In de huid van de toetsenmaker CSE 2015 geschiedenis Stephan Klein februari 2015.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoofdstuk 3: Duitsland tussen Oost en West
Advertisements

j.roesink_uu utrecht_november 2013
Hoofdstuk 4: Pruiken en Revoluties
Hoofdstuk 5.
De gevolgen voor leerlingen en docenten Door Wibe Balt en Esther Koops
De eerste wereldoorlog (1914 – 1918)
Geschiedenis havo 4 - een introductie
Kenmerk 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en taatsburgerschap Les 2: Verloop van.
H7:§ 2:p164-6 Rationeel optimisme Onderzoekers (lees: Verlichters) in de 18e eeuw vormen een andere visie op onderzoek en kijk op de wereld Met verstand.
Paragraaf 5.1: van vriend naar vijand.
Hoofdstuk 3. Noord en Zuid-Vietnam na 1954
Hoofdstuk 1 Koude Oorlog en dekolonisatie in Indochina
Tijd van jagers en boeren ? – 3000 v. Chr. Prehistorie
Kenmerk 40 Twee Wereldoorlogen Les 1 – Oorzaken WO I
Hoofdstuk 1: Eerste Wereldoorlog, democratie en fascisme
Hoofdstuk 1: De Eerste Wereldoorlog
Bij welk kenmerkend aspect hoort de bron?
Tijdvak 5 Ontdekkers en hervormers
Kolonisatie en Dekolonisatie
H4:§ 6:p79-80 Rationeel optimisme Onderzoekers (lees: verlichters) in de 18e eeuw vormen een andere visie op onderzoek en kijk op de wereld Met verstand.
Tijdvak 8: de negentiende eeuw - de industriële revolutie die in de westerse wereld de basis legde voor een industriële samenleving - discussies over de.
VredesverdragenVredesverdragen Genoemd naar een buitenwijk van Parijs net als Sèvres (Turkije) en St. Germain (Oostenrijk-Hongarije) Frankrijk, Engeland.
Renaissance en Opstand
Tijdvak 8: de negentiende eeuw
KOO ‘Kosmisch Onderwijs en Opvoeding’ Montessorischool De Pas.
Opkomst van machtige vorsten 1.4. Vorsten brengen een scheiding aan tussen Kerk en Staat Tot de dertiende eeuw dachten de meeste Europeanen dat God maar.
Context 4 Verlichtingsideeën en de democratische revoluties
30De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap 36De opkomst van de politiek-maatschappelijke.
Door: Gerard Rozing (CvTE)
Tijd van jagers en boeren
Historische Context Duitsland in het nieuwe examen geschiedenis Geert van Besouw Hanneke Tuithof Bjorn Wansink Ik ben Hanneke Tuithof. Vakdidacticus geschiedenis.
1e WO Het verlies van Duitsland.
SPECIAL EDITION: DE TWEEDE WERELDOORLOG Speciale editie: de Tweede Wereldoorlog.
Tijdvak 7- Tijd van pruiken en revoluties ( ) Achttiende Eeuw
Eindexamen 2016 Oriëntatie kennis en historisch besef:
Volgordevragen maken Op zoek naar de kern van het verhaal.
Tekstbronnen Wat moet je er mee?. Lees de vraag Welke informatie heb je nodig? Weet je al iets over dit onderwerp? Over welke tijd gaat het? Over welk.
SLO ● nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Herziening examenprogramma en syllabus Albert van der Kaap
H8.3 Burgers aan de macht: Frankrijk
Groep 8, Hoofdstuk 6: Samenwerking in de wereld. In welk jaar begon de Tweede Wereldoorlog in Nederland? En in welk jaar eindigde hij ?
CSE 2016 Havo tijdvak I Vragen CE 2016 en KA Drs. Robert de Oude namens de havo/vwo commissie van de VGN.
De Koude Oorlog
Stephan Klein Utrecht, 7 maart 2013 Het nieuwe eindexamen geschiedenis vanaf 2015 Havo - Vwo.
Workshop 'Anachronisme: historische zonde of handig didactisch instrument?': rapportering plenum Moeten wij die datum vanbuiten leren? Chronologie en historisch.
Vragen filmpjes Duitsland. Deel 1: keizerrijk en Weltpolitik 1 Waardoor liep het machtsevenwicht door het ontstaan van het Duitse keizerrijk op politiek,
Evolutie van de democratie in Nederland Met de Acte van Verlating van 1581 werd de onafhankelijkheid van de Republiek uitgeroepen, die na afloop.
23 Het streven van vorsten naar absolute macht 27 Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
De tijd van burgers en stoommachines H10 Politieke strijd en emancipatie Vroegmoderne tijd 19 e eeuw Paragraaf 10.1 ‘Conservatisme en liberalisme’
Tijdvak 7 De tijd van pruiken en revoluties Paragraaf 8.3 Burgers aan de macht.
Tijd van televisie en computer 1950 – nu
Een tijdlijn maken met ICT
Effectief antwoord geven op examenvragen GESCHIEDENIS
De Europese eenwording
Paragraaf 13.1 Oost en West.
Tijdvak 7 De tijd van pruiken en revoluties
Paragraaf 4.3 De strijd tussen paus en keizer
Paragraaf 2 ‘Nationalisme’
Albert van der Kaap 4 november 2016
Praktische opdracht: het bouwen van een website
Door: Gerard Rozing (CvTE)
Tijd van pruiken en revoluties 1700 – 1800
VROEG MODERNE TIJD HET RATIONEEL OPTIMISME EN HET VERLICHT DENKEN IN GODSDIENST, POLITIEK, ECONOMIE EN SOCIALE VERHOUDINGEN.
Cursus 3.2 Hoe verloren vorsten hun macht Klas 2 BK Lesweek 4
Informatieavond Geschiedenis in de bovenbouw
Kenmerken van het nieuwe examenprogramma
Hoofdstuk 1: Eerste Wereldoorlog, democratie en fascisme
Pilot maatschappijwetenschappen
Het hoe en wat nu? Groot onderhoud historische contexten HAVO
Het hoe en wat nu? Groot onderhoud historische contexten VWO
Geschiedenis 3.4 De verhouding tussen heer en vazal
Transcript van de presentatie:

In de huid van de toetsenmaker CSE 2015 geschiedenis Stephan Klein februari 2015

Oriëntatiekennis HC 1: Republiek HC 2: Duitsland HC 3: Koude Oorlog HC 4: Verlichting en Revoluties HC 1HC 4HC 2HC 3

Twee interpretaties, één examen Letterlijke interpretatie Oriëntatiekennis = - kenmerkende aspecten (KA) uit het hoofd leren - uitleggen met eigen voorbeelden - plaatsen in tien tijdvakken Voortschrijdend inzicht Oriëntatiekennis = - historische ontwikkelingen leren (op basis van KA’s) - in CSE uitleggen met gegeven voorbeelden - plaatsen in historische chronologie - in combinatie met meer uitgewerkte stofomschrijvingen

Tijd - ordenen van tijd - vergelijken - oorzaken en gevolgen - continuïteit en verandering Interpreteren - Stand plaatsgebondenheid - feit en mening - betrouwbaarheid bruikbaar- - representativiteit heid Betekenis nu - herinnering (herdenken, erfgoed) - oordelen (tijd- en plaatsgebondenheid) Historisch denken

Afrondende studie naar rol van erfgoed, historisch besef en leren over het verleden, nov

Domein A: toolkit of denkwijze? ‘Maak gebruik van standplaatsgebondenheid bij het verklaren van deze bron.’ ‘Is deze bron betrouwbaar?’ ‘Pas nu continuïteit en verandering toe op deze bronnen’ TOOLKIT-benadering

Domein A: toolkit of denkwijze? DENKWIJZE-benadering - concepten niet altijd letterlijk in vraag - concepten in elke context opnieuw onderzoeken - domein A is afkomstig uit onderzoekstraditie sinds 19 e eeuw © Van der Kaap, Histoforum

