Taalgeschiedenis DT jaar 1 2015-2016 periode 3 College 1 Taalgeschiedenis DT jaar 1 2015-2016 periode 3
College taalgeschiedenis Modulewijzer met collegeoverzicht 56 SBU Vakliteratuur/collegemateriaal Schriftelijk tentamen periode 3 (HK periode 4)
kernbegrippen college 1 Oertalen Taalfamilie Taalcontact Taalverandering Interne factoren Externe factoren Proto-Indo-Europees
Doelen college 1 1. Je weet wat oertalen zijn en hoe zij zich verhouden tot het begrip taalfamilie. 2. Je weet welke twee factoren taalverandering bewerkstelligen. 3. Je kunt deze factoren koppelen aan sociolinguïstische invloeden.
Ter leringh ende vermaeck Filmpje Paulien Cornelisse (t/m 2.02)
Opdracht 1 Hoe werken historisch taalkundigen? Op zoek naar verwantschap.
bij opdr. 1 Vergelijk [1] – [16] – [33] > brood en [6] – [22] – [29] > bruid *Kennis van etymologie (herkomst woorden) belangrijk Zijn er andere woorden voor ‘brood’? BROOD: ook [4] – [11] – [14] – [20] – [30] – [37] – [42] > Romaanse talen (stammen van Latijn af) * Kennis van etymologie (herkomst woorden) belangrijk [36] komt van ‘bratu’ – ‘brat’- broeder (verg. frater)
verwantschap Historisch-vergelijkende taalwetenschap (19e eeuw) indeling in taalfamilies en taalgroepen door vergelijking van overgeleverd taalmateriaal uit vroegste tijden: reconstructie van prehistorische (niet overgeleverde) taalstadia
voorbeeld Nederlands: zoon Russisch: syn Sanskrit: su-nús Proto-Indo-Europees: *soenoes De Vaan (2012)
Taalniveaus voor onderzoek Verwantschap en verandering op verschillende taalniveaus: Fonologie (klankleer) Syntaxis (grammaticale constructies) Lexicon (woordenschat) Morfologie (woordvorming)
Voorbeelden (middelnederlands) Ic hebbe tote noch verdaget den camp [klank] ‘Ik heb tot nu toe de strijd verdaagd’ Mi gruwelt daer af wel sere [syntaxis] ‘Ik gruwel daar zeer van’ - Here Halewein, God moet u gheleyden [lexicon] ‘Heer Walewein, God moge u begeleiden’ - Doen spranc vord Fellon, die naen ‘Toen sprong Fellon, de dwerg, naar voren’ den camp – de strijd [zin bij a] [morfologie]
Voorbeelden (middelnederlands) naen: vgl. Frans woord voor 'tuinkabouter': nain de jardin
Opdracht 2 Gotisch en Nederlands: op zoek naar taalveranderingen op verschillende niveaus.
wulfila Bisschop Wulfila (311-383) ± 369 na Chr.: bijbelvertaling uit Grieks in het Gotisch > de oudst bewaarde Germaanse taal Pagina uit de Codex Argenteus ► (6e eeuw)
waar begint ‘het Nederlands’?
‘DE VROEGSTE NEVELEN…’ ± 1000 vóor Chr.: Oergermaans ▼ volksstammen met eigen talen, waaronder Keltisch Rond het jaar 0: Imperium Romanum in West-Europa > invloed Vulgair-Latijn ± 400 na Chr.: ineenstorting Romeinse rijk; Germaanse stammen: enorme Volksverhuizing (Franken, Angelen, Saksen, Friezen, Alamannen, West-Goten) > ontstaan van drie taalgroepen [] Proces van differentiatie Vulgair-Latijn versneld
Ontwikkeling van het Nederlands Periode Term 600 - 1150 Oudnederlands 1150 - 1500 Middelnederlands 16e/ 17e eeuw Nieuwnederlands ± 1795 – heden Modern Nederlands
Opdracht 3 Het Nederlands is lid van een grote taalfamilie. Hoe ziet deze stamboom er globaal uit?
Indo-europese taalfamilie
Germaanse taalfamilie http://christinne.punt.nl/content/2006/04/onze-taal-nederlands of Zuid-Germaans
Taalfamilies Taalfamilie = groep van talen die aan elkaar verwant zijn. Talen zijn familie van elkaar als ze dezelfde voorouders hebben.
Taalfamilies Indo-Europese taalfamilie: - Germaanse talen zoals Fries, Saksisch Engels, Duits, Nederlands, Afrikaans, Zweeds, Deens, Noors, IJslands en Faroërs - Indo-Iraanse talen zoals Hindi, Bengaals, Punjabi, Perzisch, Marathi en Urdu - Romaanse talen zoals Spaans, Portugees, Frans, Italiaans en Roemeens - Slavische talen zoals Russisch, Pools, Oekraïens, Tsjechisch, Bulgaars, Slowaaks, Servisch en Kroatisch
http://nl.wikipedia.org/wiki/Indo-Europese_talen
Taalfamilies Indo-Europese taalfamilie: Welke talen niet Indo-Europees? Baskisch, Fins, Hongaars en Estisch.
waardoor veranderen talen? Noteer in tweetallen zoveel mogelijk factoren (zo mogelijk met voorbeelden).
Taalverandering Interne factoren Externe factoren
Taalverandering Interne factoren - gebruik Externe factoren - prestige - frequentie sociolinguïstische factoren - attitude
Vragen?
- thuis bestuderen: zie collegeoverzicht - studieadvies: maak een tijdbalk met historische gebeurtenissen en gevolgen voor de ontwikkeling van onze taal en vul die de komende colleges verder in
Doelen college 1 1. Je weet wat oertalen zijn en hoe zij zich verhouden tot het begrip taalfamilie. 2. Je weet welke twee factoren taalverandering bewerkstelligen. 3. Je kunt deze factoren koppelen aan sociolinguïstische invloeden.