Lectio Latina diem ante IV id. feb. Gradūs comparationis De trappen van vergelijking -stellende trap -vergrotende trap (comparatief) -overtreffende trap.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Grammatica Passwort Deutsch Klas 4
Advertisements

Bijvoeglijk gebruikt werkwoord
Taaloefeningen.
Overzicht Pallas 1.
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
HET BIJWOORD L’ADVERBE.
-ND- vormen -nd- Gerundium Gerundivum nom. vocare vocandus, -a, -um
Voorzetsels Voorzetsels staan meestal vóór een zelfstandig naamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Grammatica Passwort Deutsch Klas 4
All Right 3hv Unit 1 Grammar 4.1
Grammaire thème 5 4 vwo.
WERKWOORDSPELLING Hoe doe je dat ?.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Brugklas Werkwoordspelling.
Taaloefeningen.
Het bijvoeglijk naamwoord
Taaloefeningen.
bijvoeglijk naamwoord gecombineerd met trappen van vergelijking
Heel werkwoord en bijwoord
Trappen van vergelijking
Taaloefeningen.
Taaloefeningen.
Het voltooid deelwoord
Het participium Letterlijk vertaald betekent ‘participium’ ‘deelwoord’ (denk aan het Latijnse woord voor deel: pars). We hebben tot nu toe het participium.
Vergelijkingen 2HAVO-VWO - Frans.
Taaloefeningen.
Wat gaan we doen vandaag?
GRAMMATICA Groepjes woorden uit een zin die bij elkaar horen:
Taaloefeningen.
Bijvoeglijk naamwoord Functie: zegt iets over het zelfstandig naamwoord voorbeeldde grote auto la grande voiture het blauwe boek le livre bleu.
Spelling Blok 1 t/m Kader 3.
Woordsoorten benoemen
Lidwoord Bijvoeglijk naamwoord Zelfstandig naamwoord
Voltooid deelwoord (ppp) Toekomstig deelwoord (pfa) Participium perfectum passief Participium futurum actief vorming en gebruik.
Welke woorden horen bij deze groep en hoe werkt het?
Welke woorden horen erbij en hoe werkt het?
Grammatica woordsoorten H1 t/m H6
Allesvoorengels.nl. 1. Korte woorden 2. Lange woorden 3. Uitzonderingen 4. Oefening allesvoorengels.nl.
Inleiding Bijbelwetenschappen Online School of Catholic TheologyDr. Archibald L.H.M. van Wieringen pr. W ERKWOORDSTIJDEN (in plaats van ‘werkwoordelijke.
Spelling 1 3 vwo Op niveau, 1e druk (2014)
Grammatica woordsoorten H1 t/m H6
Engels Alles nog even herhalen hoofdstuk 13 Nu Engels boek B
Welke woorden horen erbij en hoe werkt het?
Spellingregels G1.
Betrekkelijk voornaamwoord
Trappen van vergelijking
Onvoltooid deelwoord/bijvoeglijk gebruikt deelwoord
Verschil: redekundig en taalkundig ontleden
Werkwoordspelling. Werkwoordspelling Tegenwoordige tijd Als de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd staat, kun je kiezen uit drie vormen: 1 = ik-vorm.
Bijvoeglijke naamwoorden
mannelijk en vrouwelijk
BIJWOORD.
Trappen van vergelijking Dan mij?…als ik?
Trappen van vergelijking
bijvoeglijk naamwoord gecombineerd met trappen van vergelijking
LES ADVERBES.
De zelfstandige naamwoorden van Groep 3
Stijlfouten.
Hoofdstuk 3 Grammatica woordsoorten
Bijvoeglijk naamwoord
Bijvoeglijk gebruikt deelwoord hoofdlettergebruik
Grammaire L’adverbe.
De passieve indicatief perfectum.
Participe présent et Gérondif
Hoofdstuk 4 Taalverzorging
Woordbenoemen Zelfstandig naamwoord, eigennaam, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, telwoord.
WOORDSOORTEN HAVO-2.
Transcript van de presentatie:

Lectio Latina diem ante IV id. feb. Gradūs comparationis De trappen van vergelijking -stellende trap -vergrotende trap (comparatief) -overtreffende trap (superlatief)

De comparatief van het bijvoeglijk naamwoord De comparatief (vergrotende trap) van het bijvoeglijk naamwoord herken je aan de uitgang - ior- achter de stam: longus  longior ‘langer’ altus  altior ‘hoger’ rapax  rapacior ‘roofzuchtiger’ De comparatief wordt grotendeels verbogen zoals de zelfstandige naamwoorden van groep 3:

De comparatief (bnw.): verbuiging mnl./vrl.onz. nom. ev.altioraltius gen.altior-is dat.altior-i acc.altior-emaltius abl.altior-e nom. mv.altior-esaltior-a gen.altior-um dat.altior-ibus acc.altior-esaltior-a abl.altior-ibus rexnomen rexnomen reg-isnomin-is reg-inomin-i reg-emnomen reg-enomin-e reg-esnomin-a reg-umnomin-um reg-ibusnomin-ibus reg-esnomin-a reg-ibusnomin-ibus

De comparatief als bijwoord De comparatief kan ook als bijwoord gebruikt worden. Hiervoor gebruikt het Latijn de vorm op –ius, die je kent van het onzijdig. 1. Equus celerior currit = ? 2. Equus celerius currit = ? 3. Sacrum celerius feci = ?

De superlatief van het bijvoeglijk naamwoord De vergrotende trap of superlatief herken je aan de uitgang –issimus. Bnw’s op –er hebben de uitgang –errimus: longus  longissimus ‘langst’ altus  altissimus ‘hoogst’ rapax  rapacissimus ‘roofzuchtigst’ celer  celerrimus ‘snelst’ De superlatief wordt verbogen volgens de bijvoeglijke naamwoorden van groep 1 en 2 (bonus, bona, bonum)

Superlatief: verbuiging mnl.vrl.onz. nom. ev.alt-issim-usalt-issim-aalt-issim-um gen.alt-issim-ialt-issim-aealt-issim-i dat.alt-issim-oalt-issim-aealt-issim-o acc.alt-issim-umalt-issim-amalt-issim-um abl.alt-issim-oalt-issim-aalt-issim-o nom. mv.alt-issim-ialt-issim-aealt-issim-a gen.alt-issim-orumalt-issim-arumalt-issim-orum dat.alt-issim-is acc.alt-issim-osalt-issim-asalt-issim-a abl.alt-issim-is

De superlatief als bijwoord Net zoals de gewone bijvoeglijke naamwoorden op –us eindigt het bijwoord van de superlatief ook op –e: longus  bw. longe longissimus  bw. longissime 1. Longe laboravi = ? 2. Longissime laboravi=?