De P, RR, adh,T, en vochtbalans Een lezing Presentatie: Alfons Huisintveld
P rincipe van de pols? Hart contractie linker ventrikel Slagvolume 70 – 100 ml Meten vd pulsatie Pols = a.r Hals = a.c Lies = a.f De techniek: vier vingers 15 seconde p = 1 min
Observatie aan de pols Groot – Klein Stevig – Zwak Snel – Aarzelend Frequentie = ritme → regulair – irregulier
Normaal Wat is Normaal? (N) Een norm gaat uit van gemiddelden, echter; ooit een gemiddeld mens gezien? De normwaarde N=60 – 80 bpm → Volwassene N=90 – 100 bpm → oudere N=120 – 140 bpm → een kind
ECG beoordeling
ritmestoornissen ECG met verschillende ritmestoornissen
Begrippen Tachycardie >100 bpm Met ziekte Met ziekte: -Koorts -Hart/bloedvaten (Anemie of Boezemfibrilleren) -Hyperthereoidie Zonder ziekte: Zonder ziekte: -Sport -Medicijnen Bradycardie <50 bpm Met ziekte Met ziekte: -Hartritmestoornis (hartblok) -Hersendruk -Hypothereoidie -Onderkoeling Zonder ziekte Zonder ziekte: -In slaap -Sport
De B BB Bloeddruk (RR) Systole Systole - De hoogste druk die ontstaat in de arteriën tijdens de aanspanningsfase van de ventrikels Diastole Diastole - De laagste druk die tijdens de ontspanningsfase van de ventrikels in de arteriën ontstaat
RR meting: N? LeeftijdSystolischDiastolisch 15 – 20 jr90 – – 30 jr100 – – – 50 jr110 – – 90 > 50 jr120 – – 90 Bij ouderen pas sprake van hypertensie als diastole > 100 mmHg Genoteerd als: 120/80 mmHg in de rapportage Polsdruk=systolische druk – diastolische druk Problemen te observeren bij <40 mmHg
Begrippen Hypertensie Hypertensie Systolisch Systolisch > 160 mmHg 140 – 159 mmHg = hoog-normale tensie Diastolisch: 85 – 94 mmHg = hoog-normale tensie 95 – 104 mmHg = licht verhoogd 105 – 114 mmHg = matig verhoogd > 115 = ernstige hypertensie Nier / Aorta / Bijnier / Bijniermerg / schildklier Hypotensie Hypotensie Systolisch Systolisch < 110 mmHg en/of Diastolisch Diastolisch < 60 mmHg → afname hartminuut volume (DC) → daling bloedvolume (dehydratie/DM) → sepsis, anafylactische shock
Methode van RR meting Palpatie ( Radialispols) Akoestisch (Door auscultatie) Beiden
Betrouwbaarheid van de meting De betrouwbaarheid van de meting hangt af van factoren als: - Meting staand, zittend of liggend - Is de arm kleding vrij - Meting aan re of Li arm - Tijdstip van de meting - Omstandigheid van de meting - Meetapparatuur
De respiratie = het ademhalings proces Ademhaling (Adh) in en uitademing (inspiratie en expiratie) O2 essentieel voor leven Bij celstofwisseling CO2 vrij = koolzuurgas Ademhaling abdominaal – thoracaal N = 16 adh per min H2O gehalte bloedplasma = 90% in opgelost O2 en CO2 O2spanning hoeveelheid O2 in arterieel bloed CO2spanning hoeveelheid CO2 in arterieel bloed PO2 = hypoxemie en PCO2 = hypocapnie (zo ook hyper mogelijkheid)
Stoornissen in de adh O2 toediening extra O2 Hoeveelheid CO2 in lichaam bepaald de zuurgraad (Ph) in het bloed Ph neutraal = 7 H2O = H+ + OH- Stijging H+ ionen = zuurder = Ph Stijging HO- ionen = alkaliser = Ph N = Ph 7.35 – 7.45 Conclusie Respiratie CO2 hypercapnie Ph Respiratoire acidose Er bestaat ook metabole acidose DM
De opbouw Door ventilatie, diffusie en perfusie verversing uitwisselingdoorstroming Afhankelijk van -adh beweging -adh centrum -doorgang
De aansturing Adh centrum prikkels PCO2 prikkels dus Ph = gevolg? Remming adh centrum door: hoge dosis O2/medicijnen/ongeval herseninfectie/tumor Apneu
Begrippen Respiratoire insufficiëntie = adh PO2 peil = PCO2 = acidose + hypoxie Dyspneu = verkeerde adh -Dyspnee déffort = bij inspanning -De repos = in rust Vaak bij linksdecompensatie hart (backward faillure of forwardfaillure) Stridor = vernauwing, hoorbare adh Orthopneu = extreme benauwdheid (doodsangst astma cardiale) Tachypneu = adh Bradypneu = adh Hypopneu = oppervlakkige adh Adh typen: Kussmaul en Cheyne Stokes
De lichaamstemperatuur Hyperthermie > 41 C Koorts > 38. C Subfebriel = 37.5 t/m 37.9 C N=36.5 t/m 37.4 C Hypothermie= < 35 C
Koorts als Symptoom Koorts Koorts → algemeen ontstekingsverschijnsel en draagt bij aan afweer van het lichaam tegen schadelijke invloeden → ontstaat door ontregeling regulerend centrum in hypothalamus → oorzaak van deze ontregeling: 1.Toxinen (bacteriën) 2.Virussen 3.Eiwitten in leukocyten 4.Hersentumor
Koude rilling Principe: Bacteriën in de bloedbaan Toxinen Symptomen Behandeling Vpk interventies
De Vochtbalans Weten jullie dat? 1. Lichaam uit..% uit water bestaat 2...% van de hoeveelheid water intracellulair 3...% van de hoeveelheid water extracellulair 4. Extracellulair intercellulair = tussen de weefsels intravasculair = in bloedvaten transcellulair = in lichaamsholten
Water Functie 1. Oplosmiddel 2. Transport 3. Medium van stofwisselingsprocessen Productie voor urine = voorurine totaal 180 L De uitscheiding 1,5L (afvalstof) De darm productie 8L spijsverteringssap De uitscheiding 200 ml (feces)
De vochtbalans
Opname versus afgifte Water verplaatst zich in het lichaam door Osmose Begrippen: 1. Negatieve vochtbalans 2. Positieve vochtbalans
uitscheidingstabel
Regulatie vochtbalans door de nieren Bij een negatieve vochtbalans stopt de uitscheiding Bij een positieve vochtbalans uitscheiding Hoe? Door Hormonen: 1. ADH en 2. Aldosteron 1. Product van de hypofyse (sensoren in hypothalamus - eiwit concentratie zorgt voor terugresorptie van water uit nieren) 2. Product van bijnierschors ( Na geeft toename Hormoon meer Na uit voorurine terug, meer Na osmose
De normen en waarden Stelregel: 65% van de totale hoeveelheid uitscheiden N=verschil 500ml tussen opname en afgifte Wegen: let op tijdstip, weegschaal, kleren of niet Gewichtsverlies: <5% lichte uitdroging Tussen 5 en 10% matige uitdroging >10% ernstige uitdroging Hb - Ht - Sg