Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
A. Vanreusel – E. Coppejans
Kustecosystemen A. Vanreusel – E. Coppejans Kust Land aangrenzend aan zee (maritieme zone) Intergetijdenzone Aanliggende kustwateren
2
Duinen Sedimenten
3
Duinen Sedimenten Betreding Bebouwing Erosie Zandwinning Toerisme
Visserij
4
Schorren Estuaria
5
Estuaria Vervuiling Verdieping Schorren Vervuiling Afdamming
6
Mangroves Zeegrassen
7
Mangroves Deforestatie grondwatertafelwijziging Zeegrassen Visserij
8
Koraalriffen Tropische fauna
9
Koraalriffen Opwarming Visserij Eutrofiëring Tropische fauna
10
Rotskusten
11
Rotskusten Exploitatie Betreding
12
Oproep tot : programma van geïntegreerd kustzonebeheer (VN, Wereldbank) ecosysteembenadering in functie van visserijmanagment (wetenschappers) Globaal netwerk van Mariene beschermde gebieden (MPA’s) (IUCN) kustecosystemen kennen en begrijpen in functie van gecontrolleerde exploitatie (management)
13
Interface tussen 3 bewoonbare media : water, lucht en land
Kust land aangrenzend aan zee (maritieme zone) Intergetijdenzone Aanliggende kustwateren Terrestrische dieren & planten Gespecialiseerde fauna & flora Mariene soorten Interface tussen 3 bewoonbare media : water, lucht en land Waar de terrestrische omgeving de mariene beinvloedt en vice versa Gekenmerkt door scherpe gradienten Temporele variabiliteit (regelmatig & onvoorspelbaar) Duidelijke grenzen (biologische, fysische, chemische)
14
Interface tussen 3 bewoonbare media : water, lucht en land
Waar de terrestrische omgeving de mariene beinvloedt en vice versa
16
Littorale zone
18
Meestal wordt kustlijn geleidelijk gevormd afhankelijk van :
geologische samenstelling en structuur Terristrische verwering en drainage Topografie en hrydrografie van binnenland Wijziging in water - landniveau
19
Afbraak Opbouw
20
3 kusttypes : (1) embayed’ : meestal rotsachtig
+ talrijke inhammen, baaien & fjords = submerged (land zinkt tov zeeniveau) (2) Plains : zand & slibkust + offshore zandbanken en eilanden = emerged (rijzen van zeebodem of Daling van zeeniveau) (3) Nieuwe kusten : aangroei door : Sedimentatie - Vulkanisme Koraalriffen- Delta
21
2. Smalle kustterrassen a. Met voorgebergte en baaien b. Kustvlakten
1. Rotskusten 2. Smalle kustterrassen a. Met voorgebergte en baaien b. Kustvlakten 3. Brede kustterrassen (a of b) 4. Deltakusten 5. Riffen 6. IJskusten
22
Sedimenten Terrestrische oorsprong Aanvoer via wind en/of zoetwater Belang van interactie korrelgrootte en hydrodynamisch regime Sedimentatie – bodemtransport - resuspensie
23
Sedimentatie of bezinking ‘ Wet van Stokes’ :
Bezinkingssnelheid is recht evenredig met korrelgrootte en omgekeerd evenredig met viscositeit van vloeistof Partikels < 0.02 mm: bezinkingssnelheid ~korreldiameter² > 2 mm : bezinkingssnelheid ~ korreldiameter
24
Bodemtransport afhankelijk van drempelwaarde
Diagenesis Bodemtransport Resuspensie Na sedimentatie processen Bodemstroomsnelheid Bodemtransport afhankelijk van drempelwaarde Resuspensie afhankelijk van ‘ruwheid’ snelheid
25
Bij deze korrelgrootte laagste snelheid nodig voor beweging
Bodemtransport afhankelijk van drempelwaarde (snelheid om partikel in beweging te krijgen) stijgt voor grote deeltjes tgv inertia (massa te hoog)) stijgt voor kleine deeltjes tgv van het feit dat kleinere deeltjes moeilijker in beweging te krijgen zijn (meer gestroomlijnd; te klein oppervlak om voldoende wrijving te ondervinden ) Bij deze korrelgrootte laagste snelheid nodig voor beweging
26
Hoe groter partikel hoe sneller laminair turbulent
Resuspensie afhankelijk van ‘ruwheid’ snelheid = snelheid waar laminaire stroming wordt omgezet in turbulente stroming Hoe groter partikel hoe sneller laminair turbulent Geen resuspensie (erosie) zonder turbulente stroming
27
Substraat voor sessiele dieren en planten
28
Waterbeweging speelt sleutelrol in kusttopografie
Beinvloed door 5 types van zeewaterbeweging : Golven Getijden Seiches (natuurlijke oscillaties) Stromingen Luchttransport via nevels + zoetwaterbeweging (precipitatie – evaporatie en Run-off & drainage)
29
5 types golven met verschillende oorsprong
-Wind Interne Stormen Tsunamis getijden
30
Zee is mengeling van golven van diverse hoogten, perioden en richting.
