De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Het Puberbrein Inleiding. Hersenonderzoek.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Het Puberbrein Inleiding. Hersenonderzoek."— Transcript van de presentatie:

1 Het Puberbrein Inleiding. Hersenonderzoek.
Enkele ontdekkingen uitgelicht. Bijzondere gedragingen. Een kijkje bij elkaar Afronding. In deze presentatie worden twee filmpjes vertoont. Als je een lange presentatie hebt en meer filmpjes wilt laten zien kun je uit wijken naar de filmpjes die bij Beter Omgaan Met Pubers (eerste bijeenkomst) horen.

2 Ben je het hiermee eens? De jeugd van tegenwoordig is (meer dan vroeger) opvliegend en tegendraads. Ze tiranniseren hun opvoeders. De jeugd van tegenwoordig houdt van luxe, heeft vaak slechte manieren en veracht alle gezag. 2

3 Socrates (384-322 jaar voor christus)
Na deze dia filmpje laten zien: DVD In gesprek, ouders met pubers: hoofdstuk uitgaan: Deel 2: Ruzie over uitgaan, komt dat veel voor? 3

4 Hormoon spurt voor lichamelijke verandering. (en gedragsverandering)
Groeispurt Geslachtsrijping, seksuele ontwikkeling Uiterlijke veranderingen De adolescentie is het hele traject van volwassenwording in de maatschappij. De puberteit is de beginperiode hiervan waarin de hormonale veranderingen centraal staan. Begin 9-12 jaar, eind jaar. In 1860 menarche jaar.

5 Hersenonderzoek en nieuwe ontdekkingen.
Brain en Development Laboratorium Leiden. Eveline Crone. Na deze dia filmpje laten zien: DVD In gesprek, ouders met pubers: hoofdstuk uitgaan: Deel 2: Ruzie over uitgaan, komt dat veel voor? 5

6 Hersenontwikkeling tot 23 jaar ongelijkmatig van achter naar voren er komen nog veel hersenverbindingen bij De hersenen groeien als het ware van achteren naar voren. Al op jonge leeftijd zijn de motoriek, het gezichtsvermogen en de emotionele systemen klaar. De betrokken hersendelen liggen achter in de hersenen. Vervolgens rijpt het middelste deel, dat deze functies coördineert. Maar juist de voorste hersendelen, waar het controlecentrum zetelt, hebben dan nog een lange weg te gaan. En dat heeft grote consequenties voor het gedrag van pubers en adolescenten op allerlei gebieden. Het puberbrein is te vergelijken met de geleidelijke groei van een wegennetwerk. Smalle kronkelweggetjes die alleen nog te voet begaanbaar zijn, groeien uit tot steeds bredere en gladdere wegen. Daarna worden het vierbaans snelwegen waarover het verkeer met hoge snelheid de kortste route van A naar B volgt.

7

8 Ben je boos ofzo? Meisjes hebben een betere gezichtsherkenning en emotieherkenning, dit is blijvend. Dit komt door oestrogeen, al in baarmoeder geproduceerd. Blz 58 Het herkennen van emoties en display rules wordt beter bij pubers. Het herkennen van emoties op gezichten gaat tijdelijk achteruit rond 12 jaar, dit wordt de puberdip genoemd. Blz 65 Emotionele info wordt via 2 wegen in de hersenen verwerkt. Rechtstreeks na waarneming naar amygdala (flight finght reacties) en via de cortex (interperetatie duurt langer). Bij 12 jaar de amygdala ook actief bij neuraal gezicht. Bij meisjes neemt de overgevoeligheid van de amygdala eerder af.

9 Alles draait om mij. Zelfbeeld ontwikkelen.
Wat voel ik, wat denk ik. Hoe denken anderen over mij. Hoe kom ik over? Imaginary public: Extreem zelfbewust. Personal fable: Denken dat je uniek bent. Tieners gaan steeds meer kritisch en hypothetisch denken. Executieve vaardigheden zijn voor het uitvoeren van complex en doelgericht gedrag, deelprocessen als informatie vast houden, in gedachten kunnen wisselen tussen regels en op tijd handelingen stoppen. Hypothetisch denken helpt om in iemand anders schoenen te kunnen staan. Voor ironie is het nodig perspectief te nemen (actieve gebieden temporale cortex). In de adolescentie gaat de pfc steeds efficiënter werken: werkgeheugen, planning, flexibiliteit en het kunnen remmen van ongewenst gedrag en ongewenste gedachten. Blz 130

10 Veranderingen noodzakelijk.
De hersenen groeien als het ware van achteren naar voren. Al op jonge leeftijd zijn de motoriek, het gezichtsvermogen en de emotionele systemen klaar. De betrokken hersendelen liggen achter in de hersenen. Vervolgens rijpt het middelste deel, dat deze functies coördineert. Maar juist de voorste hersendelen, waar het controlecentrum zetelt, hebben dan nog een lange weg te gaan. En dat heeft grote consequenties voor het gedrag van pubers en adolescenten op allerlei gebieden. Het puberbrein is te vergelijken met de geleidelijke groei van een wegennetwerk. Smalle kronkelweggetjes die alleen nog te voet begaanbaar zijn, groeien uit tot steeds bredere en gladdere wegen. Daarna worden het vierbaans snelwegen waarover het verkeer met hoge snelheid de kortste route van A naar B volgt.

