De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Moab.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Moab."— Transcript van de presentatie:

1 Moab

2 Masee - yewm van Massa – ewm opbreken Masee - yewm

3 Masee - yewm NBV: pleisterplaatsen
NBG: ze gingen van plaats tot plaats HSV: rustplaatsen NBG: pleisterplaatsen SV: reizen WV: etappen DV: woningen LV: reysen KJ: journeys NV: opbreekpunten Tora van Buijs en Storm: trektochten Masee - yewm

4 De wandelende Jood Masee - yewm

5 Masee - yewm De wandelende Jood ? 14+20+8=42 14 jaar tot Torah
8 jaar na  Mosjé Masee - yewm

6 Bemidbar/Numeri 33:1-36:13 lLarsy-ynb yewm hla  eleh masee bene jisraël Dit zijn de reizen van de kinderen Israëls

7 Hsm b[kyv Wa jiktov Mosjè
Num.33:2 Op bevel van JHWH heeft Mosje de plaatsen waar ze het kamp hadden opgeslagen genoteerd.

8 1 wwmer Rameses kind van de zon

9 van rjm mitzar: benauwdheid, nauwe enge plaats
Myrjm Mitzraïm-Egypte van rjm mitzar: benauwdheid, nauwe enge plaats 1e Pesach 1 Kor.10:1 Dit is hun overkomen tot een voorbeeld (voor ons) en het is opgetekend ter waarschuwing voor ons, over wie het einde der eeuwen gekomen is.

10 Door benauwdheden te overwinnen groeien we

11 Door benauwdheden te overwinnen groeien we

12 UITTOCHT wwmer [vkw M[a [ryxh-yp hrm Mlya Fvw-My
KAMPPLAATS HEBR. BETEKENIS GEBEURTENIS 1. Rameses wwmer Kind v.d. zon 1e Pesach 2. Soekot [vkw Tenten/stallen Wolk & vuurkolom 1e kamp 3. Etam M[a Stevig/verdragend Op de grens v.d. woestijn 4. Pi Hachirot [ryxh-yp Mond van de kloof Farao & leger doortocht 5. Marah hrm Bitter (water) Hout - etz 6. Elim Mlya Van Ajil: pilaar 70 palmen & 12 waterbronnen 7. Jam Soef Fvw-My Zee riet/ruisen doortocht Openb. 22:2 2 In het midden van het plein van de stad en aan weerskanten van de rivier stond een levensboom, die twaalf vruchten gaf, elke maand zijn eigen vrucht. De bladeren van de boom brachten de volken genezing. 

13 UITTOCHT Nyw hqfd svla Mydyfr ynyw hHva[h [vrbq [vrjx KAMPPLAATS HEBR.
BETEKENIS GEBEURTENIS 8. Sin Nyw Doorn 9. Dophka hqfd Slaan/kloppen/drijven 10. Aloesj svla Ik zal kneden Eerste manna, kwakkels 11. Refidim Mydyfr Rustplaats van refidah/ondersteunen Water uit de rots/ staf Strijd met Amalek Masa & meriba Verleiding & opstand 12. Sinaï ynyw Stekelig doornig 13. Kivrot Hataäva hHva[h [vrbq Graven van lust Num11: 34 Die plaats kreeg de naam Kibrot-Hattaäwa, naar het onverzadigbare volk dat daar begraven werd. 14. Chatserot [vrjx Kamp/erf/hof/binneplaats Kritiek Aäron & Mirjam

14

15

16

17 40 JAREN hHm[r Jrp-Nvmr hnbl hwr h[lhq rfs-rah hdrx KAMPPLAATS HEBR.
BETEKENIS GEBEURTENIS 15. Ritma hHm[r Hitte (woestijn) Plaats in de woestijn. Start omzwerving 16. Rimon Perets Jrp-Nvmr Granaatappel v.d. breuk, Perez: uitbreken, bres 17. Livna hnbl Voetpad, plaveisel van livneh: Populier, melkwitte gom 18. Risa hwr Ruïne, van rassas: bevochtigen, nat maken, betten 19. Kehelata h[lhq Vergadering, van kahal: verzamelen 20. Sjeferberg rfs-rah Berg schoonheid 21. Charada hdrx Vrees, angst, sidderen

18 40 JAREN [lhqm [x[ xr[ hHq[m hHnmsx [vrwm Nqey-ynb KAMPPLAATS HEBR.
BETEKENIS GEBEURTENIS 22. Makhelot [lhqm Plaats van vergadering 23. Tachat [x[ Onder, aan de voet van, aan de onderkant, 24. Terach xr[ Station 25. Mitka hHq[m zoetigheid 26. Chasjmona hHnmsx Vettigheid, dikte 27. Moserot [vrwm verbonden 28. Bené Jaäkan Nqey-ynb Zonen van twist Levi streed met de Israelieten die terug wilden keren

