Download de presentatie
1
Omgang en verzorging H4
2
Lesopbouw Oriëntatiefase Theorie Aan de slag Evaluatiefase
3
Benaderen van een paard
Het benaderen van een paard moet met zorg gebeuren: Laat het paard horen dat je er bent. Maak rustig kennis met het paard en laat hem aan je hand ruiken. Maak rustige bewegingen. Benader het paard nooit van achteren! Te voorzichtig, dan denkt het paard dat je geen leider bent. Te ruw, dan schrikt het paard van je.
4
Omdoen van een halster Zorg dat het halster niet gedraaid is.
Bevestig het touw alvast aan de onderkant van het halster. Ga links van het paard staan. Neem het halster in beide handen en schuif het voorzichtig over de neus en schuif dan het nekgedeelte achter de oren. Leg de manen en de maantop weer op hun plek. Sluit de kaakgesp, LET OP dat het klipje naar buiten is gedraaid.
5
Paard naar de wei/paddock brengen
Bevestig het touw aan het halster. Houd het touw op ongeveer 30 centimeter vanaf de sluiting vast. Loop links naast het paard ter hoogte van de hals, net voor de schouder. Draai het paard met zijn hoofd naar de uitgang voor je hem in de weide of paddock loslaat.
6
Aan de hand leiden en vastzetten
Het paard moet op jouw lichaamstaal letten, als jij stopt moet hij ook stoppen. Blijf zelf rustig en ontspannen. Vastzetten: Gebruik halster en halstertouw, geen hoofdstel. Zet het paard bij voorkeur aan twee zijden vast. Gebruik de veiligheidsknoop en een paniekhaak.
7
Poetsen Regelmatig poetsen is belangrijk:
Je legt contact met je paard. Het is goed voor de vacht. Het is een controlemoment voor wondjes. Goede reiniging voorkomt schuren van bijvoorbeeld het zadel. Het bevordert de bloedsomloop en huidactiviteit.
8
Poetsen Gebruik een hoevenkrabber, een rubberen rosborstel, een harde en een zachte borstel en een manenkam. Poets in een vaste volgorde: krab eerst de hoeven uit, poets dan het paard met de rosborstel en de zachte borstel. Borstel de manen met de harde borstel of gebruik de manenkam. Poets niet in de stal. Poets paarden die voornamelijk buiten verblijven niet te vaak en niet te grondig zodat de talglaag in de vacht behouden blijft.
9
Hoeven uitkrabben Krab voor en na het rijden de hoeven uit om
vuil te verwijderen. Houd een vaste volgorde aan, dit is prettiger voor het paard. Uitkrabben van de hoeven is belangrijk voor de werking van het hoefmechanisme en controle op steentjes of scherpe voorwerpen en hygiene.
10
Hoeven uitkrabben Hoeven uitkrabben hoe doe je dat:
Ga naast het been staan met je gezicht richting de staart. Glijd met je hand langs de binnenkant van het been en leun iets met je gewicht tegen het paard. Het paard verplaatst zijn gewicht en jij kunt het been oppakken. Til de hoef aan het kogelgewricht op. Krab de straalgroeven uit, in één richting naar de punt van de straal. Zet het been weer rustig neer als de hoef schoon is.
11
Verzorging na het rijden
Stap het paard goed uit. Poets na het rijden om zweet en vuil te verwijderen. Spons natte zweetplekken met een vochtige spons af. Verwijder met een zweetmes overtollig water.
12
Beenbescherming Peesbeschermers: Beschermen tegen aantikken van de achterhoef tegen het voorbeen. Kogelbeschermers: Beschermen de binnenzijde van de kogel van het achterbeen. Worden vooral gebruikt bij springen en eventing. Springschoenen: Beschermen de kroonranden en de hoefballen. Ze beschermen ook de voorste kootholten tegen het aantikken van het achterbeen. Ook het aftrappen van ijzers wordt tegengegaan.
13
Beenbescherming Bandages: Worden veel gebruikt bij dressuur.
Bieden weinig steun. Kunnen ervoor zorgen dat de pezen oververhit raken. Kunnen ernstige blessures veroorzaken als ze niet goed zijn aangebracht. Mogen niet te los en niet te strak zitten en de stof mag niet gerimpeld zijn.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.