De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Onderzoekend leren in de klas met de taalcanon

Verwante presentaties


Presentatie over: "Onderzoekend leren in de klas met de taalcanon"— Transcript van de presentatie:

1 Onderzoekend leren in de klas met de taalcanon
Ad van der Logt Good Practice Day talen 31 januari 2014

2 Mogelijkheden Vakinhoudelijk
Taalkundestof toegankelijk en wetenschappelijk aanvaardbaar (correct, actueel, illustratief) Vakdidactisch Uitdagend vakonderwijs, geïntegreerd en/of autonoom, didactische modellen, stemvork, hele-taak-eerst, hogere orde denkvaardigheden, socratische methode, differentiatie

3 Didactisch gereedschap
Denkvaardigheden Vragen bij teksten (gereviseerde taxonomie Bloom) Vragen in de klas (de socratische methode) Lesopbouw OVUR-principe, met hele taak/vraag eerst Thematisch-cursorische aanpak Differentiatie naar toenemende complexiteit

4 Lesfasering/didactische modellen*
Stapsgewijze benadering: OVUR. Uitgaan van verwondering en vraagstelling. Uitgaan van tekst(en). Onderzoekend leren met schrijf- of spreekvaardigheidsproduct. * Hans Hulshof & Ad van der Logt (2010). Didactische modellen voor taalkunde. In: Hulshof & Hendrix (red.), Taalkunde en het schoolvak Nederlands. Special Levende Talen.

5 1. Stapsgewijze benadering: OVUR.
Oriëntatie: Instaptoets op methodesite Op niveau. Voorbereiding: Vragen over de theorie. Uitvoeren: Tekst lezen, deelvragen maken (tekstsoort, onderwerp, hoofdgedachte, kernzin per alinea en geleide samenvatting). Reflectie: Bespreking problemen, keuzes en oplossingen + nakijken samenvatting. Op Niveau Tweede Fase. Verwerkingsboek 5/6 vwo, pg

6 2. Uitgaan van verwondering en vraagstelling.
Motiveren (verwondering wekken) Grammaticaal/taalkundig interessante cartoons met een talig thema als dubbelzinnigheid, ellips, uitdrukking, waarbij de pointe aanzet tot verwondering, verrassing en objectivering. Vraag stellen Manipulatie met de plaatjes Bespreking taalkundige aspecten Beantwoorden De pointe achterhalen en van taalkundig commentaar voorzien Toepassen/ verwerken Lln. onderzoeken en/of bedenken dergelijke cartoons/strips en verwoorden daarbij hun taalgevoel. Evalueren/ controleren/ toetsen Reflectie op product en/ of proces. Schrijfopdracht/ presentatie van hun bevindingen. Hoe heb je het onderzoek/ betoog/ presentatie aangepakt?

7

8

9 Dirk Jan

10 Dirk Jan ?

11 Dirk Jan

12 Verwonderende vragen, selectie per domein
Praten dieren, net als mensen? (Taal leren) Is het erg dat taal verandert? (Taal gebruiken) Staan alle woorden in Van Dale? (Taal beschrijven) Is hun hebben zeggen echt zo dom? (Taal maken) Kleurt taal je wereldbeeld? (Taal en betekenis)

13 3. Uitgaan van tekst(en). Procedure leesvaardigheid plus
Voorbereiding op tekst en thema. Oriënterend lezen. Toegankelijkheid. Begrijpend lezen en samenvatten. Doordringen in de wereld van de tekst. Lezen volgens CE Nederlands. Verwerking en beoordeling: toepassen van kennis en standpunt bepalen. Doordringen in de thematiek. Studeren. Inhoudelijke verdieping (afronding) via gedocumenteerd schrijven en spreken.

14 4. Onderzoekend leren taalkunde
Leerlingen krijgen over een taalkundig onderwerp data voorgeschoteld, Ze gaan gedurende enkele lessen aan de slag met die data om de (gegeven) onderzoeksvraag te beantwoorden en schrijven daarna een uiteenzetting / houden daarna een presentatie over hun ontdekkingen.

