 Bepaald?  Bepaald:De het  Bepaald: de het  Onbepaald?

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Redekundig ontleden Over waarom, wat en hoe....
Advertisements

Spelling en Schrijven en formuleren hoofdstuk 1,2&3
Met symbolen van Montessori
De samengestelde zin.
Uitleg bijwoordelijke bepaling (bwb)
Herhaling van hoofdstuk
Uitleg meewerkend voorwerp (mv)
naamwoordelijk gezegde
Uitleg lijdend voorwerp (lv)
Taaloefeningen.
Grammatica hst. 1 t/m 3 Woordsoorten Zinsdelen PV H1 WG LW H. 1 NG BNW
Fouten met verwijswoorden
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
Voorzetsels.
Stappenplan ontleden Enkelvoudige zinnen.
Wat weet jij over reptielen?
Bezittelijk voornaamwoord
Uitleg bijvoeglijke bepaling (bvb)
Grammatica Nederlands
Nederlands Woordsoorten.
Taaloefeningen.
2 VWO Werkwoorden.
Taaloefeningen.
Uitleg persoonsvorm (pv)
De telwoorden.
Taaloefeningen.
Wat gaan we doen vandaag?
Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde
Hoofdstuk 4 Grammatica woordsoorten
GRAMMATICA Groepjes woorden uit een zin die bij elkaar horen:
Betrekkelijk voornaamwoord en telwoord
Woordsoorten Maud Hutten.
Wat zijn verwijswoorden en hoe gebruik je die?
Woordsoorten benoemen
Woordsoorten benoemen
Nederlands Woensdag 6 januari 2va.
VRIJDAG 4 MAART NEDERLANDS. PROGRAMMA 15 minuten lezen Herhalen hoofdstuk 4 Oefeningen maken (TEST of oefenen op de site NN)
Werkwoorden en tijden van het werkwoord. Spoorboekje Oefening werkwoorden Uitleg werkwoorden Uitleg tijden Oefening tijden Wat gaan we leren? Jullie kunnen.
Werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde en de werkwoorden
WERKWOORDELIJK GEZEGDE
Werkwoordsvormen, voorzetsels en voegwoorden
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
Quiz tops en tips groep 5 en 6. Tops en tips In deze les maakte je maatje een gedicht over de nacht. Dit stond in ‘Zo zit het!’: ZO ZIT HET! Hier let.
Grammatica woordsoorten H1 t/m H6
De grote Grammatica woordsoorten Quiz!
Betrekkelijk voornaamwoord en telwoord. Aan het einde van deze les weet je… Wat een betrekkelijk voornaamwoord is en hoe je ze uit een zin haalt. Welke.
GRAMMATICA BLOK 1 T/M 4 Uitleg en voorbeelden Woordsoorten Basis leerjaar 4.
Grammatica woordsoorten
Grammatica zinsdelen 2vwo, periode 2a.
Grammatica woordsoorten H1 t/m H6
3 vwo Grammatica 1
Betrekkelijk voornaamwoord
Woordbenoemen Groep 6 en 7.
3a Grammatica
Hoofdstuk 1 Grammatica zinsdelen
Hoofdstuk 1 Grammatica woordsoorten
Verschil: redekundig en taalkundig ontleden
Grammatica Hoofdzin en bijzin.
Wedekerend ww en vnw Wederkerig vnw
Onbepaald voornaamwoord
Grammatica woordsoorten.
Grammatica Stappenplan wg of ng??.
Grammatica woordsoorten
Soorten werkwoorden.
Grammatica zinsdelen 2havo, periode 2a.
Werkwoorden Koppelwerkwoord Zelfstandig werkwoord Hulpwerkwoord
Twee gezegdes Er bestaan twee gezegdes:
Woordbenoemen Zelfstandig naamwoord, eigennaam, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, telwoord.
Grammatica: werkwoorden
WOORDSOORTEN HAVO-2.
Transcript van de presentatie:

 Bepaald?

 Bepaald:De het

 Bepaald: de het  Onbepaald?

