Koude gebieden Hoofdstuk 2.

Presentatie over: "Koude gebieden Hoofdstuk 2."— Transcript van de presentatie:

1 Koude gebieden Hoofdstuk 2

2 Polaire luchtstreek 10 graden isotherm van de warmste maand - boomgrens

3 Twee landschappen in polaire luchtstreek
1. Sneeuw- en ijslandschap 2. Toendra

4 Zonnestralen verwarmen de aarde

5 Afstand die een zonnestraal aflegt

6 Sneeuw- en ijslandschap
Temperatuur van de warmste maand minder dan 0 graden. Geen vegetatie Onbewoonbaar (onderzoekers in de zomer). “eeuwige dag” of “eeuwige nacht”

7 Tijdens de dagen, weken of maanden dat het altijd donker is kun je soms bij het sterrenlicht de krant lezen!

8 Tijdens de dagen, weken of maanden dat het altijd licht is, kun je als wetenschapper 24 uur per dag je werk doen!

9 Noordpoolgebied Bevroren zee

10 Zuidpoolgebied Continent

11 Opwarming van de aarde

12 Voor de mens kan dit betekenen dat er nieuwe scheepvaartroutes ontstaan.
Of dat er geboord kan worden naar olie en gas.

13 Toendra Temperatuur van de warmste maand tussen 0 en 10 graden.
Grassen, mossen, struiken (te koud voor bomen).

14 Landschap

15 Permafrost = altijd bevroren ondergrond.

16 Moeras In de zomer smelt de bovenlaag.

17 Taiga Gematigde luchtstreek
Temperatuur van de warmste maand tussen 10 en 15 graden en koudste maand minder dan -3° graden. Naaldbomen

18 Homogeen bos = bos dat hooguit uit enkele soorten planten en bomen bestaat van hetzelfde soort. Taiga grootste aaneengesloten bos op aarde.

19 Landschap

20 Overzicht