Download de presentatie
1
Architectuur
2
1. Wat is architectuur? Alles in Nederland is bedacht. Door wie?
Planologen: denken na over grote gebieden Civiele techniek: houdt zich bezig met het ontwerpen van bruggen, viaducten, etc. Architecten: houden zich vooral bezig met de gebouwen
3
Waaraan moet een gebouw voldoen?
Het ziet er mooi uit (het uiterlijk) Het is bruikbaar voor de functie waarvoor het is gebouwd Het is degelijk en voldoet aan alle eisen op het gebied van veiligheid (goede constructie) Het past goed in de omgeving: het stedelijk landschap
4
2. Architectonische middelen
Middelen die een architect tot zijn beschikking heeft om een gebouw te onderscheiden van andere gebouwen: De vorm De grootte Het materiaal van de zichtbare buitenkant; de huid
5
2.1 Vorm De spel van de lijnen. Geometrische vormen Organische vormen
6
Geometrische vormen Vooral in de 20ste eeuw, door de uitvinding van nieuwe technieken en bouwmaterialen.
9
Organische vormen Vooral in de 19e eeuw. Natuur en bovennatuurlijke kwamen terug in de architectuur.
10
The Nautilus – Javier Senosiain (exterieur)
11
Interieur
12
2.2 Grootte Afhankelijk van: Budget
Gebruik en behoefte van opdrachtgever
13
2.3 Het materiaal van de zichtbare buitenkant: de huid
Moet passen bij de gewenste uitstraling. Link met foto’s van vreemde gebouwen
14
3. Architectuurstijlen Naast moderne architectuur blijft men ook traditioneel bouwen. Moderne gebouwen naast ‘oude’ gebouwen. Tegenwoordig hebben gemeentebesturen en toekomstige bewoners meer invloed op de manier van bouwen. Het wonen moet vooral aangenaam zijn.
15
4. Gebouw – architect – gebruiker
De weg van ontwerp naar gebruiker Idee van opdrachtgever Inschrijving architecten Bestemmingsplan Welstandscommissie Aannemer / uitvoerder Oplevering
16
4.1 Het gebouw Met welk doel is het gemaakt? Wat is de functie?
Wie is de opdrachtgever? Gemeente, particulier?
17
4.2 De architect De weg van ontwerp naar bouw
Architecten adverteren niet; een opdrachtgever komt via contacten met een architect in aanraking Bij grote projecten werkt men vaak met ‘ inschrijving’- de architecten ontwerpen een plan en uit die plannen wordt er 1 gekozen.
18
2. Past het ontwerp in het bestemmingsplan
2. Past het ontwerp in het bestemmingsplan? Hierin staat precies beschreven waar precies gebouwd mag worden en wat voor soort gebouw daar mag komen 3. Ontwerp gaat naar de welstandscommissie. Zij bekijken het ontwerp nauwkeurig en adviseren de gemeente 4. De aannemer kan aan de slag. Bouwt het gebouw voor de door de architect berekende prijs
19
5. De uitvoerder (in dienst van de architect) controleert de bouw 6
5. De uitvoerder (in dienst van de architect) controleert de bouw 6. De oplevering – de opdrachtgever komt kijken of alles is geworden zoals was afgesproken.
20
4.3 De gebruiker De architect kijkt goed naar de hoefte van de gebruiker
21
5. Architectuur en kunsthistorie
22
Romaanse stijl periode (vroege middeleeuwen)
5.1 De klassieken Romaanse stijl periode (vroege middeleeuwen) Rondbogen Zware muren Kleine vensters
23
Hervormde kerk in Marsum
24
Gotische stijl periode (late middeleeuwen)
Spitsbogen Ribgewelven
25
Hervormde kerk in Ferwert
26
5.2 Bouwen in rijkdom Renaissance (1500- 1600)
Griekse en Romeinse bouwstijl kreeg weer aanzien Huizen met een strakke symmetrie Rijkdom van de kooplieden kon je zien aan hun huizen (Hollands classicisme) Neoclassicisme (vormen gebruikt bij Griekse en Romeinse tempels)
27
Stadhuis Leiden - renaissance
28
Vleeshal Leiden - renaissance
29
Paleis op de Dam (Jacob van Campen) – Amsterdam Hollands classicisme
30
Amsterdamse grachten panden – Hollands classicisme
31
Stadhuis Groningen (Jacob Otten Husly) – neo-classicisme
32
Korenbeurs Groningen (J.G. Van Beusekom) - neo-classicisme
33
5.3 Bouwen als kunst 19e en 20e eeuw worden bouwstijlen naast elkaar gebruikt neorenaissance en neogotiek : terug grijpen op vroegere bouwstijlen Art Nouveau/Jugendstil: schoonheid centraal, vloeiende lijnen, asymmetrische vormen
35
Apotheek leeuwarden – Art Nouveau
(G.B. Broekema)
36
5.4 Functies en vormen Eind 19e eeuw veel vraag naar woningen
De Stijl: lijnen en kleuren spelen een belangrijke rol Het Functionalisme: de constructie is belangrijk De Amsterdamse school: organische vormen, gebrek aan symmetrie en geometrie
37
Rietveldhuis Utrecht (Gerrit Rietveld) – De Stijl
38
Haags gemeentemuseum (Hendrik Petrus Berlage)– De Stijl
39
Van Nelle fabriek Rotterdam (Leendert van der Vlugt)- Functionalisme
40
Het sieraad Amsterdam (A.J. Westerman)– Amsterdamse School
41
5.5 Wijken en waarden Constructiebouw: na de 2de WO waren huizen schaars, nu werden onderdelen in de fabriek in elkaar gezet : strakke straten met veel dezelfde huizen en flats Tegenwoordig: meer variatie wat mensen gelukkiger maakt
42
Toets CKV Voor de toets van CKV kies je 1 van de volgende zes bouwwerken en deze ga je zo uitvoerig mogelijk te beschrijven. Dit doe je aan de hand van bladzijde 123 van je boek Palet. Je kunt deze vraag dus thuis al voorbereiden
43
Achmea toren - Leeuwarden
44
Kubuswoningen - Rotterdam
45
Gebouw van de Gasunie - Groningen
46
Fries Museum - Leeuwarden
47
EYE filmmuseum - Amsterdam
48
NHL - Leeuwarden
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.