De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

DEMOCRATIE en rechtsstaat

Verwante presentaties


Presentatie over: "DEMOCRATIE en rechtsstaat"— Transcript van de presentatie:

1 DEMOCRATIE en rechtsstaat
Hoofdstuk 6 DEMOCRATIE en rechtsstaat

2 Democratie en rechtsstaat
Als de dictatuur een fel bekritiseerde staatsvorm is, welke dan wel? Hoe ziet een goed regime er uit? Waarom is dat regime dan zo goed? Welke gevaren zijn er bij die staatsvorm? Democratische rechtsstaat als ‘goede’ staatsvorm Oef. p. 45 onderaan  bekijk eens, stel jezelf de vraag wat dat te maken heeft met democratie.

3 Democratie en rechtsstaat
Kern van democratie:  staatsvorm waarbij het volk zichzelf regeert  gebeurt dat in praktijk ook zo? Onderscheid tussen directe en indirecte democratie. Volk wordt om antwoord representatieve gevraagd  referendum democratie

4 Democratie en rechtsstaat
Referendum: besluitvormingsmiddel waarbij aan de stemgerechtigden een beleidskwestie ter goedkeuring of ter afkeuring wordt voorgelegd in de vorm van een vraag  kan bindend of niet bindend (of adviserend) zijn raadgevend, raadplegend, correctief of keuzereferendum

5 Democratie en rechtsstaat
(staat niet in cursus) Raadgevend referendum: door de bevolking aangevraagd referendum. Raadplegend referendum: door de politiek aangevraagd referendum. Correctief referendum: waarbij een besluit van de volksvertegenwoordiging tegengehouden kan worden. Keuzereferendum: waarbij niet voor of tegen een bepaald voorstel gestemd kan worden, maar gekozen kan worden tussen alternatieven.

6 Democratie en rechtsstaat
Contra’s voor referendum? Voorbeeld referendum: ‘Een beroemd/berucht Belgisch referendum was dat omtrent de Koningskwestie, in 1950 waarbij de mening van de Vlaamse meerderheid door de Waalse vakbonden zwaar aangevochten werd, en aanleiding gegeven heeft tot zware rellen, met doden als gevolg, zodat koning Leopold III ondanks een instemming van de meerderheid van de bevolking, gedwongen was om troonsafstand te doen om de monarchie te redden. Hij werd opgevolgd door de kroonprins, zijn oudste zoon Boudewijn I van België.’ Andere voorbeelden in België:

7 Democratie en rechtsstaat
Indirectie democratie: nooit zal iedereen kunnen / willen bezig zijn met bestuur van zijn maatschappij. (cf. Plato vs Aristoteles)  kwestie van kennis, ervaring, tijd, zin, … Volksvertegenwoordigers die in naam van volk beslissingen nemen: representatieve democratie Parlementaire democratie presidentieel stelsel semi-presidentieel

8 Democratie en rechtsstaat
Parlementaire democratie: een representatieve democratie waarbij de burgers via gekozen vertegenwoordigers in het parlement, de wetgevende macht, invloed hebben op het beleid. (vb. België) Presidentieel stelsel:  regeringsvorm waarbij de uitvoerende-, wetgevende- en rechtsprekende macht strikt gescheiden zijn. De uitvoerende macht, (president), is geen verantwoording schuldig aan de wetgevende macht, gevestigd in het congres, maar kan de wetgevende macht nooit ontbinden. (vb. VSA)

9 Democratie en rechtsstaat
Semi-presidentieel stelsel: regeringsvorm waarbij de president en de minister-president van een land beide actief participeren in het dagelijks bestuur van de staat. In dit systeem dient de regering (minister-president en ministers) verantwoording af te leggen aan de volksvertegenwoordiging en kan zij ook vallen, bijvoorbeeld door een motie van wantrouwen. (Vb. Frankrijk, Rusland, Egypte, Pakistan.)

