. € – € = € 1.199

Stap 3: Bereken de betalen belasting na heffingskortingen Iedereen heeft recht op een algemene heffingskorting van € Daarnaast heeft kees omdat (38 jaar) is en werkt recht op een arbeidskorting van € Te betalen belasting (schijven) € Algemene heffingskorting € Arbeidskorting tot 57 jaar € Te betalen belasting box 1 € 9556

Marginale / gemiddelde belastingdruk Gemiddelde belastingdruk = Te betalen belasting Belastbare inkomen X 100 € € Stel dat gevraagd wordt bereken het gemiddelde vermogen over het belastbaar inkomen. X 100 = 27, 59% Marginale belastingdruk =Het hoogste belastingtarief voor Kees was dat 42%.

Box 3: belasting op vermogen

In deze box moet je belasting betalen op je gemiddelde vermogen. Maar makkelijker gezegd, moet je in deze box belasting betalen over je spaargeld en beleggingen. Gemiddeld Vermogen Over een gedeelte van je gemiddeld vermogen hoef je geen belasting te betalen. Het bedrag dat de overheid hiervoor heeft vastgesteld is € Heffingsvrij vermogen - Belastbaar vermogen De overheid denkt dat je 4% opbrengst kan verdienen over het belastbaar vermogen. Dus bereken 4 % van het belastbaar vermogen. Over deze 4% opbrengst, betaal je 30% belasting

Voorbeeld Kees Kees had op 1 Januari 2014 een vermogen van € Op 31 December 2014 had Kees een vermogen van € Vraag a : Bereken het gemiddelde vermogen van Kees. b : Bereken voor kees de te betalen belasting in box 3. (€ € 38000) 2 = € a b Gemiddeld vermogen € Heffingsvrij vermogen € Belastbaar vermogen € % opbrengst€ 612 Of terwijl € : 100 x 4 = € 612 Hierover betaal je 30% belasting € 612 : 100 x 30= € 183 Te betalen belasting box 3: € 183

11.13 aD b Hij betaalt alleen in schijf 4 52% c Arbeidsinkomen Eigenwoningforfait Hypotheekrente 7500 – Belastbaar inkomen Algemene heffingskorting 2007 Arbeidskorting2201 Doorwerkbonus2201 Totaal8800 d

e Belasting + premies Schijf 1: x/100 x = 5989 Schijf 2: ( ) x 42 = Schijf 3: ( – ) x 42 = 81 + Te betalen belasting voor heffingskortingen Heffinskorting Te betalen belasting na heffingskortingen 3254 f Gemiddelde belastingdruk 3254 / = 10,07 % e 42 %

11.14 a x 0.25 = Algemene Heffingskorting b Gemiddeld vermogen 4,45 miljoen + 4,75 miljoen / 2 = 4,6 miljoen Gemiddeld vermogen Heffingsvrij vermogen Extra vrijstelling Belastbaar vermogen % opbrengst % belasting Algemene heffingskorting 2007 Heffinskorting directe belegging 585 Te betalen belasting C 0,55% x = 1549

d algemene heffingskorting2007 Arbeidskorting1120 Alleenstaande ouderenkorting902 Heffinskorting totaal4029 Ev uitgedeeld in de les

Stencil oefenen Box 1 Brutoloon Eigenwoningforfait 840 Aftrekposten Belastbaar inkomen Belastbaar inkomen98840 Schijf x = 5989 over80962 Schijf x 0.42 = 5984 Over66713 Schijf x 0.42 = Over44065 Schijf x 0.52 = Te betalen belasting voor heffingskortingen = = Te betalen belasting voor heffingskortingen44398 Algemene heffingskorting 2007 Arbeidskorting 1504 Te betalen belasting na heffingskortingen40887

Stencil oefenen Box 3 Gemiddeld vermogen / 2 = Heffingsvrij vermogen Belastbaar vermogen Opbrengst 4% 4053 Belasting 30%1216 Te betalen belasting over box 1 en box = B gemiddelde belastingdruk / x 100 = 42,59 cSchijf 4 52% dit is dus haar marginale tarief.

Belastbaar inkomen Schijf x = schijf x 0.42 = Schijf x 0.42 = 5406 Te betalen belasting voor heffingskortingen = Voor heffingskortingen17379 algemene 2007 arbeidskorting 1504 Te betalen belasting na13868 Gemiddeld vermogen Heffingsvrij vermogen Belastbaar vermogen % opbrengst 173 Belasting 30% 51