11 Cognitieve ontwikkeling
Denkvermogen neemt toe. Andere humor. Verbanden gaan ontdekken. Situaties van verschillende kanten bekijken. Kans op piekeren. Multi taksen? Tieners gaan steeds meer kritisch en hypothetisch denken. Executieve vaardigheden zijn voor het uitvoeren van complex en doelgericht gedrag, deelprocessen als informatie vast houden, in gedachten kunnen wisselen tussen regels en op tijd handelingen stoppen. Hypothetisch denken helpt om in iemand anders schoenen te kunnen staan. Voor ironie is het nodig perspectief te nemen (actieve gebieden temporale cortex). In de adolescentie gaat de pfc steeds efficiënter werken: werkgeheugen, planning, flexibiliteit en het kunnen remmen van ongewenst gedrag en ongewenste gedachten. Blz 130

12 Bijzondere gedragingen.
Laat in slaap vallen en niet wakker te krijgen. Onhandig. Zeer emotioneel reageren. Slappe lach. Overal rommel. In het puberbrein grijpt in werkelijkheid alles continu in elkaar, maar voor de helderheid benoemen we hier de vier verschijnselen die een nieuw licht werpen op typische vormen van pubergedrag. Géén helikopterview (Minder verbindingen tussen hersendelen) Lagere Overdrachtssnelheid informatie Minder probleemoplossend vermogen Moeite met overzicht houden Ratio op afstand (Frontaalkwab in ontwikkeling) Slechtere concentratie Wisselingen in overwicht hersendelen: van rationeel naar emotioneel en omgekeerd Minder vermogen tot abstraheren Moeite met keuzes maken Moeite met plannen en anticiperen Moeite met prioriteiten stellen Heftige emoties (Amygdala meer de overhand) Emoties minder onder controle Negatieve emoties sneller de overhand Moeite met lezen van gezichtsexpressies en hierdoor minder inlevingsvermogen Enorme stemmingswisselingen Kicks (Stijging spiegel diverse hormonen) Verhoogd roekeloosheid Lagere impulscontrole Minder relativeringsvermogen 12

13 Nog meer bijzondere gedragingen.
Continu contact met vrienden. (groepsdruk, erbij horen) Risico’s niet overzien. Alles op het laatste moment. Meteen iets willen, niet kunnen wachten. Afstand nemen van ouders. In het puberbrein grijpt in werkelijkheid alles continu in elkaar, maar voor de helderheid benoemen we hier de vier verschijnselen die een nieuw licht werpen op typische vormen van pubergedrag. Géén helikopterview (Minder verbindingen tussen hersendelen) Lagere Overdrachtssnelheid informatie Minder probleemoplossend vermogen Moeite met overzicht houden Ratio op afstand (Frontaalkwab in ontwikkeling) Slechtere concentratie Wisselingen in overwicht hersendelen: van rationeel naar emotioneel en omgekeerd Minder vermogen tot abstraheren Moeite met keuzes maken Moeite met plannen en anticiperen Moeite met prioriteiten stellen Heftige emoties (Amygdala meer de overhand) Emoties minder onder controle Negatieve emoties sneller de overhand Moeite met lezen van gezichtsexpressies en hierdoor minder inlevingsvermogen Enorme stemmingswisselingen Kicks (Stijging spiegel diverse hormonen) Verhoogd roekeloosheid Lagere impulscontrole Minder relativeringsvermogen 13

14 Een kijkje nemen bij elkaar.
In het puberbrein grijpt in werkelijkheid alles continu in elkaar, maar voor de helderheid benoemen we hier de vier verschijnselen die een nieuw licht werpen op typische vormen van pubergedrag. Géén helikopterview (Minder verbindingen tussen hersendelen) Lagere Overdrachtssnelheid informatie Minder probleemoplossend vermogen Moeite met overzicht houden Ratio op afstand (Frontaalkwab in ontwikkeling) Slechtere concentratie Wisselingen in overwicht hersendelen: van rationeel naar emotioneel en omgekeerd Minder vermogen tot abstraheren Moeite met keuzes maken Moeite met plannen en anticiperen Moeite met prioriteiten stellen Heftige emoties (Amygdala meer de overhand) Emoties minder onder controle Negatieve emoties sneller de overhand Moeite met lezen van gezichtsexpressies en hierdoor minder inlevingsvermogen Enorme stemmingswisselingen Kicks (Stijging spiegel diverse hormonen) Verhoogd roekeloosheid Lagere impulscontrole Minder relativeringsvermogen 14

15 Hoe hou je contact? Gedrag heeft niet altijd met jou te maken.
“Is er iets dat ik voor je kan doen?” Luister, veroordeel zo min mogelijk. Blijf dingen over je eigen leven delen (en je eigen puberteit). Creëer de juiste gelegenheid. Laat je niet steeds leiden door angst bij het stellen van regels.

16

17 Recept voor het opvoeden van pubers.
1 Portie liefde. 50 mg aandacht. 1 volle eetlepel humor. Een kopje complimenten. Een mok beloningen. Een grote schep vertrouwen en geduld.

18 Bedankt voor de aandacht!


Download ppt "Het Puberbrein Inleiding. Hersenonderzoek."

Verwante presentaties


Ads door Google