Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdThomas Brabander Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Vervoerder van dieren Vervoerder van dieren
2
Identificatie en registratie
Module runderen Vervoerder van dieren
3
Identificatie en registratie
1.1 Indien een rund maar beschikt over één oormerk, mag dit dan afgevoerd worden naar een binnenlands slachthuis? Ja Neen Ja, mits het gebruik van een slachthuisetiket Vervoerder van dieren
4
Identificatie en registratie
1.2. Op een oormerk wordt het aantal hermerkingen aangegeven door Een arabisch cijfer (1,2, …) Een Romeins cijfer (I, II,…) Een letter (a, b,…) Vervoerder van dieren
5
Identificatie en registratie
1.3 Bij het vervoer moet een rund vergezeld zijn van Het vertrekluik Het paspoort Het meldingsformulier Vervoerder van dieren
6
Identificatie en registratie
1.4 Een paspoort is geldig met Verkleefd sanitair vignet Vertrekdatum en handtekening van de overlater Vertrekdatum, handtekening van de overlater en verkleefd sanitair vignet Vervoerder van dieren
7
Identificatie en registratie
1.5 Bij afvoer van een rund naar het slachthuis is het sanitair vignet beperkt geldig, meer bepaald 5 dagen 7 dagen 14 dagen Vervoerder van dieren
8
Identificatie en registratie
1.6 Wat noteert de vervoerder op het vertrekluik bij het laden van een dier? Vertrekdatum Vervoerdersnummer Vertrekdatum en vervoerdersnummer Vervoerder van dieren
9
Identificatie en registratie
Module varkens Vervoerder van dieren
10
Identificatie en registratie
1.7 Een beslagoormerk vermeldt De beslagcode Een verbondscode Het inrichtingsnummer Vervoerder van dieren
11
Identificatie en registratie
1.8 Een varken dat afgevoerd wordt naar het slachthuis wordt gemerkt met De klophamer Een exportoormerk Een verbondsoormerk Vervoerder van dieren
12
Identificatie en registratie
Module kleine herkauwers Vervoerder van dieren
13
Identificatie en registratie
1.9 Elk schaap of geit, niet bestemd om binnen het jaar te slachten, geboren na 10 juli 2005 moet beschikken over 1 plastieken oormerk 2 identieke plastieken oormerken 1 plastieken oormerk, tenzij voor uitvoer dan moet het beschikken over 2 identieke plastieken oormerken Vervoerder van dieren
14
Identificatie en registratie
1.10 Indien een schaap bestemd voor afvoer naar een binnenlands slachthuis één oormerk verloren is, dan mag het toch vervoerd worden Indien er twee nieuwe oormerken geplaatst worden Indien er bijkomend een beslagoormerk geplaatst wordt Met één oormerk Vervoerder van dieren
15
Identificatie en registratie
Module paarden Vervoerder van dieren
16
Identificatie en registratie
1.11 Welk document moet een paard steeds vergezellen? Paspoort Vervoersbewijs Laad- en losbon Vervoerder van dieren
17
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
Algemene Module Vervoerder van dieren
18
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.1 Welke van volgende dieren mogen niet vervoerd worden? Pasgeboren zoogdieren waarvan de navel nog niet geheeld is Een licht gewond dier waarbij het transport geen extra lijden veroorzaakt Een drachtig dier over de helft van de draagtijd Vervoerder van dieren
19
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.2 Het vervoermiddel moet voorzien zijn van Een hefplatform Een antislipvloer Zwaailicht Vervoerder van dieren
20
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.3 Zogende koeien, ooien en geiten die niet vergezeld worden van hun jongen moeten minimum gemolken worden om de 8 uur 12 uur 14 uur Vervoerder van dieren
21
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.4 In welk geval mogen dieren van verschillende soorten samen behandeld en vervoerd worden? Als ze even groot zijn Als ze van hetzelfde bedrijf komen Als ze bij elkaar opgefokt zijn Vervoerder van dieren
22
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.5 De maximale duur van een kort transport is 12 uur indien het geen grensoverschrijdend transport is 12 uur 10 uur Vervoerder van dieren
23
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.6 Drachtige dieren mogen vervoerd worden tot de dracht 70% gevorderd is 80% gevorderd is 90% gevorderd is Vervoerder van dieren
24
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.7 Hoeveel dagen mag een dier na het werpen niet vervoerd worden? 10 dagen 7 dagen 14 dagen Vervoerder van dieren
25
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.8 Op welke wijze is op de vrachtwagen aangegeven dat het een transport van dieren betreft? Er staat een tekening van de desbetreffende diersoort op de vrachtwagen Op de vrachtwagen staat een merkteken zoals ‘vervoer van dieren‘ Er is geen aanduiding Vervoerder van dieren
26
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.9 Er moet strooisel of een ander gelijkwaardig materiaal voorzien worden voor: kalveren jonger dan 6 maand kalveren ouder dan 6 maand kalveren ouder dan 8 maand Vervoerder van dieren
27
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.10 Ingeval van lang transport mogen runderen (geen slachtvee) maximaal 19 uur + eventueel 2 uur vervoerd worden 29 uur + eventueel 2 uur vervoerd worden 24 uur + eventueel 2 uur vervoerd worden Vervoerder van dieren
28
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.11 Vanaf welk gewicht mogen biggen lang transport ondergaan? 5 kg 10 kg 12 kg Vervoerder van dieren
29
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.12 Hoelang mag een lang transport van varkens duren alvorens ze uitgeladen, gevoederd en gedrenkt moeten worden en 24 uur rust krijgen? 14 uur 20 uur 24 uur Vervoerder van dieren
30
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.13 Hoe moet het dak zijn van een vervoermiddel voor lang transport? zwart donkere kleur lichte kleur Vervoerder van dieren
31
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.14 Hoeveel mag de temperatuur (wettelijk) bedragen in het voertuig? (met een tolerantie) Tussen de –5°C en 10° C Tussen de 5°C en 30° C Tussen de 10°C en 35 °C Vervoerder van dieren
32
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.15 Hoelang moet het ventilatiesysteem (wettelijk) onafhankelijk van de motor kunnen werken? 2 uur 4 uur 8 uur Vervoerder van dieren
33
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
Module runderen Vervoerder van dieren
34
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.16 Kalveren met geheelde navel en jonger dan 10 dagen Mogen niet vervoerd worden Mogen onbeperkt vervoerd worden Mogen over maximum 100 km vervoerd worden Vervoerder van dieren
35
