Te leren voor Gramm SO 14 jan H3c. TB125  Gebruik de woorden: können dürfen wollen müssen sollen mögen wissen In de Tegenwoordige Tijd (OTT)

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Welke woorden krijgen een naamval?
Advertisements

Naamvallen In tegenstelling tot het Nederlands heeft het Duits vier naamvallen: Eerste naamval: Tweede naamval: Derde naamval: Vierde naamval: Nominativ.
G 2 The Present Perfect = De Voltooide Tijd (vtt)
Taaloefeningen. Mijn oom wil een heel mooi schilderij kopen. zin 1 Zinnen ontleden.
Taaloefeningen.
Grammatica hst. 1 t/m 3 Woordsoorten Zinsdelen PV H1 WG LW H. 1 NG BNW
Fouten met verwijswoorden
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
STAPPENPLAN GRAMMATICUS.
Bezittelijk voornaamwoord
Taaloefeningen.
Taaloefeningen. De grote man liep door de Dennenweg. zin 1 Zinnen ontleden.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Grammatica Passwort Deutsch Klas 4
2) modale hulwerkwoorden
Grammatica Nederlands
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
2 VWO Werkwoorden.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
GRAMMATICA Groepjes woorden uit een zin die bij elkaar horen:
Taaloefeningen.
Te leren voor Schreibfähigkeits Toets 14 Dec H3c.
Voorzetsels, met altijd de 4e naamval 131TB
Werkwoorden en tijden van het werkwoord. Spoorboekje Oefening werkwoorden Uitleg werkwoorden Uitleg tijden Oefening tijden Wat gaan we leren? Jullie kunnen.
Zwei Weisen, worauf man sich die ,Null-Gruppen’ merken kann
Wat te leren voor de Grammatica toets Kap2 Duits:.
Duits Klassen 2 alle gramm info boek A. einundzwanzig hunderteins ! dreißig ! vierzig fünfzig sechzig ! siebzig ! achtzig neunzig hundert tausend 109.
Welke woorden horen bij deze groep en hoe werkt het?
Welke woorden horen erbij en hoe werkt het?
Bijvoeglijk naamwoord
Duits -1 Grammatica.
Seite 44/45 TB.  Je hebt al geleerd: 1. De werkwoorden haben, sein en werden in het Präsens en Präteritum (Periode 1) 2. De vervoegingen van normale.
PERIODE 4: KAPITEL 4 + 5C + 6C Grammatik 4: C +I Grammatik 5: C Grammatik 6: C Redemittel D + J.
Inleiding Bijbelwetenschappen Online School of Catholic TheologyDr. Archibald L.H.M. van Wieringen pr. W ERKWOORDSTIJDEN (in plaats van ‘werkwoordelijke.
Informatie cluster Wie staat waar? 7B Alma / Tessa 7A Sylvia 7C Dianne.
GRAMMATICA BLOK 1 T/M 4 Uitleg en voorbeelden Woordsoorten Basis leerjaar 4.
J. van Os Maurick College Tweede klas
Woordenschat H4 In deze powerpoint: Opfrissen: Wat is een voorzetsel?
Te leren voor Schreibfähigkeits Toets
Welke woorden horen erbij en hoe werkt het?
Hoofdstuk 3 Grammatica zinsdelen
Schulprüfung Schreibfertigkeit
Woordbenoemen Groep 6 en 7.
Overzicht van de zinsdelen
Te leren voor Schreibfähigkeits Toets
Werkwoordspelling. Werkwoordspelling Tegenwoordige tijd Als de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd staat, kun je kiezen uit drie vormen: 1 = ik-vorm.
Naamvallen met het bepaald lidwoord
Direct Les Sem 1, blok 1. Grammaticales 2
Naamvallen en het onbepaald lidwoord
Klassen 2 alle gramm info boek A
Zwei Weisen, worauf man sich die ,Null-Gruppen’ merken kann
Grammatica en spelling 4.3 en 4.4
Spelling.
Mondeling Nederlands Cursus 4 – Module 2 Dag 1.
Hoe ontstaan naamvallen?
Bijvoeglijk naamwoord
modale hulwerkwoorden
Hoe ontstaan naamvallen?
THEME 12 TOPIC 1 Repetitie Theme 12.
Werkwoordspelling: een werkwoord als bijvoeglijk naamwoord
WOORDSOORTEN HAVO-2.
Transcript van de presentatie:

Te leren voor Gramm SO 14 jan H3c

TB125  Gebruik de woorden: können dürfen wollen müssen sollen mögen wissen In de Tegenwoordige Tijd (OTT)

TB125  Gebruik de woorden: können dürfen wollen müssen sollen mögen wissen In de Verleden Tijd (VTT)

TB26 Baustelle  Gebruik van de woordjes uit de “Der Gruppe” In combinatie met het gebruik van de bijvoeglijke naamwoorden vervoegen. (pag 26 TB of PPT klassen 3) In combinatie met : 1 e 3 e 4 e naamval. = ond w / meew vw / lijd vw In combinatie met de voorzetsels. 3 e 4 e en 3 e /4 e wissel Zie hiervoor de ppt op Ook in het klas h3c mapje.