De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Woorden in vertaling tentamenstof. 2 3 4 Lidwoorden in vertaling Vandaag: - Inleiding: Determinatoren - Het definiete lidwoord en zijn vertaling -

Verwante presentaties


Presentatie over: "Woorden in vertaling tentamenstof. 2 3 4 Lidwoorden in vertaling Vandaag: - Inleiding: Determinatoren - Het definiete lidwoord en zijn vertaling -"— Transcript van de presentatie:

1 Woorden in vertaling tentamenstof

2 2

3 3

4 4

5 Lidwoorden in vertaling Vandaag: - Inleiding: Determinatoren - Het definiete lidwoord en zijn vertaling - Het indefiniete lidwoord en zijn vertaling Donderdag: - Stvan - Baldwin et al.

6 Inleiding Determinatoren

7 7 Een jongetje was ongelukkig. Meerdere werknemers hebben geprotesteerd. Alle lichtjes in de kerstboom brandden.

8 8 Determinatoren Meer voorbeelden? sommige, enkele, mijn, zijn, jouw, deze, die, de, het,... Een jongetje was ongelukkig. Meerdere werknemers hebben geprotesteerd. Alle lichtjes in de kerstboom brandden. Wat is de functie van determinatoren? perspectief 1: perspectief 2:

9 Inleiding Determinatoren: Perspectief 1

10 10 jongetjes ongelukkigen Een creëert een relatie tussen twee verzamelingen. Een jongetje was ongelukkig. Een geeft aan dat er een element zit in de doorsnede van de twee verzamelingen die het met elkaar verbindt.

11 11 werknemers protesteren Meerdere creëert een relatie tussen twee verzamelingen. Meerdere werknemers hebben geprotesteerd. Meerdere geeft aan dat er meer dan 1 element zit in de doorsnede van de twee verzamelingen die het met elkaar verbindt.

12 12 lichtjes branden Alle creëert een relatie tussen twee verzamelingen. Alle geeft aan dat alle elementen van de eerste verzameling ook in de tweede verzameling zitten. Alle lichtjes (in de kerstboom) brandden.

13 13 perspectief 1: perspectief 2: Determinatoren creëren relaties tussen verzamelingen. Conclusie perspectief 1

14 Inleiding Determinatoren: Perspectief 2

15 15 Een jongetje was ongelukkig. Meerdere werknemers hebben geprotesteerd. Hij was op de grond gevallen. Ze voelden zich uitgebuit. We gebruiken determinatoren om naar individuen te verwijzen. We kunnen dan ook terugverwijzen naar deze individuen.

16 16 We gebruiken determinatoren om naar individuen te verwijzen. We kunnen dan ook terugverwijzen naar deze individuen. Dit wordt extra duidelijk als we kijken naar posities in de zin waar je ook naamwoorden zonder determinator kan vinden: Marie is Directeur-Generaal van de Verenigde Naties. We hebben hem volgende week op het diner uitgenodigd. In posities waarin geen determinator gebruikt moet worden, wordt er niet naar individuen verwezen.

17 17 perspectief 1: perspectief 2: Determinatoren creëren relaties tussen verzamelingen. Conclusie perspectief 2 We gebruiken determinatoren om naar individuen te verwijzen waar we dan later ook naar kunnen terugverwijzen.

18 Lidwoorden

19 Het definiete lidwoord

20 20 De priester kijkt op zijn horloge. Perspectief 1 De priesters kijken op hun horloge.

21 21 Perspectief 1 priesters op horloge kijken De priester kijkt op zijn horloge. - Er is een priester die op zijn horloge kijkt.

22 22 Perspectief 1 priesters op horloge kijken De priester kijkt op zijn horloge. - Er is een priester die op zijn horloge kijkt. - Er is geen priester die niet op zijn horloge kijkt.

23 23 Perspectief 1 priesters op horloge kijken De priester kijkt op zijn horloge. - Er is een priester die op zijn horloge kijkt. - Er is geen priester die niet op zijn horloge kijkt. - Er is slechts één priester die op zijn horloge kijkt.