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.17 Kalveren van ongeveer 50 kg moeten beschikken over 0,70 tot 0,95 m² oppervlakte per dier 0,30 tot 0,40 m² oppervlakte per dier 0,40 tot 0,70 m² oppervlakte per dier Vervoerder van dieren
36
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.18 Runderen van ongeveer 550 kg moeten beschikken over 0,70 tot 0,95 m² oppervlakte per dier 1,30 tot 1,60 m² oppervlakte per dier 0,40 tot 0,70 m² oppervlakte per dier Vervoerder van dieren
37
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
Module varkens Vervoerder van dieren
38
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.19 Bij een transport van varkens moeten Alle varkens kunnen gaan liggen De helft van de varkens kunnen gaan liggen De varkens niet kunnen gaan liggen Vervoerder van dieren
39
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.20 Tot welke leeftijd mogen biggen over max. 100 km vervoerd worden ? 1 week 2 weken 3 weken Vervoerder van dieren
40
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.21 Er moet strooisel of een ander gelijkwaardig materiaal voorzien worden voor: biggen minder dan 10 kg varkens meer dan 20 kg varkens ouder dan 5 maand Vervoerder van dieren
41
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
Module kleine herkauwers Vervoerder van dieren
42
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.22 Geiten van minder dan 35 kg moeten beschikken over 0,70 tot 0,95 m² oppervlakte per dier 0,30 tot 0,40 m² oppervlakte per dier 0,20 tot 0,30 m² oppervlakte per dier Vervoerder van dieren
43
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.23 Tot welke leeftijd mogen lammeren over max. 100 km vervoerd worden 1 week 2 weken 3 weken Vervoerder van dieren
44
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.24 Er moet strooisel of een ander gelijkwaardig materiaal voorzien worden voor: lammeren minder dan 20 kg lammeren meer dan 20 kg lammeren ouder dan 5 maand Vervoerder van dieren
45
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
Module pluimvee Vervoerder van dieren
46
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.25 Hoeveel ruimte moeten eendagskuikens hebben 15-18 cm² per kuiken 21-25 cm² per kuiken cm² per kuiken Vervoerder van dieren
47
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.26 Tot welke leeftijd mogen eendagskuikens vervoerd worden? 48 uur 72 uur 24 uur Vervoerder van dieren
48
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.27 Voor eendagskuikens moet, indien het transport langer dan 24 uur duurt, voorzien worden: Voeder Water Voeder en water Vervoerder van dieren
49
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
Module paarden Vervoerder van dieren
50
Algemene voorwaarden voor het vervoer van dieren
2.28 Er moet strooisel of een ander gelijkwaardig materiaal voorzien worden voor: Veulens jonger dan 4 maand Veulens ouder dan 4 maand Veulens ouder dan 5 maand Vervoerder van dieren
51
Administratieve verplichtingen
Module runderen Vervoerder van dieren
52
Administratieve verplichtingen
3.1 Een vervoerder van runderen moe Het register van het vervoer registreren via een internettoepassing Het register van het vervoer opsturen naar DGZ / ARSIA Het register van het vervoer bewaren op de bedrijfszetel Vervoerder van dieren
53
Administratieve verplichtingen
3.2 De vervoerder moet het ontsmettingsboekje Altijd bij hebben Enkel bij hebben bij vervoer naar het slachthuis Nooit bij hebben Vervoerder van dieren
54
Administratieve verplichtingen
3.3 Welk van onderstaande documenten moet de vervoerder bewaren op het bedrijf? Originele toelating als vervoerder Getuigschrift van vakbekwaamheid Rijbewijs Vervoerder van dieren
55
Administratieve verplichtingen
3.4 Bij het laden noteert de vervoerder: De vermoedelijke lostijd De effectieve lostijd Geen lostijd Vervoerder van dieren
56
Administratieve verplichtingen
Module varkens Vervoerder van dieren
57
Administratieve verplichtingen
3.5 Op de laadplaats moet de vervoerder volgend exemplaar van de laad-en losbon nalaten wit geel roze Vervoerder van dieren
58
Administratieve verplichtingen
3.6 De vervoerder moet het ontsmettingsboekje Altijd bijhebben Enkel bijhebben bij vervoer naar het slachthuis Nooit bijhebben Vervoerder van dieren
59
Administratieve verplichtingen
3.7 Welk van onderstaande documenten moet de vervoerder bewaren op het bedrijf? Originele toelating als vervoerder Getuigschrift van vakbekwaamheid Rijbewijs Vervoerder van dieren
60
Administratieve verplichtingen
3.8 Bij het laden noteert de vervoerder: De vermoedelijke lostijd De effectieve lostijd Geen lostijd Vervoerder van dieren
61
Administratieve verplichtingen
Module kleine herkauwers Vervoerder van dieren
62
Administratieve verplichtingen
3.9 De vervoerder moet het ontsmettingsboekje Altijd bij hebben Enkel bij hebben bij vervoer naar het slachthuis Nooit bij hebben Vervoerder van dieren
63
Administratieve verplichtingen
3.10 Het document om een vervoer van kleine herkauwers te noteren is Een laad-en losbon Een begeleidingsdocument een verplaatsingsdocument Vervoerder van dieren
64
Administratieve verplichtingen
3.11 Welk van onderstaande documenten moet de vervoerder bewaren op het bedrijf? Originele toelating als vervoerder Getuigschrift van vakbekwaamheid Rijbewijs Vervoerder van dieren
65
Administratieve verplichtingen
3.12 Bij het laden noteert de vervoerder: De vermoedelijke lostijd De effectieve lostijd Geen lostijd Vervoerder van dieren
66
Administratieve verplichtingen
Module pluimvee Vervoerder van dieren
67
Administratieve verplichtingen
3.13 De vervoerder moet het ontsmettingsboekje Altijd bij hebben Enkel bij hebben bij vervoer naar het slachthuis Nooit bij hebben Vervoerder van dieren
68
Administratieve verplichtingen
3.14 Welk van onderstaande documenten moet de vervoerder bewaren op het bedrijf? Originele toelating als vervoerder Getuigschrift van vakbekwaamheid Rijbewijs Vervoerder van dieren
69
Administratieve verplichtingen
3.15 Bij het laden noteert de vervoerder: De vermoedelijke lostijd De effectieve lostijd Geen lostijd Vervoerder van dieren
70
Administratieve verplichtingen
Module paarden Vervoerder van dieren
71
Administratieve verplichtingen
3.16 De vervoerder moet het ontsmettingsboekje Altijd bij hebben Enkel bij hebben bij vervoer naar het slachthuis Nooit bij hebben Vervoerder van dieren
72
Administratieve verplichtingen
3.17 Welk van onderstaande documenten moet de vervoerder bewaren op het bedrijf? Originele toelating als vervoerder Getuigschrift van vakbekwaamheid Rijbewijs Vervoerder van dieren
73
Administratieve verplichtingen
3.18 Bij het laden noteert de vervoerder: De vermoedelijke lostijd De effectieve lostijd Geen lostijd Vervoerder van dieren