Voorbeeldvragen uit pilot examens havo en vwo

De standaardformule - Het voorbeeld wordt gegeven in een introducerende zin - De leerling noemt / verklaart / legt uit / interpreteert Voorbeeld van standaardvraag In de zesde eeuw brak voor de eerste keer een pestepidemie uit in het Oost-Romeinse Rijk: er stierven miljoenen mensen en de samenleving raakte ontwricht. Hoewel in de zevende en achtste eeuw ook nog uitbraken van de pest voorkwamen, bleef de eerstvolgende grote, zeer dodelijke pestepidemie uit tot Verklaar met een kenmerkend aspect van de vroege middeleeuwen waardoor grote pestepidemieën in die periode bijna niet voorkwamen in West-Europa. (Havo, 1 e, 2014, vr. 4, 2p.) Informatiegedeelte Vraaggedeelte

De standaardformule Voorbeeld van standaardvraag met bron Gebruik bron 2 De gebeurtenissen die in de bron worden beschreven passen bij een kenmerkend aspect van de Oudheid. Noem dit kenmerkend aspect. (vwo, 1 e, 2014, vr. 3, 1p.)

De Toepassingsvraag Toetst kennis in een onbekende context [b.v. een bron] Voorbeeld: Gebruik bron 7. Een conclusie: Het rapport van Geist laat zien dat Hitler de appeasementpolitiek gebruikt om zijn buitenlands-politieke doel te bereiken. Ondersteun deze conclusie door aan te geven: - (zonder bron) wat de appeasementpolitiek inhoudt en - (met bron) wat de bedoeling van Hitler is en - (met bron) dat hij de appeasementpolitiek gebruikt voor dit doel. (Havo, 1 e, 2014, vr. 17, 3p.)

1 Nicolaas Copernicus stelde vast dat de zon centraal stond in ons sterrenstelsel, wat bijdroeg aan de verandering van het middeleeuwse mens- en wereldbeeld. 2 De sterrenkundige Abu Rayhan al-Biruni, die in dienst was van de eerste islamitische vorst in Perzië, berekende de straal van de aarde. 3 De Griekse geleerde Anaxagoras werd gedwongen de stadstaat Athene te verlaten, omdat hij onderwees dat zon en maan geen goden waren maar uit vaste materie bestonden. 4 De astronoom Ptolemaeus ontwikkelde vanuit het Romeinse cultuurcentrum Alexandrië een naar hem genoemd model van ons sterrenstelsel. 5 De verlichte Fries Eise Eisinga bewees door de bouw van een schaalmodel van het zonnestelsel dat de paniek voor een dreigende botsing van planeten ongegrond was. 6 Johannes Fabricius nam voor het eerst met behulp van een telescoop de zonnevlekken en de rotatie van de zon waar. Zijn observaties leverden een bijdrage aan de wetenschappelijke revolutie. Historisch denken: tijd De volgordevraag

1. Verandering van middeleeuwse mens- en wereldbeeld 2. Eerste islamitische vorst in Perzië 3. Stadstaat Athene 4. Romeinse cultuurcentrum Alexandrië 5. De verlichte Fries 6. Wetenschappelijke revolutie De eigenlijke volgordevraag

1 Nicolaas Copernicus stelde vast dat de zon centraal stond in ons sterrenstelsel, wat bijdroeg aan de verandering van het middeleeuwse mens- en wereldbeeld. 2 De sterrenkundige Abu Rayhan al-Biruni, die in dienst was van de eerste islamitische vorst in Perzië, berekende de straal van de aarde. 3 De Griekse geleerde Anaxagoras werd gedwongen de stadstaat Athene te verlaten, omdat hij onderwees dat zon en maan geen goden waren maar uit vaste materie bestonden. 4 De astronoom Ptolemaeus ontwikkelde vanuit het Romeinse cultuurcentrum Alexandrië een naar hem genoemd model van ons sterrenstelsel. 5 De verlichte Fries Eise Eisinga bewees door de bouw van een schaalmodel van het zonnestelsel dat de paniek voor een dreigende botsing van planeten ongegrond was. 6 Johannes Fabricius nam voor het eerst met behulp van een telescoop de zonnevlekken en de rotatie van de zon waar. Zijn observaties leverden een bijdrage aan de wetenschappelijke revolutie. De volgordevraag