24 24 Perspectief 1 priesters op horloge kijken De priesters kijken op hun horloge. - Er zijn priesters die op hun horloge kijken.

25 25 Perspectief 1 priesters op horloge kijken De priesters kijken op hun horloge. - Er is geen priester die niet op zijn horloge kijkt. - Er zijn priesters die op hun horloge kijken.

26 26 de/het N V geeft aan: Conclusie Perspectief 1 - [in het enkelvoud] dat er slechts 1 individu is dat aan de omschrijving van het naamwoord voldoet en dat dit individu ook aan de omschrijving van het werkwoord voldoet - [in het meervoud] dat alle individuen die aan de omschrijving van het naamwoord voldoen ook aan de omschrijving van het werkwoord voldoen

27 27 Perspectief 2 De man heeft een wandelstok. Een man en een vrouw zijn in het park aan het wandelen.

28 28 de/het N geeft aan: Conclusie Perspectief 2 Dat er naar de individuen waar het naar verwijst eerder al verwezen is.

29 29 Algemene conclusie Maximaliteit Familiariteit

30 Lidwoorden Het definiete lidwoord in vertaling

31 31 Case-study 1 In de meeste contexten zijn maximaliteit en familiariteit compatibel. -> zelfs in deze context Hoe? -> Contextuele restrictie [gebaseerd op Farkas & de Swart 2006]

32 32 Case-study 1 Er zijn echter contexten waar maximaliteit en familiariteit niet compatibel zijn. Stel dat je over olifanten in het algemeen wil zeggen dat ze een slurf hebben... Dan wil je iets zeggen over alle olifanten... +MAX of ze nu bestaan hebben, bestaan, zullen bestaan of zouden kunnen bestaan. -FAM [gebaseerd op Farkas & de Swart 2006]

33 33 Case-study 1 In ‘generieke’ contexten is er een reden om het definiete lidwoord wel te gebruiken maar ook een reden om het definiete lidwoord niet te gebruiken. -> Hier verwachten we variatie tussen talen. [gebaseerd op Farkas & de Swart 2006] Krijgen we die ook?

34 34 Case-study 1 [gebaseerd op Farkas & de Swart 2006]

35 35 Case-study 1 [gebaseerd op Farkas & de Swart 2006]

36 36 Case-study 1 [gebaseerd op Farkas & de Swart 2006]

37 37 Case-study 1 [gebaseerd op Farkas & de Swart 2006]

38 38 Case-study 1 [gebaseerd op Farkas & de Swart 2006]

39 39 [gebaseerd op Farkas & de Swart 2006] -> JA! Case-study 1: Conclusie

40 40 Case-study 2 [gebaseerd op Alexandropoulou 2011] Lichaamsdelen vooronderstellen dat ze toebehoren aan een lichaam.

41 41 Case-study 2 [gebaseerd op Alexandropoulou 2011] Lichaamsdelen vooronderstellen dat ze toebehoren aan een lichaam. Deze observatie is relevant voor de verhoudingen tussen het definiete lidwoord en possessieven als mijn, jouw, zijn, haar. Waarom?

42 42 Case-study 2 [gebaseerd op Alexandropoulou 2011] Je kan dan twee strategieën hanteren. haar hoofd=het hoofd van haar Possessieven zijn definieten + bezit. Strategie 1: telkens er een bezitsrelatie is (ook bij lichaamsdelen) gebruik je een possessief om deze uit te drukken. Strategie 2: je gebruikt een possessief als er een bezitsrelatie is, behalve als deze bezitsrelatie wordt voorondersteld (zoals bij lichaamsdelen). Observatie

43 43 Case-study 2 [gebaseerd op Alexandropoulou 2011] -> Hier verwachten we variatie tussen talen. Krijgen we die ook?