74
Eerste hulp bij ongevallen
Module runderen Vervoerder van dieren
75
Eerste hulp bij ongevallen
4.1 In geval van betrokkenheid bij een verkeersongeval met een vrachtwagen geladen met runderen tracht ik: de runderen zo snel mogelijk uit de laadruimte te halen eventueel gewonde dieren te verzorgen steeds de hulpdiensten én een dierenarts te verwittigen Vervoerder van dieren
76
Eerste hulp bij ongevallen
4.2 Wanneer ik tijdens een routinecontrole van kalveren in de laadruimte merk dat er enkele dieren erg onderkoeld zijn dan: verwittig ik onmiddellijk een dierenarts probeer ik de onderkoelde dieren met warme doeken en wrijfbewegingen terug op te warmen en verwittig een dierenarts als er na 30 minuten geen zichtbaar herstel optreedt laad ik de dieren uit om ze naar een warmere plaats te brengen Vervoerder van dieren
77
Eerste hulp bij ongevallen
4.3 Men spreekt van hypothermie of onderkoeling bij een rund: als de dieren hypergevoelig worden en beginnen te hijgen als de lichaamtemperatuur boven de 41°C uit stijgt als het dier koud aanvoelt, suf wordt en de lichaamtemperatuur onder de 38°C zakt Vervoerder van dieren
78
Eerste hulp bij ongevallen
Module kleine herkauwers Vervoerder van dieren
79
Eerste hulp bij ongevallen
4.4 Wanneer ik bij het vervoer van schapen bij enkele dieren oververhitting vaststel dan: kan ik de dieren die reeds te ver in shock zijn uit hun lijden verlossen door middel van een slachtpistool probeer ik de dieren zo snel mogelijk met koud water af te koelen en verwittig ik, indien na 30 minuten geen beterschap optreedt, een dierenarts verwittig ik onmiddellijk een dierenarts en probeer ondertussen de dieren met koud water wat af te koelen Vervoerder van dieren
80
Eerste hulp bij ongevallen
Module paarden Vervoerder van dieren
81
Eerste hulp bij ongevallen
4.5 Wanneer onderkoeling van paarden optreedt tijdens het verloop van een transport moet ik: de dieren zo snel mogelijk naar een warmere plaats overbrengen proberen om met warme doeken en wrijfbewegingen de dieren op te warmen en indien na 30 minuten geen beterschap optreedt, een dierenarts te verwittigen steeds onmiddellijk een dierenarts verwittigen en intussen het paard (of paarden) proberen op te warmen door middel van warme doeken, wrijfbewegingen of overbrenging naar een warmere plaats Vervoerder van dieren
82
Eerste hulp bij ongevallen
Module pluimvee Vervoerder van dieren
83
Eerste hulp bij ongevallen
4.6 De beladingsgraden bij pluimveetransport zijn afhankelijk van: het gewicht de leeftijd de rijafstand Vervoerder van dieren
84
Eerste hulp bij ongevallen
4.7 Voor kippen moet geen voeder of water voorzien worden als het transport korter duurt dan: 24u 48u 12u Vervoerder van dieren
85
Eerste hulp bij ongevallen
Module varkens Vervoerder van dieren
86
Eerste hulp bij ongevallen
4.8 Wat is de normale lichaamstemperatuur bij varkens? 37.5°C 38.5°C 39.5°C Vervoerder van dieren
87
Eerste hulp bij ongevallen
4.9 Wanneer kan bij varkens van oververhitting gesproken worden? Bij een rectale temperatuur boven: 39°C 40°C 41°C Vervoerder van dieren
88
Eerste hulp bij ongevallen
4.10 Welke maatregelen kunnen door de chauffeur van het veetransport onmiddellijk genomen worden ingeval van onderkoeling van de varkens? laat de dieren bekomen – sluit alle luchttoevoer af om tocht te vermijden verwarm de dieren – breng de dieren in een verwarmde ruimte over bel de dierenarts en blijf rustig afwachten Vervoerder van dieren
89
Eerste hulp bij ongevallen
4.11 Hoe kan men op basis van uitwendige tekenen vaststellen dat varkens aan oververhitting lijden, wanneer men niet over een thermometer beschikt? rillen – sufheid – hijgen hijgen – benauwdheid – speekselen benauwdheid – overmatig speekselen – koud aanvoelen Vervoerder van dieren
90
Eerste hulp bij ongevallen
4.12 Welke directe maatregelen kan men nemen bij varkens die aan oververhitting lijden? koel de dieren af met ijskoud water verwittig de dierenarts en wacht ondertussen af verfris de dieren met matig koud water - verwittig ondertussen de dierenarts Vervoerder van dieren
91
Eerste hulp bij ongevallen
4.13 Hoe herkent de chauffeur van het varkenstransport dat de biggen aan onderkoeling lijden? hijgen – rillen – benauwdheid rillen – speekselen – koud aanvoelen sufheid – koud aanvoelen – rillen Vervoerder van dieren
92
Reinigen en ontsmetten
Algemene Module Vervoerder van dieren
93
Reinigen en ontsmetten
5.1 Waarom dient een vrachtwagen na de reiniging nog ontsmet te worden? om visuele reinheid te accentueren om de overgebleven bacteriën en virussen te doden om de schimmelconcentratie te minimaliseren Vervoerder van dieren
94
Reinigen en ontsmetten
5.2 Welke zijn de belangrijkste parameters voor een succesvolle ontsmettingsprocedure? contacttijd – waterkwaliteit contacttijd – productconcentratie contacttijd – productkeuze Vervoerder van dieren
95
Reinigen en ontsmetten
5.3 Welke zijn de mogelijke gevolgen van een onvoldoende naspoeling na het ontsmetten van de laadruimte? houtkrullen blijven plakken aan de oppervlakte irritatie bij contact met dieren geurhinder in de stuurkabine Vervoerder van dieren
96
Reinigen en ontsmetten
5.4 Wat is het doel van reinigen? wegspuiten van grof materiaal en mest verwijderen van alle zichtbare verontreinigingen de bacteriën en virussen doden Vervoerder van dieren
97
Reinigen en ontsmetten
5.5 Welk is een mogelijk nadeel van ontsmettingsmiddelen? bij lange inwerkingsduur worden teveel kiemen afgedood slechte werking bij onvoldoende verdunning schadelijk voor milieu Vervoerder van dieren
98
Reinigen en ontsmetten
5.6 Welke zijn de logische stappen in het R&O-proces? reinigen – naspoelen – drogen voorbehandeling – reinigen – ontsmetten ontsmetten – reinigen – naspoelen Vervoerder van dieren
99
Reinigen en ontsmetten
5.7 Wat is de functie van de voorbehandeling? de essentiële stap vooraleer te ontsmetten verwijderen van alle vastzittende vuil en beddingmateriaal het schoonmaken van de stuurcabine Vervoerder van dieren
100
Reinigen en ontsmetten
5.8 Hoe wordt een goede reiniging best aangepakt? eerst de vloeren, vervolgens opgaand verder werken tot aan plafond eerst de hekken, dan de vloeren en finaal de plafond eerst de plafond, vervolgens wanden, hekken, vloeren Vervoerder van dieren
101
Reinigen en ontsmetten
5.9 Wat is het doel van spoelen na de reiniging en ontsmetting? verwijderen van schuim om visuele reinheid na te streven wegspoelen ontsmettingsmiddelen om irritatie te voorkomen wegspoelen van losgemaakt vuil en neutralisatie reinigingsmiddelen Vervoerder van dieren
102
Reinigen en ontsmetten
