De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Hfdst 6: Politieke partijen en partijsystemen

Verwante presentaties


Presentatie over: "Hfdst 6: Politieke partijen en partijsystemen"— Transcript van de presentatie:

1 Hfdst 6: Politieke partijen en partijsystemen
6.1 Oorsprong 6.2 Definities 6.3 Typologieën 6.4 Partijsystemen LES 24/11? Verplaatsen?

2 De oorsprong van politieke partijen
Politieke partijen zijn hoofdrolspelers in de politiek, maar een relatief recent verschijnsel Belangrijkste redenen die hun ontstaan verklaren zijn de politieke omwentelingen in de 19e eeuw: Uitbreiding van cijnskiesrecht naar universeel stemrecht : een verkozene vertegenwoordigt niet louter enkele notabelen maar een heel groot aantal kiezers; politieke partijen treden op als bemiddelaars tussen kiezers en verkozenen Door het universeel stemrecht worden sociale klassen met een groot aantal leden (landbouwers, arbeiders) belangrijke politieke actoren (macht van het aantal) en ze organiseren zich in politieke partijen

3 6. 2 Hoe een politieke partij definiëren
6.2 Hoe een politieke partij definiëren? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. Meest eenvoudige definitie (verband met verkiezingen) : een politieke partij is een organisatie die deelneemt aan (concurentiële) verkiezingen van de politieke machthebbers (G. Sartori) Dus: - als geen vrije verkiezingen, geen politieke partijen? - dus geen politieke partijen in autoritaire regimes? - Als geen deelname aan verkiezingen, geen politieke partij? -zijn alle lijsten die zich presenteren ter gelegenheid van de verkiezingen geïncarneerd in een partij

4 Instrumentalistische benadering (Max Weber) « een vereniging waar men vrij kan toetreden en die als doel heeft aan hun leiders macht te verschaffen en aan hun militanten ideële doelen te bereiken of materiële voordelen, of beide samen » Kritiek: geconnoteerde definitie

5 Het belang van het project : Daniel-Louis Seiler
(vertaling) « partijen zijn organisaties (wie?) die individuen willen mobiliseren (wat?) in een collectieve actie gericht tegen anderen, die eveneens collectief zijn georganiseerd (hoe?) met als doel regeringsfuncties uit te oefenen, alleen of in coalitie (waarom?) Deze collectieve actie en deze pretentie om publieke problemen op te lossen (te regeren) worden gerechtvaardigd door een specifieke opvatting over het algemeen belang (waarom?) »

6 6.3 Typologieën Historische typologieën: indeling op basis van historische ontwikkeling, soort partij per periode in geschiedenis Andere typologieën op basis van organisatie, strategie, ideologie, …

7 Historische typologieën
Maurice Duverger (1951), kaderpartijen vs. massapartijen (pp ) Otto Kirchheimer (1966), the catch-all party of volkspartij (pp ) Katz & Mair (1995), cartel partijen of Koole (1992), de moderne kaderpartij ( ) Partijen veranderen ten gevolge van veranderingen in de samenleving

8 Extra slides: cartelpartijen
door de opkomst van catch-all partijen verkleinden de ideologische verschillen, afname van partijcompetitie Volgens Katz en Mair zijn grote partijen héél nauw met elkaar gaan samenwerken en vormen ze een machtskartel (te vergelijken met economisch kartel van grote bedrijven die afspraken maken om de markt te controleren) Definitie partijcartel volgens Katz en Mair: “colluding parties that become agents of the state and employ resources of the state (the party state) to ensure their own collective survival” wet op partijfinanciering 1989

9 Partijen zijn niet langer makelaars tussen staat en samenleving maar ze zijn geabsorbeerd door de staat, verschil tussen staat en partijen verdwijnt voor een stuk Politiek verwordt tot het managen van de staat door een professionele klasse Argumenten Katz en Mair: cartelpartijen voeren geen echte strijd meer met elkaar maar trekken zich collectief terug in het bastion van de staatsmacht Toename van subsidies van overheid aan de partijen, partijen beslissen zelf over de hoge bedragen die de staat hen toekent