1 Sovjetleider Brezjnev en de Amerikaanse president Carter ondertekenden een verdrag waarin zij overeenkwamen het aantal atoomraketten te beperken. 2 De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Marshall kondigde aan dat de Verenigde Staten wilden investeren in de wederopbouw van de Europese economie. 3 De leiders Kennedy en Chroesjtsjov besloten na afloop van de Cubacrisis om een directe telefoonverbinding tussen het Witte Huis en het Kremlin in te stellen. 4 De Amerikaanse president Reagan riep zijn collega Gorbatsjov op om in verband met zijn hervormingsbeleid de Berlijnse Muur neer te halen. 5 Tijdens de conferentie van Potsdam beslisten de regeringsleiders Stalin, Churchill en Truman dat ter verzekering van de vrede Duitsland in bezettingszones verdeeld werd. 6 Sovjetleider Chroesjtsjov kondigde na de dood van Stalin aan, dat de Sovjet-Unie in haar buitenlands beleid een politiek van vreedzame coexistentie ging voeren. De volgordevraag (HC, vwo)

1 Sovjetleider Brezjnev en de Amerikaanse president Carter ondertekenden een verdrag waarin zij overeenkwamen het aantal atoomraketten te beperken. 2 De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Marshall kondigde aan dat de Verenigde Staten wilden investeren in de wederopbouw van de Europese economie. 3 De leiders Kennedy en Chroesjtsjov besloten na afloop van de Cubacrisis om een directe telefoonverbinding tussen het Witte Huis en het Kremlin in te stellen. 4 De Amerikaanse president Reagan riep zijn collega Gorbatsjov op om in verband met zijn hervormingsbeleid de Berlijnse Muur neer te halen. 5 Tijdens de conferentie van Potsdam beslisten de regeringsleiders Stalin, Churchill en Truman dat ter verzekering van de vrede Duitsland in bezettingszones verdeeld werd. 6 Sovjetleider Chroesjtsjov kondigde na de dood van Stalin aan, dat de Sovjet-Unie in haar buitenlands beleid een politiek van vreedzame coexistentie ging voeren. De volgordevraag (HC, vwo)

Groeiend nationalisme en snelle industrialisatie waren aan het einde van de negentiende eeuw beide van invloed op de Duitse Weltpolitik. Leg dit voor beide uit. (Havo, 1 e, 2014, vr. 14, 4p.) Historisch denken: oorzakelijke verbanden

Gebruik bron 4. Als regent behoort P.C. Hooft tot de elite in de Republiek. Zijn achtergrond speelt mee in het standpunt dat hij inneemt in zijn beschrijving van de Beeldenstorm. Leg dit uit door: - zijn oordeel over de Beeldenstorm te verbinden aan zijn sociaaleconomische positie als regent en - zijn oordeel over de Reformatie te verbinden aan zijn bestuurlijke positie als regent. (vwo, 2 e, 2014, vr. 7, 4p.) Historisch denken: standplaatsgebondenheid

Gebruik bron 7 en 8. De Franse politieke denkers in de achttiende eeuw worden beïnvloed door de ideeën van de Verlichting. Desondanks wordt er verschillend gedacht over de praktische uitvoering van de wetgevende macht. Geef aan dat Rousseau en Sieyès verschillen in hun visie over uitvoering van de wetgevende macht in de praktijk en verklaar dit vanuit het verschil in hun maatschappelijke positie. (vwo, 2013, 1 e, vr. 15, 4p.) Historisch denken: standplaatsgebondenheid

Een fragment uit een toespraak tot de Franse Nationale Vergadering van de revolutionaire politicus Emmanuel- Joseph Sieyès op 7 september …fragment … Toelichting In april 1789 breekt de Franse democratische revolutie uit. Sieyès is in dat jaar lid van de Nationale Vergadering, en wordt later een van de leiders van de Revolutie. Standplaatsgebondenheid: aanwijzingen in de bron

Stel: Je gebruikt de afbeelding op deze sarcofaag om de strijd tussen Romeinen en Goten te beschrijven Leg uit waarom je twijfelt aan de betrouwbaarheid van deze bron. (Havo, 1 e, 2014, vr. 3, 2p.) Historisch denken: Betrouwbaarheid