44 44 Case-study 2 [gebaseerd op Alexandropoulou 2011]

45 45 Case-study 2 [gebaseerd op Alexandropoulou 2011]

46 46 Case-study 2 [gebaseerd op Alexandropoulou 2011]

47 47 Case-study 2 [gebaseerd op Alexandropoulou 2011]

48 48 Case-study 2 [gebaseerd op Alexandropoulou 2011]

49 49 -> JA! Case-study 2: Conclusie [gebaseerd op Alexandropoulou 2011]

50 50 Marie schudde Jan de hand. Case-study 2: Follow-up Marie sloeg Jan op het hoofd. [gebaseerd op Alexandropoulou 2011] Ons motto is: met het hoofd in de wolken en de voeten in de klei. Hij stootte zich het hoofd tegen een laaghangende tak.

51 Lidwoorden Het indefiniete lidwoord

52 52 Perspectief 1 Dit is het verhaal van een man in het park... Het indefiniete lidwoord geeft niet aan dat er slechts één individu is dat aan de omschrijving van het naamwoord voldoet.

53 53 Perspectief 2 Dit is het verhaal van een man in het park... Het indefiniete lidwoord geeft niet aan dat het verwijst naar een individu waar eerder al naar verwezen is.

54 54 Geeft het misschien aan dat er meer dan één individu is dat aan de omschrijving van het naamwoord voldoet? Nee! Geeft het misschien aan dat er nog niet naar het individu verwezen is ? Nee! Het verhaal van Homer is dat van een man in het park die...

55 55 Conclusie Het indefiniete lidwoord is neutraal t.o.v. maximaliteit en familiariteit. Het geeft aan dat er minstens één individu is dat aan de omschrijving van het naamwoord en het werkwoord voldoet. Het verwijst naar een individu zodat er naar kan terugverwezen worden. [gebaseerd op van der Klis 2010, Postma 2010 en Le Bruyn, de Swart & Zwarts 2010]

56 Lidwoorden Het indefiniete lidwoord in vertaling

57 57 Case-study 1 In argumentpositie verwijzen we in principe naar individuen: Ze heeft me een cadeau gegeven. In sommige gevallen wordt het bestaan van een individu echter ontkend en is er dus niet echt verwijzing: Ze is bij me op bezoek gekomen zonder een cadeau. [gebaseerd op van der Klis 2010, Postma 2010 en Le Bruyn, de Swart & Zwarts 2010] Het was prachtig.

58 58 Case-study 1 In negatiecontexten ontstaat er een conflict tussen: - de analogie met andere argumentposities waar enkel naamwoorden met determinatoren voorkomen - het ontbreken van een functie voor het indefiniete lidwoord [gebaseerd op van der Klis 2010, Postma 2010 en Le Bruyn, de Swart & Zwarts 2010]

59 59 -> Hier verwachten we variatie tussen talen. Krijgen we die ook? Case-study 1 [gebaseerd op van der Klis 2010, Postma 2010 en Le Bruyn, de Swart & Zwarts 2010]

60 60 Case-study 1 [gebaseerd op van der Klis 2010, Postma 2010 en Le Bruyn, de Swart & Zwarts 2010]

61 61 Case-study 1 [gebaseerd op van der Klis 2010, Postma 2010 en Le Bruyn, de Swart & Zwarts 2010]

62 62 Case-study 1 [gebaseerd op van der Klis 2010, Postma 2010 en Le Bruyn, de Swart & Zwarts 2010]

63 63 Case-study 1 [gebaseerd op van der Klis 2010, Postma 2010 en Le Bruyn, de Swart & Zwarts 2010]

64 64 Case-study 1 [gebaseerd op van der Klis 2010, Postma 2010 en Le Bruyn, de Swart & Zwarts 2010]

65 65 -> Volgens Google niet! Case-study 1: Conclusie [gebaseerd op van der Klis 2010, Postma 2010 en Le Bruyn, de Swart & Zwarts 2010]