10 Belangrijkste kenmerken cartelpartijen:
-interdependentie tussen staat en partijen -samenwerking tussen partijen (om in de staat vertegenwoordigd te blijven; ze verdelen de middelen van de overheid onder elkaar en bepalen samen de spelregels) Verschil cartelpartijen met kartelpartijen (formele politieke afspraken); vbn

11 Panebianco (1988): de electoraal-professionele partij
Professionelen en mandaat-houders spelen een grote rol Gericht op mobiliseren van kiezers, niet leden (via massamedia) Geïnspireerd door issues, minder ideologieën Voor en nadelen van historische typologieën: + zicht op veranderingen - Voorzichtig bij gebruik: geeft enkel globale trend aan

12 Typologie op basis van organisatie: ‘new politics party’ of ‘participatory party’ (Pogundke, 87)
Classificatie op basis van strategie: office-seeking; vote-seeking en policy-seeking (Müller en Strom,1999); anti-systeem partijen Classificatie op basis van ideologie: 10 families (zie cursus) en Lipset en Rokkan (indeling partijen tav breuklijnen)

13 Ideologische typologieën : de breuklijnen - theorie van Seymour Martin Lipset & Stein Rokkan & kritieken LIVRE : Cleavage structures, Party systems and voter aligments, An introduction (1967) (aussi en français, lu par vos collègues) cursus p (hfdst 3): kerk-staat; centrum-periferie; werk-kapitaal; stad-platteland; en kritieken: materialisten- postmaterialisten(inglehart) ; law & order breuklijn (Ignazi)  Politieke partijen hebben zich gevormd rond deze 5 breuklijnen. Het onstaan van deze partijen verklaart de stabiliteit van de breuklijnen.

14 10 grote ideologische partijfamilies
Historisch vergelijkbare omstantdigheden van onstaan; internationale banden; vergelijkbaar beleid Links 1. sociaaldemocraten 2. communisten 3. nieuw linkse partijen 4. groene partijen Centrum en rechts 5. christen democraten

15 6. conservatieve partijen
7. liberale partijen 8. agrarische partijen (Scandinavische landen) 9. extreem rechtse of rechts-populistische partijen 10. regionalistische partijen

16 Partijsystemen Definitie: het gestructureerd geheel van onderlinge relaties (zowel van oppositie als van samenwerking) die bestaan tussen de partijen van eenzelfde politiek systeem Belangrijkste kenmerk: Het aantal partijen: (éénpartijsystemen vs) tweepartijensystemen vs meerpartijensystemen Invloed van omgeving op partijsysteem (kiessystemen en wetten) Partijsysteem als onafhankelijke variabele (explans)

17 De benadering van Giovanni Sartori (1976)
- verschil tussen formaat (aantal partijen bij verkiezingen, in parlement, fractionaliseringsindex en effectief aantal partijen) en mechanisme (kenmerken van partijen)van partijsystemen - Bepalen van de relevantie van een partij: - electoraal potentieel: kan ze winnen? - coalitie potentieel - blackmail potentieel

18 Soorten meerpartijensystemen
Gepolariseerd versus gematigd pluralisme (Sartori): vanaf 5 (relevante) partijen, en afhankelijk van ideologische verschillen Kritiek: federale staat met meerdere talen (België)

19 Verkiezingen in Zweden in 2002 (multipartisme met dominante partij)

20 Verkiezingen in Zweden in 2006

21 Verkiezingen in denemarken in 1964 (multipartisme met dominante partij)

22 Verkiezingen in Denemarken in 2005

23 2,5 Partijensysteem – onvolmaakt meerpartijensysteem
Belang van de king maker partij (parti pivot)

24 Zetelverdeling in Duitsland

25 Parlement Polen1991-1993: extreem multipartisme

26 Andere methode om formaat van partijsystemen te meten: indicatoren
2 belangrijke indexen 1. Effectief aantal partijen (Laakso et Taagepera): meet de fragmentatie in zetels (hoeveel partijen tellen mee): N= 1/((pi)2) Pi = proportie zetels in het parlement 2. De fractionaliserings-index (Rae, 1968): berekent de fragmentatie in aantal stemmen (hoog in Frankrijk) F= 1-((pi)2)


Download ppt "Hfdst 6: Politieke partijen en partijsystemen"

Verwante presentaties


Ads door Google