Today’s presentation is … NOT representative for my work! (which used to be on codeswitching Dutch/Moroccan Arabic; now on multilingual/multi-ethnic youth.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
I love you.
Advertisements

donderdag 17 juli 2014 Thursday, 17 July 2014 Those who smoke, will die !!!! Those who don’t smoke……….. RIGHT !! Zij die roken, zullen sterven !!!! Zij.
In het Nederlands antwoord je vaak heel kort:
Cartoon van Charles Darwin gemaakt in 1871 voor Vanity Fair
Everything you need to know for your test in the test week!
Copyright met toestemming gebruikt van Stichting Licentie © 1999 City Bible Music 1/10 BELIEVE (Donna Lasit) I say on sunday how much I want revival Op.
User Centred Development
Grammar Chapter 6 G 4 Any, every, no + samenstellingen.
Vragen stellen Vormen van ‘to be’ kunnen de enige werkwoorden in de vraagzin zijn. Ben ik je beste vriend? Am I your best friend?
Past Simple Onvoltooid verleden tijd Regelmatige werkwoorden:
Reflections on life Sound on Reflecties op het leven. Geluid aan.
Deltion College Engels B2 Spreken/presentaties/subvaardigheid lezen [Edu/003] thema: Holland – coffee shops and euthanasia? can-do : kan een duidelijk.
English and IPC How to teach content through English.
Deltion College Engels B1 Lezen [no. 001] can-do : 2 products compared.
Deltion College Engels B1 Gesprekken voeren [Edu/008] theme: ‘I have to arrest you, you’ve stolen my heart’ … can-do : kan een eenvoudig face-to-face gesprek.
Deltion College Engels B1 En Gesprekken voeren[Edu/003] thema: I hate my nose… can-do : kan persoonlijke standpunten, commentaar en meningen geven over.
‘WAIT FOR ME’ Lees met elkaar de songtekst Klik door naar volgende scherm.
English Class 2G 1st of December 2010 It’s nice to be important, but it’s more important to be nice.
Deltion College Engels B1 Gesprekken voeren [Edu/006] thema: Look, it says ‘No smoking’… can-do : kan minder routinematige zaken regelen © Anne Beeker.
Deltion College Engels B2 Schrijven [Edu/006] thema: Euromail can-do : kan in persoonlijke s nieuws en standpunten van een ander becommentariëren.
Monday, 30 March 2015 maandag 30 maart 2015 Leonard Cohen is still on stage This must be a miracle at his age I’m sure that you like this song Enjoy.
Deltion College Engels C1 Spreken/Presentaties [Edu/004] thema ‘Today I will talk to you about… ‘ can-do : kan duidelijke, gedetailleerde beschrijving.
Deltion College Engels C1 Spreken [Edu/002] thema: A book that deserves to be read can-do : kan duidelijke, gedetailleerde samenvatting geven van een gelezen.
Wednesday, 01 April 2015 woensdag 1 april 2015 You can walk or you can run You feel sad or you have fun Live today and don’t feel sorrow Don’t think.
Wednesday, 01 April 2015 woensdag 1 april 2015 Click Klik.
Nothing Is As It Seems Introduction Lesson. What are we going to do? - We gaan deze periode spreek, luister, lees en schrijflessen in een thema oefenen.
Deltion College Engels B1 En Spreken/Presentaties [Edu/006] Thema: “The radio station“ can-do : kan een publiek toespreken, kan verzonnen gebeurtenissen.
Deltion College Engels C1 Schrijven [Edu/007] thema: Mind twister or how to write an essay… can-do : kan heldere, goed gestructureerde uiteenzetting schrijven.
Deltion College Engels C1 Schrijven [Edu/006] thema: Dear editor,
Nothing Is As It Seems Lesson 7 What’s the Story?.
Deltion College Engels B2 Lezen [Edu/003] thema: Topical News Lessons: The Onestop Magazine can-do: kan artikelen en rapporten begrijpen die gaan over.
Deltion College Engels B2 Spreken [Edu/001] thema: What’s in the news? can-do : kan verslag doen van een gebeurtenis en daarbij meningen met argumenten.
Deltion College Engels B1 Spreken [Edu/001] thema: song texts can-do : kan een onderwerp dat mij interesseert op een redelijk vlotte manier beschrijven.
Deltion College Engels C1 Gesprekken voeren [Edu/001]/ subvaardigheid lezen thema: What a blooper…. can-do : kan taal flexibel en effectief gebruiken voor.
Deltion College Engels B2 Lezen[Edu/001] /subvaardigheid schrijven korte samenvattingen thema: Exotic news can-do : lezen om informatie op te doen - kan.
Deltion College Engels B2 Gesprekken voeren [Edu/009] thema: ‘We’d better go to…’ can-do : kan in vertrouwde situaties actief meedoen aan discussies over.
Deltion College Engels B2 Schrijven [Edu/005] thema: Writing a hand-out can-do: kan een begrijpelijke samenvatting schrijven © Anne Beeker Alle rechten.
Deltion College Engels B2 Schrijven [Edu/002] thema: how we celebrate birthdays can-do : kan een samenhangend verhaal schrijven.
Deltion College Engels B1 Lezen [Edu/002] thema: But I ‘ve read it in… can-do : kan hoofdthema en belangrijkste argumenten begrijpen van eenvoudige teksten.
Deltion College Engels B2 Gesprekken voeren [Edu/007] thema: ‘With this mobile you can…’ can-do : kan op betrouwbare wijze gedetailleerde informatie doorgeven.
Deltion College Engels B2 (telefoon)gesprekken voeren[Edu/002] /subvaardigheid lezen/schrijven thema: I am so sorry for you… can-do : kan medeleven betuigen.
Present Simple Tegenwoordige Tijd.  Om aan te geven dat iets nu een gewoonte is. Er zijn een aantal woorden die aangeven dat het om een gewoonte gaat.
Future Tenses by Nathalie French ©. Just like in Dutch, we can talk about things that take place in the present, the past or the future
The Future Hoe spreek je over toekomstige activiteiten in het Engels?
Future met will Gebruik je om te zeggen dat iets in de toekomst zal gaan gebeuren. Je gebruikt will als je voorspellingen doet zonder dat je daar bewijs.
Time management Howdoyouset priorities?. Priorities:thingsthatyouthinkare important.
Mavo 4.  Goal(s)  Letter Puzzle  Write a letter  Check the letters  Do assignments 4A, 5A, 6A & 7 in Student Book page 50  Evaluation.
02_05_2009 mama dank je voor wie ik ben dank je voor alle dingen die ik niet ben vergeef me voor de onuitgesproken woorden en voor de keren.
20_05_2009 When the sun goes down on my side of town that lonesome feeling comes to my door the whole world turns Wanneer de zon ondergaat.
The Research Process: the first steps to start your reseach project. Graduation Preparation
Grammar – period 2.
Key Process Indicator Sonja de Bruin
Welkom in de Top-2000 kerkdienst
Presteren onder druk.
Salt & Light Zout & Licht
ABILITY = IN STAAT ZIJN.
Dictionary Skills!?.
Werkwijze Hoe zullen we als groep docenten te werk gaan?
LIGHT & CHILDREN LICHT & KINDEREN
De taaltaak
Today: Chapter 2 Discuss SO 2 What to study for your test?
Als ik kon zijn waar jij bent If I could be where you are
Als ik kon zijn waar jij bent If I could be where you are
Verlangen naar God Longing for God
Grammar in a Nutshell Skills 1.
English 23 April 2018.
Living in the Promised Land Leven in het Beloofde Land
Meaning maning by public leaders in times of crisis
Chapter 6 Sounds cool! Grammar Stepping Stones 2 t/hv.
Leerlingen zeiden: “Je MOET hem loslaten
Transcript van de presentatie:

