Grammatica: de zinsbouw Mélanie Baelen

La phrase simple

2 poles: VC et RV débutVCmilieuRVfin 2 ème !!! Pas de virgule après un CP en 1 ère position Sauf s’il s’agit d’une subordonnée, alors on sépare les 2 verbes par une virgule  Tijdens de vakantie ben ik naar Italië geweest.  Toen ik klein was, ging ik vaak op vakantie naar Italië. Ik heb zal hem gisteren hem morgen gezien zien Gisteren Morgen heb zal ik hem een cadeau gegeven geven

2 poles: VC et RV débutVCmilieuRVfin 2 ème 1.Question sans mot interrogatif Ben je al naar Italië geweest? Kom je morgen naar de vergadering? 2.Phrase impérative Kom maar binnen! Kijk naar het bord!  Verbe en 1 ère position 2 EXCEPTIONS

2 poles: VC et RV débutVCmilieuRVfin 2 ème Ne font pas partie intégrante de la phrase  Pas d’inversion! Ja, Nee, … maar … en … of … want ik de trein morgen we moeder heb heeft zal kunnen moet het boek al die film nog niet altijd vertraging ik met mijn vrienden elkaar overmorgen vroeg naar het werk gelezen gezien uitgaan zien gaan

Elements après RV débutVCmilieuRVX 2 ème Dit boekhebik interessantergevondendan dat andere De briefisgisterengepost door de secretaresse Ikhebme veel zorgengemaaktvoor jou 2 ème terme de comparaison (dan…) Cplt d’agent voix passive (door…) Cplt prépositionnel (lié à une expression verbale)

Elements entre VC et RV  juste devant RV débutVCmilieuXRVfin 2 ème Ikhebhem vandaagnietgezien Hijisde hele dagziekgeweest Moederzalom 18u30terugkomen Vaderisnogvan meningveranderd Négation portant sur le verbe Attribut du sujet Particule séparable Élément non verbal d’une expression verbale

Elements entre VC et RV débutVCmilieuRVfin 2 ème Ikhebhem het boekgegeven Ikzalmorgen om 8uvertrekken Ikbengisteren met de auto naar het werk gegaan 3 tendances générales: Les pronoms avant les noms Éléments sans prépo avant les éléments avec prépo CP: temps – manière - lieu

Elements entre VC et RV place du COD/COI débutVCmilieuRVfin 2 ème Ikheb[Ø] Jan het boek het boek aan Jan gegeven het hem hem alles 2 noms: COI sans prépo + COD COD + COI avec prépo (aan) 2 pronoms pers.: COD + COI 2 pronoms mais COD ≠ pron. pers.: COI + COD

Elements entre VC et RV place COD et des CP débutVCmilieuRVfin 2 ème Ikhebdit brood gisteren gisteren dit brood gekocht gisteren broodjes COD défini (ex. het brood, dit brood, mijn broodje)  avant ou après le CP de temps COD indéfini (ex. een broodje, geen brood, broodjes)  après le CP de temps