5.10 Welke producten kan men aanwenden om het reinigingsproces vlotter te laten verlopen? koud water ontsmettingsmiddelen (bv. formol of alcohol) reinigingsmiddelen (bv. zepen of detergenten) Vervoerder van dieren
103
Reinigen en ontsmetten
5.11 Welk is een mogelijk nadeel van ontsmettingsmiddelen? schadelijk voor de transportwagen bij langdurig contact slechte werking bij onvoldoende verdunning bij lange inwerkingsduur worden teveel kiemen afgedood Vervoerder van dieren
104
Reinigen en ontsmetten
5.12 Welk is een mogelijk nadeel van ontsmettingsmiddelen? slechte inwerking bij onvoldoende verdunning schadelijk voor mens en dier bij lange inwerkingsduur worden teveel kiemen afgedood Vervoerder van dieren
105
Reinigen en ontsmetten
5.13 Welk onderdeel van de vrachtwagen moet op regelmatige basis, doch niet bij elk reinigings- en ontsmettingsproces, meegenomen worden? dak van de vrachtwagen de voorruit stuurcabine Vervoerder van dieren
106
Reinigen en ontsmetten
5.14 Visuele inspectie van het R&O-proces is de eerste stap. Waarom moet bij onvoldoende visuele reinheid geen verdere bacteriologische controle uitgevoerd worden? ontsmettingsmiddelen werken zeer goed in aanwezigheid van organisch materiaal onvoldoende visuele reinheid duidt erop dat de vrachtwagen correct ontsmet is de bacteriologische controle levert in dit geval geen negatieve resultaten op Vervoerder van dieren
107
Reinigen en ontsmetten
5.15 Wat spoort men bij een bacteriologische controle op het R&O-proces op? virussen gebruikte ontsmettingsmiddelen bacteriën Vervoerder van dieren
108
Dierenwelzijn en transport
Algemene Module Vervoerder van dieren
109
Dierenwelzijn en transport
6.1 Is dierenwelzijn tijdens transport belangrijk voor een goede vleeskwaliteit? Soms Nooit Altijd Vervoerder van dieren
110
Dierenwelzijn en transport
6.2 Is de buitentemperatuur belangrijk voor het welzijn van de dieren in de vrachtwagen? Enkel bij hoge luchtvochtigheid Niet bij hoge luchtvochtigheid Altijd Vervoerder van dieren
111
Dierenwelzijn en transport
6.3 Is het belangrijk om de dieren rustig te laden, te transporteren en te lossen? Ja, omdat de lichaamstemperatuur niet zou stijgen Neen, want dan duurt het te lang Heeft geen enkel belang Vervoerder van dieren
112
Dierenwelzijn en transport
6.4 Moet de beladingsdichtheid aangepast worden in winteromstandigheden? Neen, want dan is de standaard van toepassing Ja, want dan kan men de ladingsdichtheid verhogen Heeft geen belang Vervoerder van dieren
113
Dierenwelzijn en transport
6.5 Moet de beladingsdichtheid aangepast worden in zomeromstandigheden? Ja, om de dieren tegen de hoge temperaturen te beschermen Neen, want de standaard moet gerespecteerd worden Ja, en tegelijk moet de luchttoevoer gemaximaliseerd worden Vervoerder van dieren
114
Dierenwelzijn en transport
6.6 In geval het transport langer dan 8 uren duurt, is het dan aangeraden om water aan slachtdieren te geven? Ja, om het lichaam normaal te laten functioneren Neen, want dat is moeilijk te regelen Neen, want de dieren verliezen geen lichaamsvocht Vervoerder van dieren
115
Dierenwelzijn en transport
6.7 Zijn elektrische prikkelaars toegelaten? Ja, want dan is het opdrijven gemakkelijker Ja, want dieren hebben daar geen last van Ja, maar wordt best vermeden, want naast pijn, kan de vleeskwaliteit er onder lijden Vervoerder van dieren
116
Dierenwelzijn en transport
6.8 Het rijgedrag van de chauffeur is Onbelangrijk voor het dierenwelzijn Zeer belangrijk om de dieren rustig te houden Onbelangrijk voor de vleeskwaliteit Vervoerder van dieren
117
Dierenwelzijn en transport
6.9 Om het opdrijven van dieren te vergemakkelijken moeten zij lopen van Donker naar licht Licht naar donker Licht naar licht Vervoerder van dieren
118
Dierenwelzijn en transport
6.10 De bevloering in de drijfgangen is best bedekt met Water Metaal Rubber Vervoerder van dieren
119
Dierenwelzijn en transport
6.11 Is het een goed idee om in zomeromstandigheden de dieren te scheren voor transport? Neen, want dan krijgen ze het te koud Ja, want dan warmen ze minder snel op Is van geen belang Vervoerder van dieren
120
Dierenwelzijn en transport
6.12 Vernevelinstallaties in de wachtruimte van slachthuizen zijn voordelig, omdat De hokken dan vochtiger zijn De dieren rustiger worden en sneller afkoelen Het geschreeuw gedempt wordt Vervoerder van dieren
121
Dierenwelzijn en transport
6.13 Ventilatoren in een vrachtwagen moeten bij motorpech op maximale capaciteit kunnen blijven draaien gedurende 4 uren 8 uren 16 uren Vervoerder van dieren
122
Dierenwelzijn en transport
6.14 Of dieren problemen hebben tijdens het transport, kan op zicht vastgesteld worden aan de hand van Hun ademhalingsfrequentie Hun bloedsomloop Hun ogen Vervoerder van dieren
123
Dierenwelzijn en transport
6.15 De ventilatiecapaciteit in een vrachtwagen is in winteromstandigheden minimaal 0,1 m³/kg.uur 0,25 m³/kg.uur 1,00 m³/kg.uur Vervoerder van dieren
124
Dierenwelzijn en transport
6.16 De ventilatiecapaciteit in een vrachtwagen is in zomeromstandigheden best 0,1 m³/kg.uur 0,25 m³/kg.uur >1,00 m³/kg.uur Vervoerder van dieren
125
Dierenwelzijn en transport
Module paarden Vervoerder van dieren
126
Dierenwelzijn en transport
6.17 De helling van een laadbrug voor paarden Mag groter zijn dan 25° Mag groter zijn dan 20° Moet kleiner zijn dan 20° Vervoerder van dieren
127
Dierenwelzijn en transport
6.18 Paarden verkiezen te stappen door een Verlichte gang Verduisterde gang Versierde gang Vervoerder van dieren
128
Dierenwelzijn en transport
Module varkens Vervoerder van dieren
129
Dierenwelzijn en transport
6.19 De helling van een laadbrug voor varkens Mag groter zijn dan 25° Mag groter zijn dan 20° Moet kleiner zijn dan 20° Vervoerder van dieren
130
Dierenwelzijn en transport
6.20 Varkens moeten uitgevast worden vóór transport gedurende 3 uren 6 uren 12 uren Vervoerder van dieren
131
Dierenwelzijn en transport
6.21 Varkens moeten uitgevast worden vóór slachten gedurende 6 uren 12 uren 18 uren Vervoerder van dieren
132
Dierenwelzijn en transport
6.22 Om varkens rustig te houden tijdens transport is het aangewezen om Onbekende dieren vooraf te mengen Onbekende dieren vooraf niet te mengen Bekende dieren vooraf te mengen Vervoerder van dieren
133
Dierenwelzijn en transport
6.23 De meest voorkomende afwijkende vleeskwaliteit bij varkens t.g.v. slechte transportomstandigheden is DFD PSE DFD en PSE Vervoerder van dieren
134
Dierenwelzijn en transport
6.24 De groepsgrootte voor varkens in de wachtruimte van een slachthuis is per hok Onbeperkt Best minder dan 60 Best minder dan 40 Vervoerder van dieren
135
Dierenwelzijn en transport