Today’s presentation is … NOT representative for my work! (which used to be on codeswitching Dutch/Moroccan Arabic; now on multilingual/multi-ethnic youth languages as language contact phenomena) BUT It is about recently established interdisciplinary work

YILUPS Youth, Identity and Language in Urban Public Space Jacomine Nortier October 28th, 2015

Structure  Project background  Research questions  Relation Language - urban space  Research: -Interviews in an urban park in Utrecht -Focus groups with young people  Conclusions

In sociolinguistics: a growing interest in ‘language in the city’, ‘urban multilingualism’, without basic knowledge of urban geography (‘wallpaper’) Urban Geography: the way in which cities are used, and experienced by different users/ user groups; meaning of urban places 2014: kick-off UU strategic program - Dynamics of Youth to encourage interdisciplinary cooperation 2014: YILUPS - small explorative project where geography and (socio-)linguistics meet Before we started

1.To what extent are groups of teenagers and adolescents attracted to urban public spaces ? 2.How is this related to the ways they express themselves linguistically in order to construct and protect their group belonging ? 3.What are the linguistic resources used to claim specific public places ? HOW? Group interviews in urban park (1); focus groups (2) Research questions

Relation: Language and public space  Urban public space: publicly accessible physical setting (street, square, park..) facilitate interaction among diverse user groups/ encounters with strangers (Iveson, 2007; Lofland 1973; Sennett 1978; Zukin, 1995)  (in this stage) Language includes topic of conversation and loudness/volume AND plays an important role in (dis-) connecting young people from others and / or places (in- and exclusion, claiming spaces) (Valentine et al. 2008)  Linguistic variation never occurs ‘just because’: it is always meaningful. There is a strong connection with specific groups or places (cf. Eckert 2008).