10 Democratie en rechtsstaat
Is België een directe of indirecte democratie? Waarom heeft het deze vorm? (p.47 bovenaan)

11 Democratie en rechtsstaat
Voorwaarden voor democratie: Als we geen criteria kunnen hanteren om te bepalen of een staat als dan niet democratisch is, kan het begrip een eigen leven gaan leiden: Hitler noemde het Derde Rijk de “waarachtige Germaanse democratie”. Saddam Hoessein noemde het een “democratische zege” toen 99,9% van de kiezers zich in gecontroleerde verkiezingen voor zijn presidentschap uitsprak.

12 Democratie en rechtsstaat
Om het democratische gehalte van een samenleving of organisatie te bepalen, zou men kunnen gebruikmaken van een soort checklist van criteria. (p.47 onderaan)

13 Democratie en rechtsstaat
België voldoet nog aan een aantal andere criteria: er zijn vrije verkiezingen voor een parlement er is een meerpartijenstelsel (<-> dictatuur) de regering wordt gecontroleerd door de gekozen volksvertegenwoordiging en kan door haar naar huis gestuurd worden de burgers zijn voor de wet gelijk

14 Democratie en rechtsstaat
Stemrecht of stemplicht? NIEUWSITEM VRT: ARTIKEL: "Democratie mag ook gepaard gaan met plichten" België: recht en plicht van meerderjarige om zijn volksvertegenwoordiger aan te duiden.  In de praktijk geen STEMPLICHT maar een OPKOMSTPLICHT omdat je blanco of ongeldig mag stemmen.

15 Democratie en rechtsstaat
Argumenten tegen stemplicht Vrijheid om niet mee te doen wordt ontnomen Invloed van media wordt groter (cf. Berlusconi) Opinies van bekende mensen en drukkingsgroepen wordt groter Aantal stemmende mensen is graadmeter voor interesse en vertrouwen in volksvertegenwoordigers. Aanmoediging om proteststem uit te brengen

16 Democratie en rechtsstaat
Argumenten voor stemplicht: Burgerschap impliceert naast rechten ook plichten. Zonder stemplicht gaan de sociaal zwakkeren minder stemmen waardoor verkiezing niet representatief is. Zij die reeds machtig zijn zullen systematisch meer winnen terwijl zij net niet de nood aan politieke vertegenwoordiging hebben Stemplicht versterkt de sociale rechtsvaardigheid en de representativiteit Je behoedt democratie voor ‘vermarkting’ van de verkiezingen. Stemplicht stimuleert verantwoordelijkheidsgevoel

17 Democratie en rechtsstaat
Voor- en nadelen van democratie: In 1900 was er geen enkele democratie in de wereld, nu zijn het er circa 120. Amartya Sen: democratie is meer dan principe, helpt een staat ook praktisch vooruit. Toch zijn er valkuilen en nadelen verbonden met de democratie. Korte termijnlogica Niet altijd rationele beslissing Versnippering van eenheid van een land

18 Democratie en rechtsstaat
De wet geldt voor iedereen. Niemand staat er boven en niemand kan de wet eenzijdig aanpassen. Niet alle democratische landen zijn rechtsstaten: 5 voorwaarden: Regels zijn billijk / rechtvaardig voor het samenleven Regels worden door de meerderheid opgesteld (al dan niet representatief) Geen willekeur bij toepassing van de regels (consequent) Geen discriminatie Toepassen van regels moet openbaar, controleerbaar en afdwingbaar zijn

19 Democratie en rechtsstaat
Belangrijkste element van rechtstaat: grondwet. bij meeste moderne rechtsstaten. (niet bij Engeland en Israël) Grondrechten van de burger zijn hierin opgenomen Grondslag van onze staatsinrichting wordt er in beschreven Grondwet + aantal andere ongeschreven en geschreven regels = constitutie  België is een constitutionele monarchie EN een parlementaire representatieve democratie. Ook de scheiding der machten is een vereiste voor de rechtsstaat.

20 Democratie en rechtsstaat
Inbreuken op regels rechtsstaat: George W. Bush over ‘alternative methods’ in Guantanamo. Brandon Neely; Guantanamo guard speaks: Obama on Guantanamo:


Download ppt "DEMOCRATIE en rechtsstaat"

Verwante presentaties


Ads door Google