6.25 De vorm van de hokken in de wachtruimte is voor varkens best Vierkant Rechthoekig Ruitvormig Vervoerder van dieren
136
Dierenwelzijn en transport
Module herkauwers Vervoerder van dieren
137
Dierenwelzijn en transport
6.26 Om schapen rustig te houden tijdens transport is het aangewezen om Onbekende dieren vooraf te mengen Onbekende dieren vooraf niet te mengen Bekende dieren vooraf te mengen Vervoerder van dieren
138
Dierenwelzijn en transport
6.27 Om schapen gemakkelijk te laden, houdt men best rekening met hun afstamming worden ze best gegroepeerd 2 à 3 dagen op voorhand houdt men best rekening met het weerbericht Vervoerder van dieren
139
Dierenwelzijn en transport
6.28 Indien schapen langer dan 24 uren getransporteerd worden wordt de beladingsdichtheid best verminderd met 5% 10% 15% Vervoerder van dieren
140
Dierenwelzijn en transport
6.29 In de wachtruimte van een slachthuis is er watervoorziening noodzakelijk: Altijd Soms Nooit Vervoerder van dieren
141
Dierenwelzijn en transport
Module pluimvee Vervoerder van dieren
142
Dierenwelzijn en transport
6.30 Pluimvee moet rustig geladen worden om Kneuzingen en sterfte te vermijden Weinig tijd te verliezen Minder werk te hebben Vervoerder van dieren
143
Dierenwelzijn en transport
6.31 De meest voorkomende afwijkende vleeskwaliteit bij pluimvee t.g.v. slechte transportomstandigheden is DFD PSE DFD en PSE Vervoerder van dieren
144
Dierenwelzijn en transport
Module runderen Vervoerder van dieren
145
Dierenwelzijn en transport
6.32 De meest voorkomende afwijkende vleeskwaliteit bij runderen t.g.v. slechte transportomstandigheden is DFD PSE DFD en PSE Vervoerder van dieren
146
Praktische aspecten van de omgang met dieren
Module runderen Vervoerder van dieren
147
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.1 Een rund kan geluiden horen die wij als mens niet kunnen horen Neen, mens en rund kunnen exact hetzelfde horen. Neen, een mens hoort meer dan een rund. Juist, een rund kan inderdaad meer horen dan een mens. Vervoerder van dieren
148
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.2 Laagtonige geluiden werken bij het rund kalmerend. stresserend. prikkelend. Vervoerder van dieren
149
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.3 Onderbroken, onbekende geluiden maken het rund kalm. nerveus. slaperig. Vervoerder van dieren
150
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.4 Door de zijdelingse inplanting van de ogen ziet het rund zeer scherp over een brede gezichtshoek. zeer scherp binnen een kleine gezichtshoek. nergens scherp. Vervoerder van dieren
151
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.5 Door de zijdelingse inplanting van de ogen kan je een schuwe koe best benaderen van voor. van opzij of schuin van achteren. vanuit gelijk welke positie. Vervoerder van dieren
152
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.6 Door de zijdelingse inplanting van de ogen heeft het rund een zeer goed dieptezicht. het gemakkelijk om afstanden in te schatten. een slecht dieptezicht. Vervoerder van dieren
153
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.7 Een rund geraakt afgeschrikt door bruuske bewegingen omdat het deze bewegingen niet als een vloeiende beweging waarneemt. omdat het deze bewegingen als vloeiende bewegingen waarneemt. omdat het van alles wat leeft en beweegt bang heeft. Vervoerder van dieren
154
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.8 Je kan verhinderen dat een rund doorloopt op zijn/haar weg door stil, stokstijf te gaan staan voor het lopende rund. door snelle bewegingen met je armen te maken voor het lopende rund. door te zeggen dat het rund moet stoppen met lopen. Vervoerder van dieren
155
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.9 Een rund ziet een rode kleur beter dan een groene. een groene kleur beter dan een rode. een rode en groene kleur evengoed. Vervoerder van dieren
156
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.10 Bij een verandering van lichtintensiteit heeft de pupil van het menselijk oog zich sneller aangepast dan de pupil van het rund. heeft de pupil van het rund zich sneller aangepast dan de pupil van het menselijk oog. gebeurt de aanpassing van pupil bij mens en rund even snel. Vervoerder van dieren
157
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.11 Runderen lopen het liefst van licht naar donker. van donker naar licht. maakt geen verschil uit of het van licht naar donker of van donker naar licht is. Vervoerder van dieren
158
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.12 Een stier kan een tochtige koe reeds in een zeer vroeg stadium waarnemen door zijn breed gezichtsvermogen. door zijn beweegbare oren. doordat hij goed kan ruiken. Vervoerder van dieren
159
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.13 Een geslachtsrijpe stier die tussen een kudde geslachtsrijpe runderen loopt kan zeer gevaarlijk naar de mens uithalen, zeker wanneer er een tochtige koe in de kudde aanwezig is. zal helemaal niet gevaarlijk zijn voor de mens omdat hij alleen maar oog zal hebben voor de koeien. is niet gevaarlijker dan een koe. Vervoerder van dieren
160
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.14 Je kan een rund kalmeren door te krabben langs de staartinplanting. te krabben tussen de achterbenen. bruuske bewegingen te maken. Vervoerder van dieren
161
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.15 Een rund dat de kop laag bij de grond houdt, met de voorpoot in de grond krabt, met de nek over de grond schuurt, met de horens in de grond boort, … toont een dreigende houding t.o.v. kuddegenoten of de mens. een spelende houding t.o.v. kuddegenoten of de mens. een onderdanige houding t.o.v. kuddegenoten of de mens. Vervoerder van dieren
162
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.16 Het in contact brengen van kalveren op jonge leeftijd met soortgenoten, mensen, vreemde voorwerpen, is positief voor een goede socialisatie. kan de oorzaak zijn van ongewenst, afwijkend gedrag op latere leeftijd. is slecht voor een goede socialisatie. Vervoerder van dieren
163
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.17 Runderen van vleesrassen van Franse origine hebben een zeer groot kuddegevoel en zijn daardoor individueel moeilijker te hanteren. zijn zeer rustige dieren die gemakkelijk uit een vertrouwde kudde kunnen verwijderd worden. zijn wat karakter betreft, vergelijkbaar met de Belgische dubbeldoelrassen. Vervoerder van dieren
164
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.18 Een gezonde koe heeft het moeilijk om zich te bewegen. een gladde, glanzende, propere vacht. heel veel huidbeschadigingen. Vervoerder van dieren