PARK RESEARCH : 17 group interviews (3-8 persons) in 3 areas (A,B,C). About activities, interaction with other groups, use of language … Wilhelminapark Utrecht A B C

General conclusions park research  The park is attractive for a diversity of groups  Specific parts of the park (A,B,C) are used by relatively homogeneous groups  There is little interaction between visitors/ groups of different parts of the park AND between groups visiting the same parts of the park => Visiting the park stimulates in-group interaction

Conclusions with respect to language park research  Hard to talk about one’s own language use. Easier to talk about the way others speak. I/me = ‘normal’, default - Language plays an important role in interpreting/ locating other groups  “The way they talked”, “What they talked about” (claiming space – language as boundary – invisible wall) (Pickering et al 2012)  Language and place are related - In the park, language use is different from other environments/ settings: more easy-going and nonchalant  Language is a situated practice !

(To talk about) one’s own (group) language is considered intimate. Façade of giggling and laughing. An example of both façade and mechanism of in- and exclusion (cont. on next slide): I: Hey en hebben jullie of hadden jullie toen ook echt een eigen taaltje? (…) Jullie vieren? Allen: (lachen) jaaaa. ?: Ja, dat Japanse gedoe. (lachen) I: Jullie spreken vloeiend Japans (grappend). Allen: (lachen). ?: Nee. Woordjes. ?: Ja van die kutwoordjes. I: Maar wat dan? ?: Maar ja, je hebt van die woorden. Allen: (lachen). I: Hey do you have or did you have your own language? (…) The four of you? All: (laughing) yeaaah ?: Yeah that Japanese hassle (laughing) I: You speak Japanese fluently (joking) All: (laughing) ?: No. Words. ?: Yeah those fucking small words. I: But what? ?: Well yes you have those words All: (laughing)

(Continued) A: Ah! Achter elke naam krijg je dan Chan of San of Sempai. (…) Allen: (lachen). ?: Oh wat erg. Allen: (lachen). ?: schattig enzo naja, dat is dan (klinkt als) kawai, en ukohjethessonii. Allen: (lachen) (…) ?: Oh nee, hou op ik ga huilen. Allen: (lachen). I: Maar daar zouden wij echt als buitenstaanders dan echt geen touw aan vast kunnen knopen. ?: Nee waarschijnlijk niet. Nee. Allen: (lachen) A: Ah! Behind every name you get Chan or San or Sempai] All: (laughing)] ?: Oh how terrible] All: (laughing)] ?: Cute and well, like (sounds like) kawai, and kukohjethessonii All: (laughing) ?: Oh no, stop I’m gonna cry All: (laughing) I: But to us as outsiders there is neither rhyme nor reason in it. ?: No probably not. No. All: (laughing)

Conversations in 2 focus groups about linguistic performances and (urban) space with young people (2014) First, they were asked to write names of places that are associated with certain forms of language use on Post-its 3 topics from focus groups

Physical space is important for the way you speak but at the same time people are important since they attach meaning and content to a particular place. ‘Het is gewoon automatisme. Van als ik met mijn vrienden thuis ben dan praat ik zo maar als ik in de trein zit en ik zit met diezelfde vrienden dan is het automatisch en dan past iedereen zich daar op aan en dan is het… Dan praat je op een andere manier.’ [It is an automatism. When I’m at home with friends I talk this way but in the train, with the same friends, it is automatically – everyone adjusts to… Then you talk in a different way] 1. Language is situational and relational

‘In de Kanaalstraat weet ik dat ik Marokkaans kan praten en dat ze mij dan begrijpen of mij op die manier mij misschien beter begrijpen. Dus dan praat ik Marokkaans. Maar als ik ergens anders ben en ik weet dat Nederlands gewoon begrepen wordt, dan gebruik ik Nederlands. Als het een dure zaak is dan ga ik m’n beste Nederlands gebruiken.’ [When I am in the Kanaalstraat I know I can speak Moroccan and that they will understand me. But when I’m somewhere else and I know people understand Dutch better, I use Dutch. In a posh shop I use my best Dutch.] 1. - continued -

