H7.1 Absolutisme in Frankrijk Regenten en vorsten
Frankrijk in de 16e eeuw Godsdienstoorlogen tussen Franse protestanten (Hugenoten) en katholieken in de 16de eeuw Dieptepunt was de Bloedbruiloft in 1572 Koning Hendrik IV maakt daar een eind aan: Edict van Nantes (1598) Godsdienstvrijheid voor Hugenoten Vrijsteden voor Hugenoten Vanaf 1610 onder koningschap van Lodewijk XIII bestuur in handen van kardinaal Richelieu Beperkt de macht van de adel Pakt de vrijsteden af van de Hugenoten
Lodewijk XIV (1638-1715) Koning in 1643 (minderjarig): regering onder kardinaal Mazarin Na een opstand van de adel (Fronde 1649) schakelt hij de adel uit (ontwapenen) Lodewijk gaat zelf regeren in 1661 en bouwt zijn macht verder uit (streven naar absolute macht) In heel Frankrijk Op bijna alle terreinen Zonder tegenspraak van anderen Hij baseert zich op de theorie van het droit divin (koning alleen verantwoording schuldig aan god)
Mazarin en Lodewijk XIV
Bossuet en het Droit Divin God vorst volk
Bestuur van Lodewijk XIV Ministers zijn de persoonlijke dienaren van de koning Aanstellen van ambtenaren (bijv. de intendanten: controleren de lokale bestuurders) Aanstellen van koninklijke rechters Edelen laten verhuizen naar het hof (meer controle) Leger onder Lodewijk XIV Staand leger instellen Koning opperbevelhebber
Economische politiek Mercantilisme invoeren: zoveel mogelijk goud en zilver voor de staatskas Wordt vormgegeven door minister Colbert (Colbertisme) Protectionistische maatregelen (Invoerrechten) Verbeteren van infrastructuur Uitbreiden van staatsbedrijven, kolonies en handelsondernemingen
Mercantilisme volgens Colbert (Colbertisme) Koloniën Grondstoffen Frankrijk Nijverheidsproducten maken in manufacturen . Kanalen en wegen uitbreiden Gelijke maten en gewichten Belastingen opleggen Producten uit Andere landen Andere landen invoerrechten Winst gaat vooral naar de uitbreiding van het leger, de vloot en het hof. Verschil tussen inkomsten en uitgaven heet betalingsbalans en alles wordt bijgehouden met een rijksbegroting.
Religieus beleid Alleen het katholieke geloof wordt toegestaan Edict van Nantes wordt ingetrokken (1685) Veel Hugenoten vluchten (zijn veel welvarende kooplieden)
Opheffing Edict van Nantes
Hofcultuur (7.2) Het hof wordt ook het cultureel centrum (Versailles) Kunst moet de grootsheid van de koning uitstralen (De Zonnekoning): Barok nieuwe kunststijl Aantrekken van veel kunstenaars en oprichten van kunstacademies Aan het hof strenge etiquette en rivaliteit tussen edelen Zelfverheerlijking via standbeelden, schilderijen, munten
Paleis van Versailles
Barok -veel versieringen -overdadig
Buitenlandse politiek Lodewijk XIV wil zijn macht vergoten Uitbreiding tot de Rijngrens (Republiek) Hegemonie in Europa krijgen Handelsoorlogen voeren Grootste vijand wordt de Republiek
Lodewijks oorlogen
Grenzen van het Absolutisme Geen goede communicatiemiddelen (controle onmogelijk: zeker in de gebieden ver van Versailles) Tegenwerking van lokale bestuurders en van corrupte ambtenaren Duur beleid (oorlogen en hofcultuur) leidt tot financiële problemen Te weinig controle (geen geheime politie)