rekenen Basisvaardigheden toegepast rekenen Basisbewerking: x, :, + , - Volgorde van bewerkingen Breuken: Rekenen met breuken Afronden
Basisbewerkingen Vermenigvuldigen: + x + = + - x + = - + x - = - Voorbeeld: 3+ -5 = -2 3 x -5 = -15 -3 x -5 = 15
Delen Delen: + : + = + - : + = - + : - = - - : - = + - : + = - + : - = - - : - = + Voorbeeld: 15: -5 = -3
Volgorde van de bewerking: Nederland: Meneer Van Dale Wacht Op Antwoord Moet zijn: Hoe -> haakjes wegwerken Moeten -> machtsverheffen Wij -> wortel trekken Van -> vermenigvuldigen De -> delen Onvoldoende -> optellen Afkomen -> aftrekken Voorbeeld: 48: (16 x 3)= 48/ 48 = 1
Breuken vereenvoudigen Je deelt een pizza in 16 stukken en je eet er 8 op. Je eet 8/16 deel van de pizza op. Dit kun je als breuk schrijven: 8 16 Als je het in 8 stukken had verdeeld en je had er vier opgegeten dan was 4 deel door jouw opgegeten 8 Als je het in 4 stukken had verdeeld en je had er 2 opgegeten dan was 2 deel door jouw opgegeten. 4 Als je hem in 2 stukken had verdeeld en je had er 1 opgegeten dan was 1 deel door jouw opgegeten 2 In de plaatjes aan de zijkanten zie je dat 8 en 4 en 2 en 1 16 8 4 2 Het is dus allemaal hetzelfde. Vereenvoudigen: kleinste breuk als antwoord in dit geval 1/2
Vereenvoudigen (2) Als je de teller en de noemer door hetzelfde getal kunt delen dan verandert de waarde niet. De teller en de noemer delen door een zo groot mogelijk getal. Voorbeelden: Teller 2 (: 2) = 1 Noemer 4 (: 2) 2 100 (: 100) = 1 27 (: 3) = 9 11 (:11) = 1 200 (: 100) = 2 30 (: 3) 10 55 (:11) = 5
Breuken optellen Bij het optellen van breuken maak je de noemers altijd gelijk Daarna tel je de helen en tellers bij elkaar op. Teller Noemer Voorbeelden: 2 + 3 = 4 + 3 = 7 2 + 3 = 10 + 9 = 19 = 1 4 4 8 8 8 8 3 5 15 15 15 15 x2 x3 x5 x5 x3 x2
Breuken Aftrekken Bij het aftrekken van breuken maak je de noemers altijd gelijk Daarna tel je de helen en de tellers van elkaar af Teller Noemer Voorbeelden: 2 - 3 = 4 - 3 = 1 1 2 - 4 =1 10 - 12 = 25 - 12 = 13 4 8 8 8 8 3 5 15 15 15 15 15 x3 x2 x5 x3 x5 x2
Breuken delen Maak van de gemengde breuk een gewone breuk Delen = vermenigvuldigen met het omgekeerde Dit betekent dat je de tweede breuk omdraait en hetzelfde doet als met vermenigvuldigen Vermenigvuldig de tellers met elkaar Vermenigvuldig de noemers met elkaar Bereken de uitkomst en vereenvoudig Voorbeeld: 1 2 : 5 = 10 x 6 = 60 = 1 20 = 1 1 8 6 8 5 40 40 2
Dus… bij breuken Optellen en aftrekken: noemer gelijk maken Vermenigvuldigen en delen: van gemengde breuken alleen hele breuken maken. Vermenigvuldigen: tellers en noemers vermenigvuldigen Delen: de 2e breuk omdraaien en daarna tellers en noemers vermenigvuldigen.