15 Taalkundige dataverzamelingen
Nederlandse Liederenbank

16 Ontwerpregels Leerlingen doen een ontdekking;
De dataset is authentiek, overzichtelijk en toegankelijk; De onderzoeksopdrachten helpen leerlingen geleid (‘gegidst’) ontdekken; De onderzoeksvraag wordt ingekaderd en gemotiveerd; Er zijn differentiatiemogelijkheden

17 Aanbiedingsvormen Tekstbegrip (zoals in examen, tot en met samenvatting). Tekstbegrip plus verwerking en beoordeling (met aanvullend tekstmateriaal). Andere taalactiviteiten binnen het thema (na basiscursus). Thematisch-cursorisch: instrumenteel én inhoudelijk traject.

18 Verwerkingsvormen (ook SE)
Tekst met tekstbegripsvragen. Tekst met inhoudelijke vragen en opdrachten. Leesverslag, gedocumenteerd opstel, gedocumenteerde voordracht (uiteenzetting, beschouwing, betoog), forumdiscussie, commentaar op casus, werkstuk. Smalle aanpak met aanvullend materiaal: 1 en 2. Brede aanpak met extra materiaal of basiscursus: 2 en 3.

19 Bruikbare bronnen Taalvariatie.nl

20 Praten dieren, net als mensen?
Voorbeeld 1 (Taalcanon) Vraag ‘Praten dieren, net als mensen?’ Fragment uit film over Kanzi en/of documentaire Project Nim. Lezen tekst Landsbergen in de taalcanon. Beantwoorden van vragen bij de tekst. Klassikale bespreking van de vragen en terugkoppeling naar de beginvraag.

21 Praten dieren, net als mensen?
Voorbeeld 2 (Taalcanon en Taalkunde voor de tweede fase vwo) Oriëntatie 'Praten dieren, net als mensen?' (Frank Landsbergen, De taalcanon p ). Voorbereiding Vraag opwerpen, korte bespreekronde; tekst lezen, vragen beantwoorden, bespreken. Uitvoering Verdiepingsopdracht. Op basis van Taalkunde voor de tweede fase van het vwo. Twee groepen richten zich resp. op: Mensentaal en communicatie bij dieren; Hoe leren kinderen taal? Theorieën over taalverwerving. Beide groepen presenteren bevindingen. Reflectie Onderzoeksopdrachten: (1) Huisdieren (Tlk. voor de tweede fase, p ): presentatie; (2) Kritische periode (Tlk. voor de tweede fase, p. 94): betoog schrijven. Bespreking. Terug naar de vraag 'Praten dieren, net als mensen?' Plenaire discussie.

22 Vragen bij Praten dieren, net als mensen?
In de tekst worden ook namen genoemd: Darwin, Hockett, Tomasello, Chomsky. Zeg kort wat er over hen wordt gezegd in het kader van de definitie van taal. Wat hebben bijen, meerkatten en vinken met de definitie van taal te maken? Ga na wie de Oostenrijkse bioloog was en leg uit wat zijn bijdrage is geweest aan het onderwerp van dit artikel. Geef voorbeelden van enkele unieke eigenschappen van de menselijke taal.

23 Vragen bij Praten dieren, net als mensen?
Waarom staat het werk van Hockett ( ) weer in de belangstelling? Wat zijn de standpunten van Tomasello en Chomsky over het aangeboren taalvermogen? Wat blijkt uit de experimenten met Nim Chimpsky en Kanzi? Ga op Kennislink.nl na wat je over communicatie bij dieren kunt vinden en schrijf daar een kort verslag over.

24 Sorteertaak bij Praten dieren, net als mensen?
Sleutelbegrippen: taalvermogen, aangeboren module, algemene menselijke cognitie, andere plaats, iconisch systeem, onomatopeeën, arbitrariteit, geleerde systemen, kenmerken van communicatiesystemen, dubbele articulatie, uniek systeem, dierentaal, menselijke taal, ontstaan van taal, evolutionaire stappen, mensapen, samenwerken, recursiviteit, Droste-effect.

25 Praten dieren, net als mensen?
Voorbeeld 2 (Taalcanon en Taxonomie van Bloom) Onthouden: Lijstje van begrippen noteren die je kent over (dieren)taal. Begrijpen: De tekst (‘Praten dieren, net als mensen?’) samenvatten, navertellen. Toepassen: Korte uitleg over dit onderwerp geven voor anderen. Analyseren: Onderzoekje uitvoeren ter onderbouwing van een aspect uit de tekst met verslag (bijv. over Karl von Frisch en de taal van de bijen). Evalueren: Betoog schrijven over aangeboren taalvermogen. Creëren: Gedocumenteerde presentatie over het leren van taal aan apen. Karl von Frisch