165
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.19 Een rund dat ergens pijn heeft zal minder eten en drinken en zondert zich vaak af van de groep. probeert dit te verbergen t.o.v. mens en kuddegenoten. zal heel actief zijn. Vervoerder van dieren
166
Praktische aspecten van de omgang met dieren
Module varkens Vervoerder van dieren
167
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.20 Omdat varkens over een breed gezichtsveld kunnen zien, is het aangewezen dat de wanden waarlangs ze bij het drijven moeten lopen, uit open traliewerk gemaakt zijn. is het aangewezen dat de wanden waarlangs ze bij het drijven moeten lopen, dicht zijn. is het van geen enkel belang of de wanden voor het drijven dicht zijn, dan wel uit open traliewerk bestaan. Vervoerder van dieren
168
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.21 Wat is niet correct: Varkens kunnen in de zomer vlugger last van hittestress hebben omdat ze geen zweetklieren bezitten. Varkens gaan, als ze de mogelijkheid hebben, tijdens warme dagen extra morsen met water om erin te gaan liggen. Varkens gaan tijdens warme zomerdagen extra hard zweten, om de overtollige lichaamswarmte kwijt te geraken. Vervoerder van dieren
169
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.22 Wanneer varkens last hebben van de hitte gaan ze zeer veel in het rond lopen. gaan ze meer water drinken en ook meer morsen met het water. gaan ze zeer veel beginnen eten. Vervoerder van dieren
170
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.23 De lichaamstemperatuur van een gezond vleesvarken van 100 kg bedraagt 38,5 à 39 °C. 35,5 à 36°C. 39,5 à 40,5 °C. Vervoerder van dieren
171
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.24 De ademhalingsfrequentie van een gezond en uitgerust (gerecupereerd) slachtrijp vleesvarken bedraagt: circa 45 keren per minuut. circa 18 keren per minuut. circa 60 keren per minuut. Vervoerder van dieren
172
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.25 De ademhalingsfrequentie van een gezonde en uitgeruste big bedraagt: circa 30 keren per minuut. circa 10 keren per minuut. circa 120 keren per minuut. Vervoerder van dieren
173
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.26 Varkens zijn nieuwsgierig en zullen een nieuwe omgeving meestal eerst verkennen met de kop omlaag. verkennen met hun snuit hoog in de lucht, vergezeld van een krijsend geluid. voorzichtig verkennen door achterwaarts te lopen. Vervoerder van dieren
174
Praktische aspecten van de omgang met dieren
Module kleine herkauwers Vervoerder van dieren
175
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.27 Een gezond, volwassen schaap in rust, ademt 12 à 15 keer per minuut 50 à 70 keer per minuut minder dan 8 keer per minuut Vervoerder van dieren
176
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.28 Een ziek schaap slaapt meestal veel minder dan een gezond. beweegt zich trager voort en zondert zich af uit de kudde. probeert zich zo onopvallend mogelijk in de kudde te gedragen. Vervoerder van dieren
177
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.29 De ontlasting (mest) van een gezond schaap is lopend en groen van kleur. is droog en bestaat uit enkele grote keutels. is droog en bestaat uit vele kleine keutels. Vervoerder van dieren
178
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.30 Bij een ziek schaap voelen de oren meestal warm aan. voelen de oren meestal koud aan. ligt de lichaamstemperatuur tussen de 38,5 °C en 40 °C. Vervoerder van dieren
179
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.31 Voor het verplaatsen van schapen drijf je ze best in geringe kuddes van 5 à 10 dieren. trek je 1 schaap voort met een touw; de rest van de kudde zal dan volgen. drijf je ze best individueel. Vervoerder van dieren
180
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.32 Bij het drijven van de schapen maak je best veel kabaal en lawaai. zorg je best voor veel stress en onrust. ga je best rustig en kalm om met de dieren. Vervoerder van dieren
181
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.33 De lichaamstemperatuur van een gezonde geit ligt onder de 37 °C. tussen de 39 en 40 °C. boven de 41 °C. Vervoerder van dieren
182
Praktische aspecten van de omgang met dieren
Module pluimvee Vervoerder van dieren
183
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.34 Kippen kunnen een groter lichtspectrum waarnemen dan mensen. Neen, integendeel een kleiner lichtspectrum. Juist. Neen, hetzelfde lichtspectrum als mensen. Vervoerder van dieren
184
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.35 TL-lampen kunnen niet dienen voor verlichting bij kippen omdat kippen dit licht ervaren als voortdurend knipperend. deze te weinig licht geven. ze door hun uitgebreid gezichtsveld (van zo‘n 330°) veel te veel zien bij TL-lampen. Vervoerder van dieren
185
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.36 Wanneer het plots donker wordt gaan de kippen ter plaatse slapen. kunnen kippen zeer angstig reageren en proberen ze te vluchten. gaan kippen rustig hun vertrouwde slaapplek opzoeken. Vervoerder van dieren
186
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.37 Voor het handhaven van hun plaats in de rangorde of het verwerven van een hogere rang zal een kip hard op de kop van een andere kip pikken. een kip haar kop zeer hoog oprichten en rondkijken. een kip hard op de rug van een andere kip pikken. Vervoerder van dieren
187
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.38 Toekomstige moederdieren worden van het opfokbedrijf naar het moederdierenbedrijf getransporteerd op de leeftijd van 6 weken. 18 weken. 20 weken. Vervoerder van dieren
188
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.39 Toekomstige leghennen worden van het opfokbedrijf naar het leghennenbedrijf getransporteerd op de leeftijd van 6 weken. 18 weken. 20 weken. Vervoerder van dieren
189
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.40 Vleeskuikens (braadkippen) hebben het, in vergelijking met leghennen, moeilijker om overtollige warmte kwijt te geraken omdat hun vederkleed dicht en compact is. omdat ze een relatief kleine kam en lellen hebben. omdat ze niet snel kunnen ademhalen. Vervoerder van dieren
190
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.41 Braadkippen moeten op het slachthuis toekomen juist voor aanvang van het slachtproces. 2 uur voor aanvang van het slachtproces. 5 uur voor aanvang van het slachtproces. Vervoerder van dieren
191
