Download de presentatie
GepubliceerdAugusta Verbeek Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Spierwerking als reactie op prikkels
Spierwerking niet in samenwerking met het skelet
2
Wat is een beweging? Beweging = reactie van spieren op een prikkel.
Spierwerking niet in samenwerking met het skelet Effectoren = spieren die reageren op een prikkel door samentrekking (contractie). Haarspiertje Bewegingsfuncties: Spierwerking in samenwerking met het skelet skeletspieren; Spierwerking NIET in samenwerking met het skelet haarspiertje, hartspier, sluitspieren … Hartspier Peristaltiek Kringspiertjes in de slagaders Sluitspieren
3
Spierwerking niet in samenwerking met het skelet
Eigenschappen: spieren zijn niet verbonden met het skelet; spieren werken niet samen met het skelet. Beweging Spierwerking niet in samenwerking met het skelet Enkele voorbeelden: haarspiertjes in de huid; hartspier; darmspieren; verwijden en vernauwen van bloedvaten; sluitspieren in doorgangen. Haarspiertje Hartspier Peristaltiek Kringspiertjes in de slagaders Sluitspieren
4
Haarspiertje in de huid
Haarspiertje: spiertje zorgt ervoor dat het haartje rechtop kan staan (kippenvel). Beweging Spierwerking niet in samenwerking met het skelet Huid (schematisch) Haarspiertje Hartspier Peristaltiek Kringspiertjes in de slagaders Sluitspieren
5
Kloppen van de hartspier
Hartspier: ritmisch samentrekken zorgt voor een constante bloedstroming in het lichaam. Beweging Spierwerking niet in samenwerking met het skelet Hart (uitwendig) Overlangse doorsnede hart Haarspiertje Hartspier Peristaltiek Kringspiertjes in de slagaders Sluitspieren Kunstmatige pacemaker = toestelletje dat ervoor zorgt dat de hartspier weer ritmisch samentrekt.
6
Peristaltiek Peristaltiek: afwisselend samentrekken van de kringspieren en lengtespieren in de darmwand waardoor de voedselbrok zich verplaatst. Beweging Spierwerking niet in samenwerking met het skelet Enkele voorbeelden: Darmen spijsverteringsstelsel; Zaadleiders en eileiders. Haarspiertje Hartspier Peristaltiek (schematisch) Peristaltiek Kringspiertjes in de slagaders Sluitspieren
7
Verwijden en vernauwen bloedvaten
Kringspiertjes in de slagadertjes: slagadertjes in de huid kunnen hierdoor verwijden of vernauwen. Beweging Spierwerking niet in samenwerking met het skelet Uitgezette slagadertjes Haarspiertje Hartspier Peristaltiek Kringspiertjes in de slagaders Vernauwde slagadertjes Sluitspieren
8
Tijdelijk afsluiten van doorgangen
Sluitspieren: kringspieren die tijdelijk een doorgang kunnen afsluiten. Beweging Spierwerking niet in samenwerking met het skelet Enkele voorbeelden: overgang slokdarm naar maag; Overgang maag naar twaalfvingerige darm; Afvoerbuis van galblaas en alvleesklier in de twaalfvingerige darm; Uitgang endeldarm → sluitspier: anus; Overgang urineblaas naar urinebuis. Haarspiertje Hartspier Peristaltiek Kringspiertjes in de slagaders Sluitspieren
9
Ellebooggewricht Biceps Triceps
Skeletspieren werken in paren: als de ene spier samentrekt, ontspant de andere (= antagonisten) beenderen bewegen ten opzichte van elkaar in gewrichten. Bv. biceps en triceps Skeletspieren arm
10
Waar? Urineleider, darmen spijsverteringsstelsel.
Peristaltiek: knijpende voortbeweging als gevolg van de gecoördineerde werking van lengte- en kringspieren. Waar? Urineleider, darmen spijsverteringsstelsel. Peristaltiek in de slokdarm
11
Bedoeld voor mensen met een trage en onregelmatige hartslag.
Röntgenfoto met ingeplande pacemaker Kunstmatige pacemaker: apparaat zorgt voor een normale samentrekking van de hartspier. Bedoeld voor mensen met een trage en onregelmatige hartslag.
12
Sinusknoop Boezemkamerknoop Rechterboezem Linkerboezem Rechterkamer
Linkerkamer Sinusknoop of pacemaker: geeft signaal voor de samentrekking van de boezems. Atrioventriculaire knoop (boezemkamerknoop): ontvangt signaal van sinusknoop waardoor kamers samentrekken. Lengtedoorsnede hart
13
Afvoerbuis alvleesklier en galblaas
Maagmond Maagportier Afvoerbuis alvleesklier en galblaas Anus Tijdelijke afsluitingen doorgangen spijsverteringstelsel Tijdelijke afsluiting doorgangen: sluitspieren = kringspieren die doorgang tijdelijk afsluit. Vernauwing doorgang: kringspieren die bloedtoevoer tijdelijk regelen.
14
Huid (schematisch)
15
Uitgezette slagaders in de huid meer warmte afgeven
Vernauwde slagaders in de huid minder warmte afgeven
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.