26 Jan Stroop Is ‘hun hebben’ zeggen echt zo dom?
Over taalfouten, taalnormen en taalkwesties.

27 Jan Stroop Is ‘hun hebben’ zeggen echt zo dom?
O: vraag in de taalcanon. Leraren keuren het af, taalkundigen niet. Verwondering, discussie. V: lezen tekst Jan Stroop + bespreking. U1: vragen en opdrachten bij tekst Stroop + tekst Mieke Zijlmans en vragen uit Taalkunde voor de tweede fase, p (havo en vwo) U2: (schrijf- of spreek)opdracht naar aanleiding van het artikel 'Leve hun! Waarom hun nog steeds hun zeggen' in Nederlandse Taalkunde , 2-29 en artikelen op Kennislink (vwo). Of naar aanleiding van 'Taalverandering is taalverloedering‘ uit Verandering en verloedering (2004) (havo). R: bespreking opdrachten qua proces en product.

28 Jan Stroop Is ‘hun hebben’ zeggen echt zo dom?
O: Koot en Bie over taalverloedering, gevolgd door canonvraag Jan Stroop. V: Tekst Stroop lezen (+ vragen). U: Onderzoeksopdracht. Bijv. op basis van artikel 'Leve hun!‘ R: Bespreking onderzoeksopdracht. Terugkoppeling naar beginvraag.

29 Hun/ zij Onze Taal: Taalschrift: De Telegraaf: Kennislink: Kennislink: Kennislink: Kunststof: (interview Jan Stoop) Poldernederlands: Taalvariatie.nl: Blogspot Dion van Meel, docent Nederlands: De Liedjeskrant:

30 Rint Sybesma - ‘Is een zin een kralenketting?’
Lesopzet: Oriëntatie: beginvraag + bespreking. Voorbereiding: tekst Sybesma + vragen. Uitvoering: tekst Sybesma uit Syntaxis, een generatieve inleiding (hoofdstuk 4 ‘Het lexicon en de bouwvoorschriften’) + opdracht. Reflectie: bespreking proces en product en terugkoppeling naar beginvraag. Opdrachten: Bedenk nog andere voorbeelden om aan te tonen dat een zin geen kralenketting is. Teken boomdiagramman voor Jan scheert zich, De vader van Jan scheert zich en Jan zag de man met de verrekijker. De tekst uit de taalcanon zou goed gebruikt kunnen worden als Oriëntatie en Voorbereiding bij het hoofdstuk ‘Syntaxis’ in Nieuw Nederlands 5/6 vwo. Ter onderbouwing van endocentriciteit, binaire structuur, X-bar-theorie, en de bewering dat een woordgroep bestaat uit verschillende lagen.

31 Olga Fischer - 'Is het erg dat taal verandert
Olga Fischer - 'Is het erg dat taal verandert?‘/ Nicoline van der Sijs - 'Hebben alle talen leenwoorden?' Lesopzet: Oriëntatie: beginvraag + bespreking. Een of meer van de 9 stellingen uit Bennis e.a., Verandering en verloedering. Normen en waarden in het Nederlands. Amsterdam 2004: AUP. (Bijv. 'taalverandering is taalverloederng' en 'taalverandering is taalversimpeling'; p over hun als onderwerpsvorm) Voorbereiding: tekst van Fischer/ van der Sijs lezen (+ vragen) en uit Taalkunde voor de tweede fase gedeelten uit hoofdstuk 4 (+ vragen). Uitvoering: de onderzoeksopdrachten op p. 128 uitwerken (u vs. jij en blinkte of blonk). Of naar keuze een van de twee. Reflectie: de toets uit de Docentenhandleiding maken (p ): tekst met 7 inhoudelijke vragen. Of een beargumenteerde reactie schrijven op een tekst. Of terugkoppeling naar de beginvraag.

32 Bevindingen Niet met uitleg beginnen.
Interesse kweken, vragen stimuleren. ‘Uitdagend’ is iets anders dan ‘leuk’. Eigen initiatief vereist. Genoeg geschikt tekstmateriaal. Tekstbegrip is begin, geen doel. Schoolvak Nederlands is ook een ‘inhoudelijk’ vak. Imago. Werk docent wordt interessanter.

33 Dank voor uw aandacht Dr. Ad van der Logt


Download ppt "Onderzoekend leren in de klas met de taalcanon"

Verwante presentaties


Ads door Google