Bienvenidos a la clase de español conjugar los siguientes verbos hablar llevar Escribir leer Escuchar aprender vivir 2.

Presentatie over: "Bienvenidos a la clase de español conjugar los siguientes verbos hablar llevar Escribir leer Escuchar aprender vivir 2."— Transcript van de presentatie:

1

2 Bienvenidos a la clase de español

3 conjugar los siguientes verbos hablar llevar Escribir leer Escuchar aprender vivir 2

4 3 Singular yo tú él / ella / Usted Plural nosotros vosotros ellos / ellas / Ustedes

5 4 STAM + Uitgang -o -as -a -amos -áis -an

6 5 Por ejemplo…: hablar hablar habl o as a amos áis an

7 6 STAM + Uitgang -o -es -e -emos -éis -en

8 7 Por ejemplo…: Beber beber beb o es e emos éis en

9 8 STAM + Uitgang -o -es -e -imos -ís -en

10 9 Por ejemplo…: Vivir viv ir viv o es e imos ís en

11 Verbos Andar Comer Buscar Vivir Tocar Beber bailar estudiar escribir 10

12 Vertaal de volgende zinnen 1. Andamos a la escuela 2. Comemos paella 3. Buscamos un bolígrafo 4. Vivimos en Apeldoorn 5. No, tocamos la guitarra

13  We eten geen Paella  Ze woont in Noordwijkerhout  Ik begrijp Spaans  Ze drinken geen bier  Jullie schrijven naar de docent  Ik dans met mijn vrienden  Ik leer voor de examen

14 WeekToetsen, afspraken Huiswerk Week 2 9 de enero Herhaling unidad 2 Regelmatige werkwoorden vervoegen Voc. (deel 1) leren Week 2 donderdag 12 de enero Start Unidad 3, oefening 1 WB: 1,2, 4 Week 3 Maandag 16 de enero 2 B, 2C (regelmatige werkwoorden + gustar) Unidad 3, TB: Oefening 2 WB: oefening 6,8, WB afmaken oef. Werkwoorden ser- tener- llamarse voor opdracht 9- 10A. Portfolio. Week 3 donderdag 19 de enero SO grammatica (jezelf beschrijven en een ander met de werkwoorden SER-TENER-LLEVAR) Voc. (deel 2) leren Werken aan het eindtaak Week 4 Maandag 23 de enero Boek Gente 1 Unidad 3 TB: 3, 4B, Típico Tópico> indelen regio’s / tweetallen maken WB afmaken oef. 13,15, blz. 37 (1A). blz. 38 (1 t/m 3), blz. 39 (1A+B) Week 4 donderdag 26 de enero Boek gente Unidad 3 TB: 5A, 6, Voc. (deel 3) leren Werken aan het eindtaak (foto- album) Week 5 Maandag 30 de enero SO woordenschat (deel 1, 2 en 3) (NS-SN) Boek gente Unidad 3 TB: 7 A en C Werken aan het eindtaak (foto-album) Week 5 donderdag 2 de febrero Eindtaak afmaken in de les. Boek gente, unidad 3 TB: 8A, D en E. Típico Tópico Week 6 maandag 5 de febrero Verkort rooster: Mondeling voorbereiden: Werken aan Típico Tópico of eindtaak (foto- album) Week 6 donderdag 8 de febrero Presentaties: Típico Tópico Week 7 Maandag 12 de febrero Presentaties: Típico Tópico Week 7 Donderdag 15 de febrero PW: Unidad 3 Week 8 Maandag Vakantie Week Donderdag Vakantie Week 9 Maandag Eindtaak inleveren (foto- album) Presentaties Week 9 Donderdag Presentaties Week 10Start periode 3

15 Cijfers periode 2 ( ☺ = al gedaan) ☺ Toets Unidad 2 (3x) ☺ Toets Voc. Unidad 2 (1x) ☺ Eindopdracht : droomschool (2x)  >Toets regelmatige ww (2x) > Toets Unidad 3 (2x) > Toets Voc Unidad 3 (1x) > Cijfer eindopdracht Unidad 3> foto-album (3x) > 50% album >50% mondelinge presentatie)  Top of Form  Bottom of Form 

16 PERIODE 2 In de les en /of thuis werk je aan: - Boek Gente 1 Unidad 3 (volgens de planner, zie hieronder wat je wel moet doen) - extra materiaal van de docent - extra materiaal op het internet (zie onder internet) - losse opdrachten van de docent zoals korte mondelinge oefeningen - luisteropdrachten (met je CD van het boek, oefeningen op deze wiki) - je persoonlijke woordenlijst -leesdossier (zie onder lezen op de wiki) - je foto-album - het project Típico Tópico

17  Uitleg bij de planner: I. De woordenlijst Unidad 3 staat onder Vocabulario. We hebben de lijst in 3 gedeeld. Voc 1: El aspecto físico + relaciones Voc 2: El rasgo, aficiones (kolom 1) Voc 3: Aficiones (kolom 2) + Frecuencia + eigen woorden (15 woorden)

18  II.Eindopdracht bij Unidad 3 is het maken van een foto-album en het presenteren hiervan. Zie stencil. Het is een individuele opdracht.

19 III. Típico Tópico: Spanje> Land en Volk - Je leert nadenken over de typische en niet- typische zaken van Spanje: Wat zijn vooroordelen en wat zijn de feiten? Staat een cultuur van een land vast of kan deze veranderen? - In tweetallen presenteer je over een Spaanse regio (in overleg met de docent maak je een keuze, er zijn er 17) - In het Nederlands, 3 minuten - Informatie over de geografie, klimaat, landschap, steden, dorpen, bergen, rivier, talen en typische dingen van deze streek -10 Spaanse woorden

20