19 40 JAREN Ddgdg-rx Hh[bty Hhnrbe Hrbg-Nvyje Hsdq rh KAMPPLAATS HEBR.
BETEKENIS GEBEURTENIS 29. Chor Hagidgad Ddgdg-rx Spelonk van de slachtplaats 30. Jotvata Hh[bty Gerieflijkheid, aantrekkelijkheid 31. Avrona Hhnrbe doorgang 32. Etsjon Geber Hrbg-Nvyje Etsjon:ruggegraat Geber: sterke man, strijder 33. Kadesj Hsdq Heilig spionnen 34. De berg Hor rh berg

20 INTOCHT hnmlj Nnvp [ba Myrbeh yye Ddg Nbyd Mi[lbd Nmle vbn bavm
KAMPPLAATS HEBR. BETEKENIS GEBEURTENIS 35. Tsalmona hnmlj schaduwrijk 36. Poenon Nnvp duisternis Vurige slangen 37. Ovot [ba waterzak 38. Ijé Haävariem Myrbeh yye Ruïne v.d. oversteek 39. Divon Gad Ddg Nbyd Verspilling v.d. troep Van goed: aanval, invasie 40. Almon Divlatajim Mi[lbd Nmle Verborgen/bedekt vijgenkoek 41. De berg Nevo vbn profeet Mosjé sterft 42. Vlakte v. Moab bavm Van zijn vader

21 1 Kor.10:1 Dit is hun overkomen tot een voorbeeld (voor ons) en het is opgetekend ter waarschuwing voor ons, over wie het einde der eeuwen gekomen is.

22 Haftara: Jeremia 1 1 De woorden van Jeremia, de zoon van Chilkia, uit het priestergeslacht te Anatot in het land van Benjamin; 2 tot wie het woord des HEREN kwam ten tijde van Josia, de zoon van Amon, de koning van Juda, in het dertiende jaar van diens regering,3 en verder ten tijde van Jojakim, de zoon van Josia, de koning van Juda, tot aan het einde van het elfde jaar van Sedekia, de zoon van Josia, de koning van Juda, tot de wegvoering van Jeruzalem in de vijfde maand.

23 Haftara: Jeremia 1 Ntb Mxr beten rechem
4 Het woord des HEREN nu kwam tot mij: 5 Eer Ik u vormde in de moederschoot, heb Ik u gekend, en eer gij voortkwaamt uit de baarmoeder, heb Ik u geheiligd; tot een profeet voor de volkeren heb Ik u gesteld. 6 Doch ik zeide: Ach, Here HERE, zie, ik kan niet spreken, want ik ben jong. 7 De HERE echter zeide tot mij: Zeg niet, ik ben jong, want tot een ieder, tot wie Ik u zend, zult gij gaan, en alles wat Ik u gebied, zult gij spreken. 8 Vrees niet voor hen, want Ik ben met u om u te bevrijden, luidt het woord des HEREN. 

24 Haftara: Jeremia 1 dqs dqs Sjeked Sjakad Amandel waken
 9 Toen strekte de HERE zijn hand uit en roerde mijn mond aan, en de HERE zeide tot mij: Zie, Ik leg mijn woorden in uw mond; 10 merk op, Ik stel u heden over de volken en de koninkrijken om uit te rukken en af te breken, om te verdelgen en te verwoesten, om te bouwen en te planten. 11 En het woord des HEREN kwam tot mij: Wat ziet gij, Jeremia? Toen zeide ik: Ik zie een amandeltwijg. 12 Daarop zeide de HERE tot mij: Gij hebt goed gezien, want Ik waak over mijn woord om dat te doen.

25 Jeremia 1:11 & 12 Rvhymry harh[a -hm rmal yla hvhy-rbd yhyv
Wajhi davar JHWH elaj lemor ata roeh jirmejahoe Het woord van de Ene geschiedt aan mij en zegt: wat zie je, Jeremia? Lhar yna dqs lqm rmav Waomar maqel sjaqet ani roeh en ik zeg: een tak van een waakamandel zie ik! yna dqs-yk [varl [btyh yla hvhy rmayv Wajomer JHWH elaj hetavta lirot ki sjoqet ani De Ene zegt tot mij: dat heb je goed gezien,- v[sel yrbd -le Al devari la asoto want ik waak over mijn woord om dat te doen!

26 Jeremia 1 13 En het woord des HEREN kwam andermaal tot mij: Wat ziet gij? Toen zeide ik: Ik zie een kokende pot, verschijnende van de noordzijde. 14 Daarop zeide de HERE tot mij: Uit het Noorden zal het onheil losbreken over alle inwoners van het land;15 want zie, Ik roep alle geslachten der koninkrijken van het Noorden, luidt het woord des HEREN, en zij zullen komen en zetten elk zijn troonzetel in de poorten van Jeruzalem en tegen al zijn muren rondom en tegen al de steden van

27 Haftara: Jeremia 1 De lessen gaan door!
Juda;16 dan zal Ik mijn oordelen over hen uitspreken om al hun boosheid, dat zij Mij verlaten en voor andere goden offers ontstoken hebben, en zich hebben nedergebogen voor de voortbrengselen hunner handen. 17 Gij dan, gord uw lendenen, maak u op en spreek tot hen al wat Ik u gebieden zal; verschrik niet voor hen, opdat Ik u niet voor hen doe verschrikken.

