Taak 2: Fokdoel & erfelijkheidsgraad Fokkerij 2
Wat is een fokdoel? Beschrijving van de eigenschappen die je moet verbeteren om tot de ideale veestapel te komen? ▫Op welk termijn wil je dit doel behalen? ▫Met welke factoren moet je rekening halen? Het fokken op goede uiers is een voorbeeld van eenvan een fokdoel
Wat ga/moet je doen? Fokken van de nakomelingen naar jouw ideaalbeeld Niet elk dier voldoet aan alle ideale kenmerken, dus je moet keuzes maken. ▫belangrijkste kenmerk als eerste verbeteren
Bereiken fokdoel Fokkerij/stamboekorganisatie ▫Wil alle dieren bij alle boeren beter maken ▫Heeft lange termijndoel Duurt een paar jaar om doel te bereiken ▫Mannelijke (en soms ook vrouwelijke) dieren selecteren om doel te bereiken
Wat is het fokdoel bij? Een melkveestapel met 5000 kg melk en veel kreupele koeien. Een varkenshouderij waarbij het aantal biggen gespeende biggen per worp gemiddeld 5 is. (levend geboren is 14)
Fokdoel geiten Melkproductie Gezondheid ▫Wel belangrijk (Q-koorts) maar niet genetisch Exterieur ▫vooral hobbyhouderij ▫compensatieparing
Fokdoel pluimvee Vleesproductie ▫Groei per dag ▫Voederconversie ▫% borstvlees ▫Gezondheid Eiproductie ▫Aantal eieren per kip/productieve leven ▫Kwaliteit schaal ▫Kwaliteit inhoud ei ▫Uitloop ei ▫Gewicht ei ▫Voederconversie
Fokdoel koe en varken Zie tekst
Erfelijkheidsgraad Prestaties worden bepaald door: ▫Genetische aanleg (erfelijkheid) ▫Invloed milieu (voeding, huisvesting) Erfelijkheidsgraad (h 2 ) ▫ maat voor hoe erfelijk een kenmerk is Minimaal 0 en maximaal 1 ▫Geeft % invloed genetische aanleg en milieu weer ▫h 2 = 0,4 40% genetische aanleg, 60% milieu
DiersoortKenmerkErfelijkheidsgraad MelkveeKg eiwit0.25 Kg melk0.25 Kg vet0.25 Dus: 25% van de kenmerken wordt bepaald door genetische aanleg. Welke factoren kunnen de overige 75% bepalen?
Aan de slag! Maak opdrachten 1, 2 en 3 van taak 2 fokdoel Maak de opdracht erfelijkheidsgraad van taak 2 fokdoel
Opdracht erfelijkheidsgraad Maak groepjes van 3 (zie pagina 26) Maak voor een diersoort (koe, varken, geit, pluimvee) een schema Noem min. 5 eigenschappen die erfelijk bepaald zijn. Bijv. melkproductie Noem min. 5 milieufactoren. Bijv. voeding Vertel ook waarom milieu van invloed is op de aanleg. ▫Na 20 minuten gaan we dit nabespreken