Golven tgv wind : bepaald door windsnelheid duur blootstelling fetch (afstand tot waar windeffect reikt door water) Zee is mengeling van golven van diverse hoogten, perioden en richting. Orbitale beweging van waterpartikels oiv golven. De diameter van orbits verkleint met waterdiepte (afname invloed golven) Swell is uitdeinen van golven
31
Wrijvingskrachten worden belangrijk dichter bij de kust
Indien golflengte ¾ van waterdiepte onstabiele golven die breken Vlakke kust : golven lopen op strand en keren terug Verticale kust : breken, nemen lucht mee spray (uplifting) Multidirectionele bewegingen tot op diepte 2.5H Oscillerende golf parallel aan zeebodem tot op diepte 0.5L Unidirectionele residuele stroming op zeebodem
32
In geval van landtongen (embayed coast) hogere golven tgv steilere helling
Indien waterdiepte < ½ golflengte Wrijvingskrachten Golfperiode = Golfhoogte & helling Golflengte
33
Interne golven ontstaan door : onevenheden in bodem
frictie tussen verschillende waterlagen soms niet meetbaar aan oppervlak of op bodem Stormen drukverschillen veroorzaken fluctuaties in gemiddeld zeeniveau. (Zo kan een verandering tussen sterke cyclonale en anticyclonale Druk, een wijziging in zeeniveau tot 50 cm veroorzaken) -
34
Interne golven ontstaan door : onevenheden in bodem
frictie tussen verschillende waterlagen soms niet meetbaar aan oppervlak of op bodem Stormen drukverschillen veroorzaken fluctuaties in gemiddeld zeeniveau. (Zo kan een verandering tussen sterke cyclonale en anticyclonale Druk, een wijziging in zeeniveau tot 50 cm veroorzaken) Dit kan leiden tot resonanties die extra golven tot 6 m hoogte kunnen veroorzaken (in Noordzee kan zeeniveau 2 tot 3 m stijgen boven normale oiv stormen)
35
- plotse verandering in grote massa’s vast materiaal (tgv
Tsunamis - plotse verandering in grote massa’s vast materiaal (tgv aardbeving, vulkanische activiteit, ..) kunnen zeer snel bewegende golven veroorzaken : In volle oceaan : golfamplitude < 1 m, golflengte 250 km, golfperiode min Bij de kust : zeewaterstijging tot 10 meter tgv lokale topografische factoren.
37
Getijdencyclus Cycli van 12h25min Gravitatie-effect zon & maan +
Centrifugale kracht door rotatie Getijdencyclus Cycli van 12h25min
40
Coastal upwelling oppervlakte water is verplaatst weg van
Stromingen : Coastal upwelling oppervlakte water is verplaatst weg van de kust en vervangen door kouder en nutrientrijker water voedselrijk water wordt aan oppervlak gebracht Vooral aan subtropische westkusten Horizontal drag (oiv wind) + Vertical momentum (densiteitsverschillen oiv temp & saliniteit)
41
Plankton Fytoplankton Zooplankton Holoplankton Meroplankton - planktotroof - lecitotroof Tychoplankton Nekton Pleuston Neuston
42
Plankton: morfologische adaptaties
Bezinking wordt tegengegaan door (1) lichaamsdensiteit te verminderen (zware sulfaationen vervangen door osmotisch gelijkaardige, maar lichtere chloriden, opstapeling van olie & vetten, met gas gevulde organen.) (2) Toename oppervlakte/volume ratio Klein : bezinken trager, snellere vermenigvuldiging en meer efficiënte opname van nutrienten Afgeplatte structuren + stekels: verhogen weerstand en beschermen tegen predatie Warm water minder dens dan koud: meer uitgesproken adaptaties bij tropische soorten en ‘zomer’soorten Doorzichtig : tegen predatie (blauwe kleur tegen predatie door bijv. Zeevogels en als bescherming tegen nadelige effecten van UV straling)
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.