Spaans week 9 les 1 3HD.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Bienvenidos a la clase de español
Advertisements

Redekundig ontleden Over waarom, wat en hoe....
Ser en Estar Ser = zijn + een eigenschap ( langdurig, altijd)
Werkwoordspelling – persoonsvorm, onderwerp, t. t
naamwoordelijk gezegde
Grammar Chapter 4 – G4 Meervoud.
P LANNER - s.com s.com.
Leesvaardigheid (ook te vinden op LaPlaza)
Bienvenidos a la clase de español conjugar los siguientes verbos hablar llevar Escribir leer Escuchar aprender vivir 2.
Estar De vertaling van dit werkwoord: (yo) estoy (tú) estás
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
Vandaag hebben we het over :
Futur van regelmatige werkwoorden
Doe-woorden of … Werkwoorden.
El Futuro Toekomstige tijd. Er zijn verschillende manieren om over een aktie in de de toekomst te spreken :  Ir + a + infinitive  Vamos a estudiar en.
Ser De vertaling van dit werkwoord: (yo) soy (tú) eres
Voorzetsels.
Ser/Estar/Hay en de Gerundio
2 hv en 2 A+ Grammaire chapitre 4.
Verbos/werkwoorden.
Doel: persoonsvormen in de t.t.
Grammar Chapter 4 – G2 If + past simple. Je wist al dat je voor het woordje als in het Engels if kunt gebuiken. We gaan hier even mee verder. Het kan.
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
Three steps to success Foutloos zinnen vertalen in drie stappen
All Right 3hv Unit 1 Grammar 4.1
WERKWOORDSPELLING Hoe doe je dat ?.
Brugklas Werkwoordspelling.
2. Grammatica en spelling
Nog een verleden tijd…… De imperfecto. In de pretérito imperfecto zitten weinig onregelmatige werkwoorden. Hier onder de uitgangen van de regelmatige.
Inhoud 1 Grammatica en woordenschat blokken 1 + 2:
Reijn, Bart, Leny, Nick & Bjarny Spaans A5A
GRAMMATICA Groepjes woorden uit een zin die bij elkaar horen:
Hoe gebruik ik -d & -t? Leren en oefenen Maar eerst…….
Spaanse werkwoorden met klinkerverandering
Hoy es viernes el 30 de octubre Vandaag is het vrijdag 30 oktober
3HD Unidad 3: Y tú, ¿cómo eres? Granada. Programa Start Unidad 3 Filmpje: Granada (3 op reis) Start taak Unidad 3 + eigen woordenlijst.
2 HAVO Unidad 3: Mi casa es tu casa ¿Qué día es hoy? Hoy es miércoles el 2 de diciembre Welke dag is het vandaag? Vandaag is het 2 december.
Hoy es lunes Vandaag is het maandag. Programa Proefwerk bespreken in vorm van SPEL Proefwerk uitdelen Eigen woordenlijst afmaken en inleveren Bron C Bron.
Hoe gebruik je een woordenboek?
Hoy es miércoles el 28 de octubre Vandaag is het woensdag 28 oktober.
Woordsoorten benoemen
Woordsoorten benoemen
3HD Unidad 3: Y tú, ¿cómo eres? Granada. Programa Inleveren eigen woordenlijst Nakijken opdr. 1 Bron C (maken opdr. 3 en opdr. 8) Bron D (uitleg en maken.
Is ‘t kofschip gezonken…?
Nederlands Woensdag 6 januari 2va.
VRIJDAG 4 MAART NEDERLANDS. PROGRAMMA 15 minuten lezen Herhalen hoofdstuk 4 Oefeningen maken (TEST of oefenen op de site NN)
WEEK 2: 11 T/M 15 JANUARI Unidad 3: Y tú, ¿cómo eres?
Werkwoordspelling -d of –t?
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
Programa Leestekst (in stilte) Uitleg Bron G/oefenen Zelfstandig werken aan tarea (tijdschrift)
HERHALING U5 EN U6 2HSP. BRON D – UNIDAD 5 Het bezittelijk vnw geeft aan van wie iets of iemand is. In het Spaans hangt de vorm van het bezittelijk vnw.
Bijvoeglijk naamwoord
Tot nu toe ken je: De tegenwoordige tijd (ik eet, ik praat etc.) (Yo) como, (Yo) hablo. De toekomende tijd (wat je van plan bent om te gaan doen, morgen.
MI CASA ES TU CASA ¡VAMOS AL INSTITUTO! 2HSP2. PROGRAMA ¿Qué día es hoy? Hoy es miércoles el dos de marzo Unidad 4 herhalen Proeftoets Unidad 4 Spelletjes.
MI CASA ES TU CASA ¡VAMOS AL INSTITUTO! 2HSP2. PROGRAMA ¿Qué día es hoy? Hoy es martes el primer de marzo Leestoets afronden (20 min./22 min. extra tijd)
 Grammar year 1 Everything you need to know for your test in the test week!
HERHALING U5 en U6 3 H.
Engels Alles nog even herhalen hoofdstuk 13 Nu Engels boek B
SO’s en toets SO  maandag 3 november Leren: TB blz. 16  alleen de persoonlijke voornaamwoorden TB blz. 21 helemaal! Dus ook de Frases clave!!! TB blz.
POR y PARA POR PARA Oorzaak/reden (vanwege)
Profesora: Edna Trilleros
Hoofdstuk 1 Grammatica woordsoorten
Werkwoordspelling. Werkwoordspelling Tegenwoordige tijd Als de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd staat, kun je kiezen uit drie vormen: 1 = ik-vorm.
El presente perfecto.
Werkwoordspelling Doel: persoonsvormen in de t.t..
formar (yo) canto  (yo) bebo  (yo) vivo  (yo) llevo una camisa  (Tú) bailas  (tú) llamas  (él) toca la guitarra  (ella) baila salsa 
Los verbos : SER (zijn) ESTAR (zich bevinden) LLEVAR (dragen)
NEW INTERFACE UNIT 2 : GRAMMAR
Estar + gerundio aan het doen.
Grammatica: werkwoorden
Transcript van de presentatie:

Spaans week 9 les 1 3HD

Programa 20 minuten leestoets afronden (22 min. extra tijd) Herhaling grammatica Unidad 3 en 4 Proeftoets Unidad 3 en 4 maken en nakijken

Leerstof Unidad 3 Bron D (bijvoeglijk naamwoord) Bron G (klinkerwisseling o/u  ue) Bron J (gebiedende wijs) Unidad 4 Bron D (ser y estar) Bron G (klinkerwisseling e  i) Bron I (estar + gerundio)

Unidad 3 Bron D Bijvoeglijk naamwoord (el adjetivo) Zegt iets over mensen of dingen (zelfst. nw) Het bijvoeglijk naamwoord staat in het Spaans bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. In het Nederlands staat het bijvoeglijk naamwoord er juist voor. Pedro lleva una camisa azul. Pedro draagt een blauwe trui.

Soms staat het bijv. nw in het Spaans voor het zelfstandig naamwoord Soms staat het bijv. nw in het Spaans voor het zelfstandig naamwoord. Dit is het geval bij woorden die een hoeveelheid aangeven, zoals: poco/poca, medio/media, otro/otra, mucho/mucha, demasiado/demasiada Pedro tiene poco dinero. Pedro heeft weinig geld.

In klas 2 heb je al geleerd: Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op –o (bonito) Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een andere letter dan een –o, bijvoorbeeld op een –e (elegante) of op een medeklinker (azul): mannelijk vrouwelijk enkelvoud bonito bonita meervoud bonitos bonitas mannelijk vrouwelijk enkelvoud elegante azul meervoud elegantes azules

Ook heb je geleerd dat: Rosa, Naranja, lila (kleuren die eindigen op –a) nooit veranderen. Llevo una falda rosa. Llevo un vestido rosa. Mi hermana ha comprado dos vestidos rosa.