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.42 Voor transport tijdens warme zomerdagen is het best dat de dieren in de namiddag getransporteerd worden. is de vrachtwagen best voorzien van een donkergekleurd dak. moet je de dieren 30 % meer ruimte geven. Vervoerder van dieren
192
Praktische aspecten van de omgang met dieren
Module paarden Vervoerder van dieren
193
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.43 Wanneer paarden elkaar besnuffelen begroeten ze elkaar. nemen ze bepaalde, onbekende geuren waar. geven ze een dreigend signaal aan elkaar. Vervoerder van dieren
194
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.44 Ontblote tanden en platgelegde oren tonen paarden wanneer ze angstig zijn. gebruikt een paard om een lagere in rang terug te wijzen. is een begroetingsritueel tussen paarden. Vervoerder van dieren
195
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.45 Paarden hebben een scherper zicht (zien beter) dan mensen. Juist. Niet juist; paarden en mensen zien even scherp. Niet juist; een mens ziet scherper dan een paard. Vervoerder van dieren
196
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.46 Paarden ruiken beter dan mensen. Juist. Niet juist; paarden en mensen ruiken even goed. Niet juist; een mens ruikt beter dan een paard. Vervoerder van dieren
197
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.47 Paarden flemen (waarbij ze hun neus optrekken) om duidelijk te maken dat ze iets niet lusten. om beter geuren waar te kunnen nemen. om een ander paard te begroeten. Vervoerder van dieren
198
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.48 De lippen van het paard zijn slechts zeer matig beweeglijk. zeer gevoelig. ongevoelig. Vervoerder van dieren
199
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.49 Paarden waarbij de tastharen zijn afgeschoren weigeren soms enkele dagen te eten. hebben geen gevoel meer in de lippen. zijn gretiger en minder kieskeurig met betrekking tot hun voedsel. Vervoerder van dieren
200
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.50 Paarden kunnen zeer goed horen. Onjuist, ze moeten hun oren in de juiste richting draaien om toch maar iets te kunnen horen. Juist, ze kunnen geluiden horen op ruim 400 m afstand. Paarden horen niet beter of slechter dan de mens. Vervoerder van dieren
201
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.51 De hartslag van een gezond paard in rust bedraagt: 80 à 100 slagen per minuut. 8 à 15 slagen per minuut. 36 à 42 slagen per minuut. Vervoerder van dieren
202
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.52 De hartslag (polsslag) kan bij een paard opgemeten worden waar de gezichtsader onder de kaak doorloopt. aan de voorste poot, juist boven de hoeven. in de aarsopening. Vervoerder van dieren
203
Praktische aspecten van de omgang met dieren
7.53 De lichaamstemperatuur van een gezond paard in rust ligt tussen de 39 °C en 40 °C. ligt tussen de 37 °C en 38 °C. ligt onder de 36,5 °C. Vervoerder van dieren
204
Veilig omgaan met dieren
Module runderen Vervoerder van dieren
205
Veilig omgaan met dieren
8.1 Wanneer 1 rund in de kudde onrustig is, neemt de kans op ongelukken toe. Juist, omdat de andere dieren in de kudde dit onrustig gedrag gaan overnemen. Niet juist, 1 onrustig dier kan het gedrag van een ganse kudde niet beïnvloeden. Niet juist, er is geen oorzakelijk verband. Vervoerder van dieren
206
Veilig omgaan met dieren
8.2 Binnen een kudde koeien zijn de dieren die net onder de hoogste rang staan, het meest vredelievend en dus het minst gevaarlijk. is het hoogste rangdier het meest vredelievend. is het hoogste rangdier het meest agressief. Vervoerder van dieren
207
Veilig omgaan met dieren
8.3 Een nerveus dier drijf je best samen met enkele kuddegenoten. drijf je best alleen op. zonder je best alleen af, probeer je het te vangen en doe je het een touw aan. Vervoerder van dieren
208
Veilig omgaan met dieren
8.4 Een brave stier mag je ten alle tijden vertrouwen. Juist, een brave stier kan je altijd voor 100% vertrouwen. Neen, zelfs een zogezegd brave stier kan vroeg of laat onverwacht agressief uit de hoek komen. Een stier laat vooraf heel goed zien wanneer hij niet meer te vertrouwen is, en dan heb je nog alle tijd om jezelf in veiligheid te brengen. Vervoerder van dieren
209
Veilig omgaan met dieren
8.5 Luidkeels roepen en tieren naar runderen veroorzaakt angst, onrust en paniek. maakt aan de runderen duidelijk wie de baas is. werkt kalmerend bij de runderen. Vervoerder van dieren
210
Veilig omgaan met dieren
8.6 Stokken mogen altijd gebruikt worden bij het drijven van rundvee. Juist, zowel om te slaan als te leiden. Enkel om de dieren te geleiden. Neen, nooit. Je mag geen stok bij je dragen. Vervoerder van dieren
211
Veilig omgaan met dieren
8.7 Elektrische prikkelaars mogen nooit gebruikt worden. mogen bij volwassen runderen altijd gebruikt worden. mogen enkel gebruikt worden in geval van hoge nood of bij zelfverdediging. Vervoerder van dieren
212
Veilig omgaan met dieren
8.8 Wanneer een rund aan een touw niet vooruit wil, vraag je een begeleider om het dier achteraan te duwen of een zacht tikje op het achterstel te geven. vraag je een begeleider om met de staart van het dier te draaien. vraag je een begeleider om hard op de staartinplant van het dier te slaan. Vervoerder van dieren
213
Veilig omgaan met dieren
Module varkens Vervoerder van dieren
214
Veilig omgaan met dieren
8.9 Wat is correct? Tijdens het drijven lopen varkens best van licht naar donker. Varkens lopen individueel makkelijker dan in groep. Varkens worden best in kleine groepen verplaatst. Vervoerder van dieren
215
Veilig omgaan met dieren
8.10 Bij het drijven of verplaatsen van varkens gebruik je best geen scherpe voorwerpen om de dieren aan te porren tot lopen. zorg je er best voor dat dit van licht naar donker gebeurt. zorg je best voor open zijwanden langs het looptraject. Vervoerder van dieren
216
Veilig omgaan met dieren
8.11 De beladingsgraad bedraagt maximum: 285 kg/m² 235 kg/m² 135 kg/m² Vervoerder van dieren
217
Veilig omgaan met dieren
8.12 Welke bewering is juist: De vrachtwagen (met twee etages) wordt eerst onderaan volgeladen, dan pas bovenaan. Elektrische prikkelaars mogen altijd gebruikt worden bij het drijven van varkens. Vleesvarkens hebben best tot net voor het transport nog gegeten. Vervoerder van dieren
218
Veilig omgaan met dieren
8.13 Wat is de ideale laadhelling? 20 graden. 30 graden. 45 graden. Vervoerder van dieren
219
Veilig omgaan met dieren
8.14 Wanneer je varkens wil opdrijven, doe je dit best één voor één, zodat ze mekaar niet kunnen hinderen. doe je dit best in kleine groepjes. doe je dit best in zo‘n groot mogelijke groep; hoe groter de groep, hoe makkelijker het gaat. Vervoerder van dieren