Gebruik bron 7. Stel: je doet onderzoek naar de neutraliteit van de Verenigde Staten vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog en je vindt deze bron. Geef een argument vóór de betrouwbaarheid van de informatie uit deze bron voor je onderzoek en een argument waardoor je kunt twijfelen aan de betrouwbaarheid van de informatie uit deze bron voor je onderzoek. (havo, 1 e, 2014, vr. 19, 2p.) Historisch denken: Betrouwbaarheid

Gebruik bron 13. Stel: je onderzoekt de populariteit van Hitler in 1933 in Duitsland. Geef een argument voor de betrouwbaarheid van de informatie uit deze bron voor je onderzoek. (vwo, 1 e, 2014, vr. 20, 1p.) Historisch denken: Betrouwbaarheid

Gebruik bron 3 en 4. Stel: je doet onderzoek naar de rol van koningen bij de verspreiding van het christendom over Europa en je gebruikt deze twee bronnen. Je stelt vast dat de informatie uit de ene bron betrouwbaarder is voor je onderzoek dan de informatie uit de andere bron. Geef met twee argumenten aan, welke bron de betrouwbaarste informatie voor je onderzoek bevat. (vwo, 1 e, 2014, vr. 6, 2p.) Historisch denken: Betrouwbaarheid

Een interpretatie: Je kunt in het optreden van de Sovjet-Unie in Tsjecho- Slowakije in 1968 en in de reactie van de Verenigde Staten daarop een continuïteit zien in het buitenlandse beleid van beide landen sinds 1956 tegenover Europa. Ondersteun je interpretatie door aan te geven wat de overeenkomst is in: - de koers van het bewind in Hongarije en het bewind in Tsjecho-Slowakije en - het optreden van de Sovjet-Unie in beide jaren en -de reactie van de Verenigde Staten in beide jaren daarop. (Havo, 1 e, 2014, vr. 25, 3p.) Historisch denken: Continuïteit & verandering

Vraaginstructies pilot 1 e tijdvak (2014) HavoaantalVwoAantal Leg uit17Leg uit11 Ondersteun interpretatie door 3Ondersteun conclusie / bewering door 5 Licht toe door uit te leggen / aan te geven 2Ontleen motief uit bron 1 Zet in volgorde2 2 Verklaar waardoor1 1 Geef aan1Geef4 Geef argument voor en tegen 1Geef aan met argumenten 1 Noem en geef1 3 Toon juistheid aan1Toon aan2

Domein A: begrippen die wel en niet voorkomen in pilot examens van 2014 WELNIET Oudheid, ME, Vroegmoderne Tijd, Moderne Tijd Namen van de 10 tijdvakken Kenmerkend aspect Chronologische volgorde Interpretatie / redeneringstandplaatsgebondenheid (wél getoetst) Oorzaken/redenen en gevolgen Continuïteit & verandering / ontwikkeling Mening Betrouwbaarheid Aard van de bron

Let op: er zijn nog KA’s buiten de Historische Contexten !

KA’s buiten Historische Contexten na 1600 Havo (12 k.a.) * 26: wetenschappelijke revolutie * 27: rationeel optimisme en verlicht denken * 28: verlicht absolutisme * 29: slavenhandel en abolitionisme * 30: democratische revoluties * 32: discussies sociale kwestie * 34: emancipatiebewegingen * 35: voortschrijdende democratisering * 42: Duitse bezetting van Nederland * 44: verzet tegen West-Europees imperialisme * 46: dekolonisatie * 49: ontwikkeling multiculturele samenlevingen Vwo ( 7 k.a.). - - * 29: slavenhandel en abolitionisme - * 32: discussies sociale kwestie * 34: emancipatiebewegingen * 35: voortschrijdende democratisering * 42: Duitse bezetting van Nederland * 44: verzet tegen West-Europees imperialisme - * 49: ontwikkeling multiculturele samenlevingen

Mogelijkheden in (nabije) toekomst - Minder informatie weggeven in informatiegedeelte of in toelichting - Meer combinaties van HC en oriëntatiekennis b.v. nationalisme Duitsland en Italië - combinatie van twee contexten, b.v en 1914 (vwo) - vergelijken van twee of meer bronnen met tegenstrijdige informatie: betrouwbaarheid, representativiteit - (kleine) wijzingen in syllabus (Historische Contexten)

Succes !!