Unidad 3 Bron G Werkwoorden met een o of een u in de stam (-ar, -er, -ir) krijgen in plaats van de o of u in de vervoeging een ue. JUGAR (spelen)  stam = JUG  de U wordt een UE in de vervoeging van YO, TÚ, ÉL, ELLA, USTED en ELLOS, ELLAS, USTEDES. De U verandert niet bij NOSOTROS en VOSOTROS JUGAR YO JUEGO TÚ JUEGAS EL, ELLA, USTED JUEGA NOSOTROS JUGAMOS VOSOTROS JUGÁIS ELLOS, ELLAS, USTEDES JUEGAN

Om klinkerwisseling goed te kunnen toepassen, moet je daarnaast ook goed de uitgangen weten (wat er achter de stam komt)  blz. 84 WW op -AR WW op -ER WW op -IR O AS ES A E AMOS EMOS IMOS ÁIS ÉIS ÍS AN EN

UNIDAD 3 Bron J De gebiedende wijs geeft een opdracht/aanwijzing of bevel aan. Eet gezond! ¡Come sano! De gebiedende wijs maak je in het Spaans als volgt: Ga eerst op zoek naar de stam van het werkwoord. Daarna kun je de volgende ‘letters’ achter de stam plakken. Koop (jij) een cadeau voor oma! Comprar  ¡Compra un regalo para abuelita! VORM -AR -ER -IR Tú (jij) A E Usted (u)

Unidad 4 Bron D ESTAR Tijdelijk/kan veranderen Geeft antwoord op de vragen: ¿Dónde? -> waar? -> Plaats ¿Cómo? -> Hoe? -> resultaat van iets (bv. ziek zijn = tijdelijk ) ESTAR= ZIJN Yo estoy Tú estás Él, ella, usted está Nosotros estamos Vosotros estáis Ellos, ellas, ustedes están

Niet tijdelijk/verandert niet Geeft antwoord op: SER Niet tijdelijk/verandert niet Geeft antwoord op: ¿Quién? Of ¿Qué? ¿Cuándo? ¿Cómo?  geeft dan een onveranderlijke eigenschap (bv. Mis ojos son verdes) SER = ZIJN Yo soy Tú eres Él, ella, usted es Nosotros somos Vosotros sois Ellos, ellas, ustedes son

Unidad 4 Bron G Werkwoorden met een e in de stam (-ar, -er, -ir) krijgen in plaats van de e in de vervoeging een i. REPETIR (herhalen)  stam = REPET  de 2e E wordt een I in de vervoeging van YO, TÚ, ÉL, ELLA, USTED en ELLOS, ELLAS, USTEDES. De E verandert niet bij NOSOTROS en VOSOTROS REPETIR YO REPITO TÚ REPITES ÉL, ELLA, USTED REPITE NOSOTROS REPETIMOS VOSOTROS REPETíS ELLOS, ELLAS, USTEDES REPITEN

In het proefwerk staan opdrachten met klinkerwisseling door elkaar In het proefwerk staan opdrachten met klinkerwisseling door elkaar. Dit betekent dat je moet kunnen herkennen aan het HELE WW of je te maken hebt met een O/U in de stam (en dan dus UE moet toepassen) of met een E in de stam (en dan I moet toepassen).

UNIDAD 4 BRON I Iets is aan de gang/ iets is bezig  present continuous (ENGELS) I am reading a book/ I am dancing etc. TO BE + WW –ing In het Spaans heb je 2 dingen nodig om deze tijd uit te drukken: Een vorm van het werkwoord ESTAR Je kunt aan de zin zien welke vorm je moet gebruiken (persoon) GERUNDIO (stam + ando/iendo) -AR -ER -iR TRABAJAR TRABAJANDO COMER COMIENDO VIVIR VIVIENDO

Ejemplos: Ik ben aan het koken. Estoy cocinando (cocinar) Wij zijn door Peru aan het reizen. Estamos viajando (viajar) por Perú. Jij bent je huiswerk aan het maken. Tú estás haciendo (hacer) tus deberes.