Hoofdstuk 5: Burgers en Stoommachines Les 3 – par. 5.4B De Confessionelen
De drie belangrijkste ismen en kwesties Liberalisme Confessionalisme Socialisme Schoolstrijd Sociale Kwestie Kiesrechtkwestie Probeer voor jezelf verbanden te zien tussen de ismen en de kwesties. Dit geeft je inzicht in het ontstaan van politieke partijen én hun aanhang.
Protestanten Centraal uitgangspunt ARP (1879) Eerste politieke partij Alle gezag komt van God ARP (1879) Eerste politieke partij O.l.v. Abraham Kuijper Nadruk op gehoorzaamheid aan het overheidsgezag Ze zijn antirevolutionair (welke revolutie hebben ze in gedachten?) Het is een emancipatiepartij Voor inbreng in het bestuur van de gewone man Voor subsidiering bij bijzonder onderwijs
Rooms-Katholieken Centraal uitgangspunt RKSP (1926) Alle gezag komt van God RKSP (1926) Pas laat een partij, maar wel veel stemmers én afgevaardigden naar 1e en 2e Kamer. Paus als politiek leider Anti-socialistisch; wel voor bescherming der zwakkeren Voor het subsidiariteitsbeginsel: wat door een lager (overheid-) orgaan/- instantie kan worden uitgevoerd, dient ook daar te gebeuren. De Katholieken en Protestanten hielpen elkaar aan zetels bij verkiezingen, door elkaars kandidaat te steunen tegen liberalen en socialisten
Pacificatie van 1917 Grote politieke partijen besloten tot Achtergrond beëindiging schoolstrijd subsidiëring introductie algemeen kiesrecht op basis van evenredige vertegenwoordiging dwz alle mannen vanaf 23 jaar vrouwen eerst passief kiesrecht (1917) daarna actief (1919) Achtergrond politieke/maatschappelijke druk, en de oorlogsomstandigheden, waardoor partijen tot elkaar veroordeeld waren om het land draaiende te houden!
Huiswerk Lees par 4B Maak: 3 & 4