Domein Verhoudingen 11 Rente van spaartegoeden 2 Rente van spaartegoeden Als je geld op een spaarbankrekening stort en voor langere tijd laat staan,

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
H5 Financiële Rekenkunde
Advertisements

H3 Wat doe je met je geld Onderscheid tussen verschillende soorten uitgaven, om een goede begroting te kunnen maken Verschillende vormen van sparen en.
Permanentie kosten of opbrengsten geboekt, die behoren bij
Standaard-bewerkingen
5 Mijn inkomen volstaat niet
H 14: Enkelvoudige interest
H 15: Samengestelde interest
Hoofdstuk 3: Wat doe je met je geld?
Hoofdstuk 2.
M3F-MATEN - Tijd en Snelheid
Herhaling H4  Iedereen gaat staan  Lees en luister naar de vraag  Kies het voor jouw juiste antwoord doordat je het groene of rode kaartje toont.
OM EVEN OVER NA TE DENKEN.
In het jaar 2007 kon je dit kopen voor €100: In het jaar 2012 kon je dit kopen voor €100: Koopkracht = Het geld wordt minder waard.
H16: Renten H 16 gaat over renten. Wat is het verschil met H 15?
Agenda  Les 13  wkn 13 2e  hs 2.4 overige kosten
Herhaling Examenstof M&O
Goedemorgen H3b.
Mijn hobby: is over cultuur van Ethiopië
Mijn hobby gaat over:vrachtwagen tuning
2000 X (1,06) 3 = 2.382; = 1.882; X (1,06) 2 = 2.114,65; 2.114, = 3.114,65 (PER 1/1 2006); 3.114,65 X (1,05) 3 = € 3.605,60.
Een man wandelde op het strand
Samenvatting Wat moet je leren/ oefenen? Heel hoofdstuk 2
Lesplanning Binnenkomst Intro Vragen huiswerk Uitleg docent 2.2
Pietje heeft op 1 januari 2008 een bedrag van € 400 op een spaarrekening gezet. De rente is 3,5%. Hij laat de rente op de rekening staan. Op 1 januari.
Wat moet je elke les bij je hebben? handboekwerkboek Potlood: hiermee maak je de opgaven. Pen: hiermee kijk je na, je verbetert fouten met pen en gumt.
M3F-MATEN - Gewichten en lengtematen
Vb3F-Verband in Grafieken
Standaard-bewerkingen
Vlakke figuren Hoeken meten
Eigenschappen Ruimtelijke figuren
Samengestelde interest
De dag uit het leven van Maria Elena

OM OVER NA TE DENKEN.
Samenvatting hoofdstuk 1
Vraagstukken: intrest
§2.3 Hoe leen je? In deze PowerPoint-presentatie leer je over: Lenen
§ 2.4 Geld lenen kost geld Als je geld leent, moet je dat weer terugbetalen. Daarnaast betaal je meestal rente. Hoeveel en hoe lang je terugbetaalt, hangt.
Met gebruik van een verhoudingstabel
H.5 Winst en toegevoegde waarde
Rekenen met verdeelsleutels
Breuken in berekeningen
Gemiddelde Gewogen en Ongewogen
Breuken in berekeningen (vervolg)
Rekenen.
Rekenen met rente Jnw, september 2015.
Toepassingen 5L week 15: ‘Sportief spelen’ gespaard bedrag berekenen intrest – kapitaal – tijd procent van een getal breuk van een getal spaarperiode berekenen.
de boekhoudkundige verwerking van een economische cyclus:
J. de Lange ECONOMIE HOE KUN JE DAT NOU MAKEN?. Inventarisatie: Productiefactoren Afschrijving Winstberekening Belangrijk PROGRAMMA:
1. EVEN VOORSTELLEN… LEERDOELEN Je weet wat een bank is en doet. Je kent de (financiële) gevolgen van rood staan, kopen op afbetaling en een lening afsluiten.
SPAREN EN LENEN. SPAREN  Enkelvoudige interest ( rente)  Samengestelde interest ( rente)
DE ZEGEN VAN EVANGELISATIE Huh?? Zegen??. WELK BEELD HEEFT U?
Je hebt nu € ,00 op de bank staan van jouw privé rekening (ABN) Het is
Werk aan de winkel. Bankrekening openen Beste Kinder- en Jongerenrechtswinkel, Veel van mijn vrienden hebben een bankrekening. Mijn ouders vinden dat.
Interest berekeningen
Lenen.
Beste ath 4..
Beste ath 4..
Beste Havo 4..
(Bijna) iedereen doet het
Beste Havo 4..
Beste ath 4..
Beste Havo 4..
Beste ath 4..
H3 Financiering van een bedrijf
Beste Havo 4..
De bank en jouw geld Hoofdstuk 3 Geheel.
H9: ENKELVOUDIGE INTEREST INTEREST
Boek 4 - Hoofdstuk 3 GELD VOOR DE OVERHEID
duurzame productiemiddelen
Transcript van de presentatie:

Domein Verhoudingen 11 Rente van spaartegoeden

2 Rente van spaartegoeden Als je geld op een spaarbankrekening stort en voor langere tijd laat staan, dan ontvang je op een gegeven moment rente van de bank. Omdat de bank jouw geld heeft mogen lenen, heb je recht op een vergoeding. Je zou kunnen zeggen dat de bank “huur” betaalt om jouw geld te gebruiken. Deze “huur” heet rente. De rente die de bank dan betaalt, is afhankelijk van het gespaarde bedrag (het kapitaal ) het rentepercentage de spaarduur Het rentepercentage dat de bank aangeeft, is altijd de rente die je ontvangt op basis van een heel jaar

3 Enkelvoudige rente Voorbeeld 1 Een kapitaal van € 4.890,- staat 1 jaar op de bank tegen een rente van 4,2%. Hoeveel rente ontvang je na 1 jaar? Hoe groot is dan het kapitaal? Rente = k P ÷ 100 t = € 4.890,- 4,2 ÷ = € 205,38 Kapitaal = € 4.890,- + € 205,38 = € 5.095,38 t =1

Of zonder formule Jaarrente = € 4.890,- ÷ 100 4,2 = € 205,38 Het kapitaal staat het hele jaar o p de bank, dus: Kapitaal = € 4.890,- + € 205,38 = € 5.095,38 4

5 Enkelvoudige rente Voorbeeld 2 Het kapitaal van € 4.890,- staat 5 maanden op de bank tegen een rente van 4,2%. Hoeveel rente ontvang je na 5 maanden? Hoe groot is dan het kapitaal? Rente = k P ÷ 100 t = € 4.890,- 4,2 ÷ ÷ 12 = € 85,58 Kapitaal = € 4.890,- + € 85,58 = € 4.975,58 t =5 ÷ 12

Jaarrente = € 4.890,- ÷ 100 4,2 = € 205,38 Het kapitaal staat 5 maanden op de bank, dus: Rente over 5 maanden= € 205,38 ÷ 12 5 = € 85,56 Kapitaal = € 4.890,- + € 85,56 = € 4.975,58 6

7 Enkelvoudige rente Voorbeeld 3 Het kapitaal van € 4.890,- staat 256 dagen op de bank tegen een rente van 4,2%. Hoeveel rente ontvang je na 256 dagen? Hoe groot is dan het kapitaal? Rente = k P ÷ 100 t = € 4.890,- 4,2 ÷ ÷ 365 = € 144,05 Kapitaal = € 4.890,- + € 144,05 = € 5.034,05 t =256 ÷ 365

Jaarrente = € 4.890,- ÷ 100 4,2 = € 205,38 Het kapitaal staat 256 dagen op de bank, dus: Rente over 256 dagen= € 205,38 ÷ = € 144,05 Kapitaal = € 4.890,- + € 144,05 = € 5.034,05 8

9 te maken opgaven werkschrift Bestudeer: De aantekeningen (de gemaakte voorbeelden) Maak: Opdrachten xx, xx, xx, xx, xx, xx

Te maken opgaven Ik wil nog even oefenen Maak: Opdrachten xx, xx, xx, xx, xx, xx Ik kan het wel Maak: Opdrachten xx, xx, xx, xx, xx, xx Voor mij is dit erg gemakkelijk Maak: Opdrachten xx, xx, xx, xx, xx, xx