C: Nou het is wel chiller dan een restaurant [het park], want een restaurant zit je wel meer met elkaar ehm dichter bij elkaar. Of hoe zeg je dat? (…) hier wat meer een veilige ruimte. B: Of bij een feestje ofzo. C: En (…) ranzige gesprekken kan je hier wel gewoon voeren. Terwijl in een restaurant, (…) dan heb je af en toe gesprekken, en dan zie je mensen echt zo kijken van, beetje ohh. Misschien even een ander onderwerp beetje van (lachen). Dus misschien dat dat het verschil is, dat je hier iets meer ruimte om je heen hebt. (…) Dat mensen niet zo goed kunnen horen. (…) Ja en dan zit je. Ja, gewoon alles eruit kan slaan wat je wilt. Precies, als ik over de Oude Gracht loop, dan zou ik het misschien - wel een beetje oppassen inderdaad. B: Minder. Ja. C: Minder netjes om dan- Dan hier met een groep zijn ofzo C: Well [the park] is chiller than a restaurant, because in a restaurant you sit closer to each other. Here (park) you have more like a safe space. B: Or at a party C: And you can have dirty conversations here. In a restaurant when you talk sometimes you see people watching like ohhh. So change the subject (laughs). Maybe that’s the difference: that you have more space here. That people can’t hear you well. And then (…) you can say whatever you want. Exactly, when I walk on Oudegracht [main street in city center] then I might watch out. B: Less C: Less decent than – Than being here with a group continued -

‘Overvecht is bijvoorbeeld ook veel luidruchtiger dan Tuindorp. Als je in Tuindorp bent gaat niet iemand opeens keihard tegen je roepen vanaf de andere kant van de straat. In Overvecht is het zo van als je iemand tegen komt dan ga je roepen. Maar in Tuindorp loop je eerst naar elkaar toe en groet je elkaar dan.’ [For example: Overvecht is much noisier than Tuindorp (neighbourhood). In Tuindorp nobody will shout across the street. In Overvecht when you meet someone you shout. In Tuindorp you walk towards each other and then you greet each other.] 2. Unwritten laws and norms

Not every kind of language use is appropriate for every space. Absolutely impossible:  To swear in a church  Shout in a ‘stiltecoupé’ (part of train where people have to be silent)  Cursing in front of parents-in-law  But with friends: everything is allowed ! 2. - continued -

‘Ik denk dat als je in een andere setting bent zoals het bos, dat je misschien wel over andere onderwerpen, dingen gaat praten. In een bos word je niet afgeleid; in de stad maak je zoveel mee, dan switch je ook sneller van onderwerp’. [I think that when you are in a different setting, like in a forest, you might talk about different topics, things.In a forest/ in nature you will not be distracted (…). In cities is so much happening that you switch easier/ quicker from topic] (Fiets:) ‘Eh ik word daar ook wel wat luidruchtiger van omdat je gewoon heel erg hard aan het trappen bent en aan het kletsen en eh…‘ [(Bicycle:) ‘Uh I get a bit more noisy there because you’re busy pedaling and talking and ….] 3. Distraction

Concluding remarks Focus groups  Underlying drive: the need to be liked by others, outsiders, the urge to be respected determines the way people speak (topic, loudness, roughness).  The space where young people find themselves is crucial for the distance (both physical and social) between oneself and others and, as a consequence, the way language is used.  Space in itself is ‘empty’ and it can only get significance attached to it from the people present:  [All my post-its are about places but in reality about the people there. So it is a term for the people there.]

There is a continuous interaction between Urban Place (Group-) Identity Language  (Urban) places influence identity and vice versa: identity gives meaning and significance to places;  Identity is defined as dynamic and definitely NOT static. It can (be) change(d). And it can be negotiated;  Identity is a constructor of language and other cultural utterances which in turn construct identity;  The assignment of meaning to place never happens ‘just because’ or at random: not every place lends itself to every kind of language use, and vice versa (e.g. Auer 1998; Blommaert Bucholtz 2004; LePage and Tabouret-Keller 1985; Eckert 2000, Rampton 1995). Main conclusions where geography and linguistics meet

References  Auer (1998)  Blommaert (2010)  Bucholtz and Hall (2004)  Eckert (2000, 2008)  Iveson (2007)  LePage and Tabouret-Keller (1985)  Lofland (1973)  Pickering et al (2012)  Rampton (1995)  Sennett (1978)  Valentine et al. (2008)  Woolard (2008)  Zukin (1995)