66 66 Engels 24% frequentie van kale nomina per prepositie [gebaseerd op van der Klis 2010]

67 67 Spaans frequentie van kale nomina per prepositie 24% [gebaseerd op Oggiani-Morgas 2010]

68 68 Frans frequentie van kale nomina per prepositie 38% [gebaseerd op van Paassen 2009 en Postma 2010]

69 69 Nederlands frequentie van kale nomina per prepositie 41% [gebaseerd op Paenen 2009 en van der Klis 2010]

70 70 -> JA! Case-study 1: Conclusie [gebaseerd op van der Klis 2010, Postma 2010 en Le Bruyn, de Swart & Zwarts 2010]

71 71 Case-study 2 In predicaatpositie verwijzen we in principe niet naar individuen: Jan is een man.  Er is een man en Jan en die man zijn identiek aan elkaar. Waarom gebruiken we hier dan toch (vaak) indefiniete lidwoorden? [gebaseerd op de Swart, Winter & Zwarts 2007, Le Bruyn 2010] Misschien moeten we voor het antwoord op deze vragen ook kijken naar predicatie zonder lidwoord...

72 72 Case-study 2 1.Haar vader is boekhouder in Havelte. 2.Ook hij is slachtoffer geworden van de oplichting. 3.Één zit in de elektrotechniek en de ander is bootwerker. 4.Friedl Pezzei is traumatoloog. 5.Hij is kostwinner voor zijn gezin. 6.Richard Nixon is president van de Verenigde Staten. 7.Mijn man is machinebankwerker. 8.Hij is specialist. 9.Hij is lid van de Partij van de Arbeid. 10.Hij is tolk en spraakleraar in Düsseldorf. 11.Een vrouw van 24 is adjunctcommandant van de dorpsmilitie. 12.De vader van Gérard is boekverkoper en kleine drukker. 13.De landbouw is afnemer van veel industriële producten. 14.Mijn oudste, Egge, is scheepsjongen op De Zilvermeeuw. [gebaseerd op de Swart, Winter & Zwarts 2007, Le Bruyn 2010]

73 73 Case-study 2: Conclusie 1/2 [gebaseerd op de Swart, Winter & Zwarts 2007, Le Bruyn 2010] Blijkbaar heeft het indefiniete lidwoord in predicaatpositie een heel specifieke functie: Aangeven dat het naamwoord niet verwijst naar een bepaalde functie binnen een sociale setting. Aangezien dit verschillend is van de oorspronkelijke van het indefiniete lidwoord, verwachten we hier ook variatie tussen talen. Krijgen we die ook?

74 74 Case-study 2 1.I’m gonna ask David, who as I said is Chairman of our Oil Services Division Camco. 2.My sister Sandra is head of BBC radio publicity. 3.This evening I have with me Norbert Lynton, who is Professor of History of Art at the University. 4.Dr. Jeremy Leggett is director of science at Greenpeace UK. 5.The clerk is secretary to the charity programme of the church and knows the recipients. 6.Richard Haass is president of the Council on Foreign Relations. 7.We want to welcome Joe Queenan with me in New York; he is author of the book Closing Time. 8.Ahmed is editor of Newsweek Pakistan. 9.He even says that Caesarion is King of Egypt. 10.I contacted here in the United States Dr. Bruce Perry, who is founder of the Child Trauma Academy in Houston. 11.Violet Gonda is host of the radio talk show. 12.Roger C. Altman is Chair and CEO of Evercore Partners. [gebaseerd op de Swart, Winter & Zwarts 2007, Le Bruyn 2010]

75 75 Case-study 2: Conclusie 2/2 [gebaseerd op de Swart, Winter & Zwarts 2007, Le Bruyn 2010] -> JA!


Download ppt "Woorden in vertaling tentamenstof. 2 3 4 Lidwoorden in vertaling Vandaag: - Inleiding: Determinatoren - Het definiete lidwoord en zijn vertaling -"

Verwante presentaties


Ads door Google