De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Inkomen 21 Begrippen H6. 2 Begrippen Directe belastingen Belastingen die rechtstreeks aan de overheid moeten worden betaald.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Inkomen 21 Begrippen H6. 2 Begrippen Directe belastingen Belastingen die rechtstreeks aan de overheid moeten worden betaald."— Transcript van de presentatie:

1 Inkomen 21 Begrippen H6

2 2 Begrippen Directe belastingen Belastingen die rechtstreeks aan de overheid moeten worden betaald

3 3 Begrippen Indirecte belastingen Belastingen die via bedrijven aan de overheid betaald moeten worden

4 4 Begrippen Loon- en inkomstenbelastingen Belasting die iedereen moet betalen die ergens werkt of anderszins inkomen geniet

5 5 Begrippen Vennootschapsbelasting Belasting die NV’s en BV’s betalen over hun winst

6 6 Begrippen Kostprijsverhogende belastingen = Indirecte belastingen

7 7 Begrippen BTW Belasting Toegevoegde Waarde: belasting die betaald moet worden bij aankoop van goederen en diensten

8 8 Begrippen Accijns Extra belasting over schadelijke producten

9 9 Begrippen Milieubelasting Extra belasting over producten die schadelijk zijn voor het milieu

10 10 Begrippen Overheidsinkomsten Gelden die de overheid ontvangt

11 11 Begrippen Overheidsuitgaven Geld die de overheid betaalt

12 12 Begrippen Aftrekkosten Kosten die je maakt, waardoor je minder belasting hoeft te betalen

13 13 Begrippen Fiscus Belastingsdienst

14 14 Begrippen Dividend Winstuitkering van een bedrijf aan aandeelhouders

15 15 Begrippen Kansspelbelasting Belasting die je betaalt omdat je geld wint met een kansspel (bijv. lotto, toto, casino)

16 16 Begrippen Successierechten Belasting die je betaalt omdat je een erfenis hebt gehad

17 17 Begrippen Invoerrechten Belasting die je betaalt omdat je producten uit een ander land invoert

18 18 Begrippen Leges Gelden die de overheid ontvangt omdat ze een dienst afneemt van de overheid (bijv. paspoort)

19 19 Begrippen Retributies Diensten die de overheid levert, waar de burgers rechtstreeks voor moeten betalen

20 20 Begrippen Profijtbeginsel Degene die ergens voordeel van heeft, betaalt er dan ook voor

21 21 Begrippen Overheidsbestedingen Uitgaven van de overheid waar ze een tegenprestatie voor terugkrijgt (bijv. aankoop JSF)

22 22 Begrippen Overdrachtsuitgaven Uitgaven van de overheid waar ze niets voor terugkrijgt (bijv. uitkering)

23 23 Begrippen Rijksbegroting Overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven van het Rijk

24 24 Begrippen Miljoennota Toelichting op de Rijksbegroting

25 25 Begrippen CPB Centraal Plan Bureau: adviesorgaan van de overheid op sociaal- economisch gebied

26 26 Begrippen CBS Centraal Bureau voor de Statistiek: adviesorgaan van de overheid op sociaal- economisch gebied

27 27 Begrippen SER Sociaal Economische Raad; adviesorgaan van de overheid op sociaal- economisch gebied

28 28 Begrippen Financieringstekort Bedrag waarmee de staatschuld toeneemt (begrotingstekort – aflossing staatschuld)

29 29 Begrippen Begrotingstekort Het bedrag waarmee de uitgaven van de overheid de inkomsten overtreffen

30 30 Begrippen Staatsschuld Het bedrag dat de overheid in totaal nog moet terugbetalen aan mensen en instellingen

31 31 Begrippen Staatsobligaties Schuldbewijzen van de overheid met een vast rentepercentage en een vaste looptijd

32 32 Begrippen Institutionele beleggers Instellingen die grote bedragen te beleggen hebben vanuit hun activiteiten (bijv. pensioenfondsen)


Download ppt "Inkomen 21 Begrippen H6. 2 Begrippen Directe belastingen Belastingen die rechtstreeks aan de overheid moeten worden betaald."

Verwante presentaties


Ads door Google