Download de presentatie
1
Evenwijdige lichtbundel
Lichtbundels Evenwijdige lichtbundel Divergerende lichtbundel Convergerende lichtbundel
2
Wit licht bestaat uit alle kleuren…
… en kan zich in al die kleuren splitsen. p r i m s a
4
Alle kleuren van het licht kunnen zich mengen…
… tot wit licht. p r i m s a
5
Licht valt op voorwerp en kan worden Weerkaatst Doorgelaten Geabsorbeerd
6
Groen voorwerp weerkaatst groen licht en absorbeert alle andere kleuren.
Doorzichtig voorwerp laat groen licht door.
7
Oranje voorwerp weerkaatst oranje licht en absorbeert alle andere kleuren.
Doorzichtig voorwerp laat oranje licht door.
8
Violet voorwerp weerkaatst violet licht en absorbeert alle andere kleuren.
Doorzichtig voorwerp laat violet licht door.
9
Groen voorwerp absorbeert rood licht.
Er wordt niets weerkaatst of doorgelaten. Voorwerp ziet dus zwart.
10
Spiegelwet L i t Spiegelwet: hoek t = hoek i
11
Virtuele lichtstralen
Spiegel voorwerpsafstand beeldafstand L B Virtueel beeld i t Reële lichtstralen Virtuele lichtstralen
12
Lichtstraal komt uit de richting van het beeld.
Spiegelbeeld L B Lichtstraal komt uit de richting van het beeld.
13
Spiegelwet: hoek t = hoek i
Spiegelbeeld: beeldafstand = voorwerpsafstand Teruggekaatste stralen: komen uit beeld
14
Constructie met spiegelwet Constructie met spiegelbeeld
hoeken meten is lastig spiegelwet is altijd bruikbaar afstand meten is niet moeilijk alleen bruikbaar als je weet waar lichtbron is Noodzakelijke lijnen en tekens moet je aangeven. Wat niet noodzakelijk is laat je weg!
15
Spiegelende terugkaatsing Heengaande lichtstralen lopen evenwijdig
Teruggekaatste lichtstralen lopen ook evenwijdig
16
Diffuse terugkaatsing Heengaande lichtstralen lopen evenwijdig
Teruggekaatste lichtstralen lopen alle kanten uit
17
Teruggekaatste bundel
i t Teruggekaatste bundel
18
Teruggekaatste bundel
19
Dit gebied zie je in de spiegel.
Gezichtsveld t i Dit gebied zie je in de spiegel.
20
Hier weerkaatst de lichtstraal
Lichtstraal van kaarsvlam naar oog L B Hier weerkaatst de lichtstraal
21
Lichtbundel van kaarsvlam naar oog
Bundel naar oog
22
Van lucht naar glas: hoek r < hoek i Lichtbreking i r Lucht Glas
23
Bij loodrechte inval geen breking
Lichtbreking Lucht Glas
24
Van glas naar lucht: hoek r > hoek i Lichtbreking i r Glas Lucht
25
De vis lijkt minder diep te zwemmen!
? De vis lijkt minder diep te zwemmen! r i
26
Omkeerbaarheid Lichtstralen zijn omkeerbaar (in omgekeerde richting volgen ze hetzelfde spoor).
27
Bolle lenzen Positieve lenzen Convergerende lenzen Holle lenzen Negatieve lenzen Divergerende lenzen
28
Lens brandpunt + hoofd-as
29
Bollere lens is sterkere lens.
30
Bolle lens +
31
Holle lens -
32
Speciale lichtstralen (1)
+ ? +
33
Speciale lichtstralen (2)
+ +
34
Speciale lichtstralen (3)
+ +
35
Reëel beeld (verkleind)
Beeldvorming Reëel beeld (verkleind) + voorwerp
36
Reëel beeld (vergroot)
Beeldvorming Reëel beeld (vergroot) + voorwerp
37
Beeldvorming beeld + voorwerp
38
Beeldvorming beeld + voorwerp
39
Beeldvorming beeld + voorwerp
40
Beeld is 3 maal zo groot als voorwerp.
Vergroting = 6 cm : 2 cm = 3 Vergroting = Lengte beeld Lengte voorwerp Vergroting + Beeld: 6 cm hoog Voorwerp: 2 cm hoog
41
Vergroting + Voorwerp: 4 cm hoog Beeld is 0,5 maal zo groot als voorwerp. Vergroting = 2 cm : 4 cm = 0,5 Vergroting = Lengte beeld Lengte voorwerp Beeld: 2 cm hoog
42
Vergroting Vergroting geeft aan hoeveel maal het beeld zo groot is als het voorwerp. Vergroting is In formule: N = Als N > 1 dan: vergroting Als N < 1 dan: verkleining Als N = 1 dan: beeld even groot als voorwerp Lengte beeld Lengte voorwerp LB LV
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.