 Bepaald: de het  Onbepaald: een

 Kun je..,…,…voorzetten

 de het en een voor zetten  Je kunt het……,….,…….,……,……

 de het en een voor zetten  Je kunt het ruiken zien horen voelen of proeven

 Zegt altijd iets over?

 Zegt altijd iets over het zelfstandige naamwoord  Is een?

 Zegt altijd iets over het zelfstandignaam woord  Het is een eigenschap

 Zelfstandig werkwoord zww  Kan dit alleen in de zin staan

 Ja dat kan

 Als er meerdere werkwoorden in de zin staan waar staat het zelfstandig werkwoord dan?

 achterin

 Is dit het belangrijkste werkwoord?

 Ja het is het belangrijkste werkwoord

 Zelfstandig werkwoord  Heeft een eigen betekenis en kan alleen in de zin staan. Als er meerdere werkwoorden in de zin staan. Dan is het zww het belangrijkste werkwoord of het voltooid deel woord. Zww staat meestal achter in

 Wat doet een koppel werkwoord?

 Een koppel werkwoord koppelt een eigenschap aan een mens dier of ding

 Wat zijn de negen werkwoorden die als ze echt koppelen koppel werkwoorden zijn?

Zijn blijken dunken Worden lijken heten Blijven schijnen voorkomen

 Koppel werkwoord kww  En kww koppelt een eigenschap aan een mens/dier/ding. Er zijn 9 kww’s die alleen kww zijn als het ook echt koppelt Zijn blijken dunken Worden lijken heten Blijven schijnen voorkomen

 Wat doet een hulpwerkwoord?

 Helpt het zww om in de zin te kunnen staan

 Waar kan een hulpwerkwoord ook bij staan?

 Bij een koppelwerkwoord

 Hulpwerkwoord hww  Helpt het zww om in de zin te kunnen staan ook kan het bij een kww in de zin staan

 Koppel werkwoord kww  En kww koppelt een eigenschap aan een mens/dier/ding. Er zijn 9 kww’s die alleen kww zijn als het ook echt koppelt Zijn blijken dunken Worden lijken heten Blijven schijnen voorkomen  Zelfstandig werkwoord  Heeft een eigen betekenis en kan alleen in de zin staan. Als er meerdere werkwoorden in de zin staan. Dan is het zww het belangrijkste werkwoord of het voltooid deel woord. Zww staat meestal achter in  Hulpwerkwoord hww  Helpt het zww om in de zin te kunnen staan ook kan het bij een kww in de zin staan

 Noem 7 voorbeelden

 Dat die dit deze zulke zo’n dergelijke

 Wat geeft het aan?

 Een persoon/ groep/personen

 Geef 7 voorbeelden

 Ik jij wij me mij jullie zij

 Wat geeft dit aan?

 Een bezit

 Geef 4 voorbeelden

 Haar zijn mijn onze

 Waar wijst het naar terug

 Wijst terug naar een eerder genoemd woord of een gedeelte van een zin

 Geef 6 voorbeelden

 Die,wie, wat,welke,hetgeen,dat

 Geef 7 voorbeelden

 Wie wat welk wat voor een wiens/wier

♪ Aanwijzend voornaam woord avnw  Dat die dit deze zulke zo’n dergelijke ♪ Persoonlijk voornaamwoord psvnw  Geeft een persoon/personen/groep aan  Ik jij wij me mij jullie zij ♪ Bezittelijk voornaamwoord  Geeft bezit aan  Haar zijn mijn onze ♪ Betrekkelijk voornaamwoord betr vnw  Alle mensen die daar staan  Wijst terug naar een eerder genoemd woord of een gedeelte van een zin  Die,wie, wat,welke,hetgeen,dat ♪ Vragend voornaam woord vr vnw  Wie wat welk wat voor een wiens/wier

 uit wat voor vormen bestaat het wederkerig?  Tip denk aan elkarig

 elkaar

 Verwijzen naar 1 persoon of meerdere

 meerdere

 Hoe komt het wederkerend voornaamwoord alleen voor?