28 Jeremia 1 18 En Ik, zie Ik zelf stel u heden tot een versterkte stad, een ijzeren zuil en een koperen muur tegen het gehele land, tegen de koningen van Juda, zijn vorsten, zijn priesters en het volk des lands; 19 al zullen zij tegen u strijden, zij zullen u niet overmogen, want Ik ben met u, luidt het woord des HEREN, om u te bevrijden.

29 Jeremia 2  Het woord des HEREN nu kwam tot mij: 2 Ga, predik ten aanhoren van Jeruzalem: Zo zegt de HERE: Ik gedenk de genegenheid van uw jeugd, de liefde van uw bruidstijd, toen gij Mij gevolgd waart in de woestijn, in onbezaaid land; 3 Israël was de HERE geheiligd, de eersteling zijner opbrengst; allen die daarvan wilden eten, zouden schuld op zich laden, onheil zou over hen komen, luidt het woord des HEREN.

30 Brit Chadasja: Jacobus 4:
Refidim - Ex.17:2 Het volk begon met Mozes te twisten en zeide: Geeft ons water, zodat wij kunnen drinken.  Woestijn Sin - Ex.16:3 Och, dat wij door de hand des HEREN in het land Egypte gestorven waren, toen wij bij de vleespotten zaten en volop brood aten Brit Chadasja: Jacobus 4: 41 Waaruit komt bij u strijden en vechten voort? Is het niet hieruit: uit uw hartstochten, die in uw leden zich ten strijde toerusten? 2 Gij begeert, doch gij hebt niet; gij zijt moorddadig en naijverig en gij kunt er niets mede verkrijgen; gij vecht en gij strijdt. Gij hebt niets, omdat gij niet bidt. 3 (Of,) gij bidt wel, maar gij ontvangt niet, doordat gij verkeerd bidt, om het in uw hartstochten door te brengen. 4 Overspeligen, weet gij niet, dat de vriendschap met de wereld vijandschap tegen God is? Wie dus een vriend der wereld wil zijn, wordt metterdaad een vijand van God. 5 Of meent gij, dat het schriftwoord zonder reden zegt: De geest, die Hij in ons deed wonen, begeert Hij met jaloersheid? 6 Maar Hij geeft dan ook des te grotere genade. Daarom heet het: God wederstaat de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade. 7 Onderwerpt u dus aan God, maar biedt weerstand aan de duivel, en hij zal van u vlieden. 8 Nadert tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinigt uw handen, zondaars, en zuivert uw harten, gij, die innerlijk verdeeld zijt. 9 Beseft uw ellende, treurt en weent; uw gelach moet veranderen in treurigheid, en uw vreugde in neerslachtigheid. 10 Vernedert u voor de Here, en Hij zal u verhogen. Num.12:3 Mozes nu was een zeer zachtmoedig man, meer dan enig mens op de aardbodem. Num.25:1 Terwijl Israël in Sittim verbleef, begon het volk ontucht te plegen met de dochters van Moab.  Korach, Datan & Abiram Num.16:3 Zij dan liepen te hoop tegen Mozes en Aäron

31 Brit Chadasja: Jacobus 4:
Num.12:1 Mirjam nu sprak met Aäron over Mozes naar aanleiding van de Ethiopische vrouw, die hij genomen had, want hij had een Ethiopische vrouw genomen, 2 en zij zeiden: Heeft de HERE soms uitsluitend door Mozes gesproken, heeft Hij ook niet door ons gesproken? En de HERE hoorde het.  11 Spreekt geen kwaad van elkander, broeders. Wie van zijn broeder kwaad spreekt of hem oordeelt, spreekt kwaad van de wet en oordeelt haar; en indien gij de wet oordeelt, zijt gij geen dader, doch een rechter der wet. 12 Eén is wetgever en rechter, Hij, die de macht heeft om te behouden en te verderven. Maar wie zijt gij, dat gij uw naaste oordeelt?

32 Brit Chadasja: Jacobus 4:
11 Spreekt geen kwaad van elkander, broeders. Wie van zijn broeder kwaad spreekt of hem oordeelt, spreekt kwaad van de wet en oordeelt haar; en indien gij de wet oordeelt, zijt gij geen dader, doch een rechter der wet. 12 Eén is wetgever en rechter, Hij, die de macht heeft om te behouden en te verderven. Maar wie zijt gij, dat gij uw naaste oordeelt?


Download ppt "Moab."

Verwante presentaties


Ads door Google