220
Veilig omgaan met dieren
8.15 Tijdens het drijven van varkens zorg je voor zeer veel plots bewegende voorwerpen, onverwachte dingen, plots licht aan en uit. zorg je ervoor dat er zich geen onverwachte, plots bewegende voorwerpen en personen voordoen en vermijd je glinsteringen en scherp licht tijdens het verplaatsingstraject. heeft het varken helemaal geen oog voor wat er om zich heen gebeurt. Vervoerder van dieren
221
Veilig omgaan met dieren
8.16 Tijdens het transport mogen de dieren dicht op mekaar gepakt zitten. moeten alle varkens gelijktijdig kunnen liggen en in hun natuurlijke houding kunnen staan. moet er een oppervlakte van 2m² per dier voorzien zijn. Vervoerder van dieren
222
Veilig omgaan met dieren
8.17 Tijdens het transport mogen volwassen fokberen en reforme zeugen samen vervoerd worden. mogen geslachtsrijpe mannelijke dieren en vrouwelijke soortgenoten samen gehouden worden. moeten volwassen fokberen volledig gescheiden gehouden worden. Vervoerder van dieren
223
Veilig omgaan met dieren
8.18 Bij aankomst aan het slachthuis moeten de varkens snel maar rustig afgeladen worden. laat je de varkens eerst nog een half uurtje op de vrachtwagen zitten alvorens ze af te laden. moeten de varkens snel afgeladen worden en hierbij mag je gebruik maken van een elektrische prikkelaar. Vervoerder van dieren
224
Veilig omgaan met dieren
Module kleine herkauwers Vervoerder van dieren
225
Veilig omgaan met dieren
8.19 Schapen moeten tijdens transport kunnen drinken. Neen, nooit. Enkel bij transport dat langer dan 4 uur duurt. Enkel bij transport dat langer dan 8 uur duurt. Vervoerder van dieren
226
Veilig omgaan met dieren
8.20 Schapen moeten tijdens transport voeder ter beschikking krijgen. Neen, nooit. Enkel bij transport dat langer dan 4 uur duurt. Enkel bij transport dat langer dan 8 uur duurt. Vervoerder van dieren
227
Veilig omgaan met dieren
8.21 Tijdens transport na zonsondergang moet in de laadruimte een zwakke verlichting branden. moet het in de laadruimte donker zijn opdat de dieren rustig blijven. moet er 150 Lux aan licht op dierniveau aanwezig zijn. Vervoerder van dieren
228
Veilig omgaan met dieren
8.22 Tijdens het drijven loop je best recht op de dieren af. loop je schuin naar de dieren toe. sluip je achter de dieren zodat ze u niet zien. Vervoerder van dieren
229
Veilig omgaan met dieren
8.23 Tijdens het drijven laat je de dieren best schrikken. blijf je zelf altijd rustig. zorg je ervoor dat de dieren u niet zien. Vervoerder van dieren
230
Veilig omgaan met dieren
Module pluimvee Vervoerder van dieren
231
Veilig omgaan met dieren
8.24 Bij het vangen van pluimvee wordt er best blauw licht gebruikt. is het best donker in de stal. wordt er best voor veel wit licht gezorgd zodat de dieren goed kunnen zien wat er te gebeuren staat. Vervoerder van dieren
232
Veilig omgaan met dieren
8.25 Omdat je levende dieren transporteert rij je best offensief en snel. rij je best anticiperend. speelt de rijstijl geen rol, als je maar zo snel als mogelijk op de plaats van bestemming geraakt. Vervoerder van dieren
233
Veilig omgaan met dieren
8.26 Opfokdieren worden voor transport niet nuchter gezet opdat ze over voldoende energie blijven beschikken. worden best 15 uur voor transport nuchter gezet. worden best 1 uur voor transport nuchter gezet. Vervoerder van dieren
234
Veilig omgaan met dieren
Module paarden Vervoerder van dieren
235
Veilig omgaan met dieren
8.27 Bij het vangen van paarden met behulp van een kraal: vang je eerst de dieren en zet dan pas de trailer tegen de kraal. zet je eerst de trailer tegen de kraal en vang pas daarna de dieren. speelt het geen rol of je vooraf de trailer al dan niet tegen de kraal zet. Vervoerder van dieren
236
Veilig omgaan met dieren
8.28 Tijdens transport moeten paarden een halster dragen. Neen, nooit. Ja, altijd. Wanneer paarden ouder zijn dan 8 maanden. Vervoerder van dieren
237
Veilig omgaan met dieren
8.29 Tijdens transport moeten paarden in individuele compartimenten geplaatst worden. Neen, nooit. Ja, altijd. Bij transporten van langer dan 8 uur. Vervoerder van dieren
238
Veilig omgaan met dieren
8.30 Volwassen paarden mogen samen met veulens worden getransporteerd in hetzelfde compartiment. Enkel wanneer het een merrie met een veulen aan de voet betreft. Ja, dit mag altijd. Neen, dit mag nooit. Vervoerder van dieren
239
Veilig omgaan met dieren
8.31 Bij het benaderen van een paard kijken we strak in de ogen van het paard. kijken we naar de omgeving en gaan we zigzaggend op het paard af. gaan we best in alle stilte langs achteren. Vervoerder van dieren
240
Veilig omgaan met dieren
8.32 Wanneer we achter om het paard gaan doen we dit best in alle stilte zonder het dier aan te raken. houden we best met onze hand lichamelijk contact met het paard. doen we dit best door met luide stem te spreken; doch zonder het dier aan te raken. Vervoerder van dieren
241
Veilig omgaan met dieren
8.33 Door grondwerkoefeningen te doen met je paard werk je aan respect, vertrouwen en gehoorzaamheid bij je paard. wordt er geen rekening gehouden met de lichaamstaal van het paard. stel je jezelf onderdanig op ten opzichte van uw paard. Vervoerder van dieren
242
Veilig omgaan met dieren
8.34 Opengesperde ogen of het rollen van de oogappel laat agressie door het paard zien. laten angst of afweer zien. laten een onderdanige en volgzame houding van het paard zien. Vervoerder van dieren
243
Veilig omgaan met dieren
8.35 Oren in de nek geven afkeer, voorzichtigheid of terughoudendheid weer. laten agressie door het paard zien. duiden op aarzelen of besluiteloosheid. Vervoerder van dieren
244
Veilig omgaan met dieren
8.36 Spelende oren (één oor naar voor, het andere opzij of naar achteren) duiden op aarzelen of besluiteloosheid. duiden op angst of afweer. duiden op agressie. Vervoerder van dieren
245
Veilig omgaan met dieren
8.37 Een losjes hangende lip duidt op aarzelen of besluiteloosheid. betekent welbehagen en ontspanning. duidt op afkeer, ergernis of pijn. Vervoerder van dieren
246
Veilig omgaan met dieren
8.38 Vaste mond met samengeperste lippen duidt op afkeer, ergernis of pijn. duidt op aarzelen of besluiteloosheid. betekent welbehagen en ontspanning. Vervoerder van dieren
247
Veilig omgaan met dieren
8.39 Wanneer een paard tijdens het laden zijn achterwerk naar u toont doe je best een stapje opzij. kan je het paard best duwen op zijn achterwerk. wil het paard aan u tonen dat het onderdanig en nederig is. Vervoerder van dieren
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.