 Alleen in combinatie met het wederkerend werkwoord

 Verwijzen naar personen die …….. zijn

 onderwerp

 Vage of duidelijke woordje?

 vage

 Zoals?(vier woorden)

 alles datgene iets niets

♪ Het wederkerig voornaam woord  bestaat uit elkaar en vormen van elkaar  Wederkerige vnw verwijzen naar meer personen  Tip als je bang bent dat je de namen wederkerend en wederkerig door elkaar haalt onthoud dan het verzonnen woord elkarig want elkaar is altijd wederkerig ♪ Wederkerend voornaamwoord  Het wederkerend voornaamwoord komt alleen voor in combinatie met wederkerend werkwoord  Zich schamen zich ergeren  het wederkerend verwijst naar de persoon die het onderwerp is ♪ Onbepaald voor naamwoord onbep vnw  Vage woordjes zoals alles datgene iets niets  Verwijzen naar iets vaags personen dingen dieren

 Zegt iets over?

bijvoegelijk naamwoord een ander bij woord een werkwoord

 Kunnen deze woorden anders worden benoemd?

 nope

 Zijn ze ook plaatsen?

 Hmmmm  Ja

 En tijd dan?

 Uuh ja duuhhh

 Dan zijn ze vast niet vragend of wel??

 Ze zijn ook weleens vragend

♪ Zegt iets over het bijvoegelijk naamwoord een ander bij woord een werkwoord ♪ Woordjes die anders niet te benoemen zijn ♪ Bijwoorden zijn ook plaats: hier daar rechts ergens nergens ♪ Tijdsbepaling: nu soms plotseling gauw ♪ Sommige woorden zijn vragend Waar wanneer waarom waardoor waarmee hoe

 Waaraan kan je denken?

 Kast woordjes  In de kast  Op de kast  Naast de kast  Oorlog  Tijdens de oorlog  Na de oorlog  Voor de oorlog  …..De mededeling

 Kast woordjes, … de oorlog, ….de mededeling

 Weet je bij onbepaald precies hoeveel?

 Nee anders had er wel bepaald gestaan  hahahahaha

 Rangtelwoord waar staat dat voor

 Nou dat zal ik eens haarfijn uitleggen

 Een plaats in een rij ;)  Bijvoorbeeld: achtste negenste laatste

 En een onbepaald rangtelwoord dan

 Nou bijvoorbeeld zoveelste hoeveelste middelste

 Onbepaald hoofdtel woord

 Bijvoorbeeld  Alle elke enige veel

 Bepaald hoofdtelwoord voorbeelden graag WANTED VOORBEELDEN

 Vijf twee nul drie

 Onbepaald je weet niet precies hoeveel  Bepaald je weet precies hoeveel  Rangtelwoord R= plaats in rij  Onbepaald R middelste zoveelste hoeveelste  Bepaald R eerste tweede vierde vijfde  Onbepaald H alle elke veel enige  Bepaald H vijf twee honderd nul

 Wat verbinden ze?

 Woorden woordgroepen met elkaar

 Bijvoorbeeld?

 En maar want of

 Voorbeelden graag

 Omdat daarom toen of hoewel opdat

 Verbinden zinnetjes /woorden/woordgroepen met elkaar  Neven(naast)schikkend voegwoord  En,maar, want, of  Onderschikkend voegwoord  Omdat,daarom,toch of hoewel, opdat,mits, indien,voordat, nadat  Verbindt gelijkwoord delen aan elkaar hoofdzin+hoofdzin

 Worden ze gebruikt om aandacht te trekken of om een uitroeping uit te drukken?

 jap

 Woorden die gebruikt worden om de aandacht te trekken of uitroepen van  Vreugde pijn ergernis

 Slaat dit terug op het onderwerp

 Jaaaaaa

 Me je zich enz slaat terug op het onderwerp

 Dit was de diapresentatie over grammatica alstublieft een hoog cijfer en laat ook een bericht achter