Download de presentatie
GepubliceerdEmilie de Koning Laatst gewijzigd meer dan 8 jaar geleden
1
Presentatie titel BMLMIC12 Rotterdam, 00 januari 2007
Rotterdam, augustus 2011
2
Presentatie titel Virussen (deel 2) Rotterdam, 00 januari 2007
Rotterdam, april 2013
3
Extrusie van filamenteuze fagen (M13)
HLO BML
4
Virus opbouw-types: diervirussen
HLO BML
5
Infectie HLO BML
6
Inpakken van nieuwe virusdeeltjes
Budding HLO BML
7
Klassificatie van diervirussen
Structuur virusdeeltje Aanwezigheid virale envelop Genoom structuur RNA/DNA ss/ds Segmentatie HLO BML
8
RNA diervirussen HLO BML
9
DNA diervirussen HLO BML
10
Virus transcriptie HLO BML
11
Virus transcriptie HLO BML
Reverse-transcriptase heeft geen proofreading !!! HLO BML
12
Extra stappen t.o.v. een faag
Hechting Infectie Transport naar kern (evt) Vrijmaken van DNA/RNA Replicatie/transcriptie Rijping/assemblage Export uit de cel Verlaten van de gastheer Transmissie naar nieuwe gastheer HLO BML
13
Kweek (diervirussen) Kweek in : Fibroblast gezond
Proefdier Primaire celkweek (beperkte kweekduur!!) Cellijn Fibroblast gezond Fibroblast na infectie
14
Kwantificering diervirussen
Tellen na EM Cyto-Pathogeen-Effect ID50 / LD50 assays Plaque assay Verminderde cel-specifieke genexpressie Integratie-afhankelijke expressie van toxines (Haem)agglutinatie test HLO BML
15
Tellen / EM: totaal # virusdeeltjes
Calicivirus HLO BML
16
Plaque assay: # infectieuze deeltjes
Poliovirus (cellen gekleurd) Bacteriofaag HLO BML
17
Haemagglutinatie: # hechtende virusdeeltjes
Kwantificeren mbv ijklijn HLO BML
18
Presentatie titel Ziekteverwekkers Rotterdam, 00 januari 2007
Rotterdam, augustus 2011
19
Residente flora Voor je geboorte was je “steriel”
Nadat het vruchtvlies breekt kom je in contact met microorganismen Voornamelijk de bacteriën zoeken een plaats op je huid en in je darmen Je krijgt dus een “familiaire” flora Je flora kan in samenstelling veranderen als je (langere tijd) met andere bacteriën in aanraking komt Residente flora beschermt je tegen infecties door ziekteverwekkers
20
Het dichtst om je heen… Copyright © 1996 The University of Texas Medical Branch at Galveston
21
Residente flora Nester et al (2007, 5th ed) Microbiology: A Human Perspective. McGrawHill, New York
22
Residente flora Houdt hechtingsplekken bezet
Neem voeding voor ziekteverwekkers weg Produceren antibacteriële middelen: bacteriocines
23
Residente flora Helpt in darm bij verteren van voeding
24
Habitat Staphylococcus aureus
20-30% van de gezonde mensen draagt S.aureus in (neus)slijmvlies en op de huid
25
Uiterlijk Staphylococcus aureus
26
Uiterlijk Staphylococcus aureus
27
infectie Staphylococcus aureus
Meestal via wond Hechting aan cellen Hechten aan bloedstolsels Afbraak van weefsel Lek maken van cellen
28
Infectie vereist hechting
29
overleving Staphylococcus aureus
30
Ziekmakende eigenschappen door toxines van Staphylococcus aureus
Cellen lek maken Celdodende eiwitten uitscheiden Verbindingen tussen cellen afbreken Hyperactivatie van afweercellen en daardoor aspecifieke celafbraak (toxische shock) Loslaten van huidcellen (schilfers)
31
MRSA Methicilline resistente Staphylococcus aureus
Methicilline is een kunstmatige gemaakte variant van natuurlijk penicilline MRSA is verder niet anders dan andere S.aureus bacteriën Volgende generatie: Vancomycine resistentie (VRSA) in MRSA
32
Uiterlijk Legionella pneumophila
In Juli 1976, was er een uitbraak van longontsteking tijdens een congres van amerikaanse leger-veteranen in Philadelphia. Er werden 147 personen opgenomen waarvan er 29 overleden Copyright © Centers for Disease Control, Atlanta USA
33
Uiterlijk Legionella pneumophila
Legionella bacteriën kleuren niet met de normale procedure, groeien niet op standaard voedingsbodems en kunnen variëren van kokkobacillen tot lange filamenten Copyright © Centers for Disease Control, Atlanta USA
34
Habitat Legionella pneumophila
Water IN (!!) amoebes en daardoor beschermd
35
infectie Legionella pneumophila
via inademing van microscopisch kleine druppels (aerosolen) Copyright © Lenntech BV, Delft
36
overleving Legionella pneumophila
Legionella overleeft en deelt in phagosoom Streptococcus pyogenes (keelontsteking) produceert een C5a peptidase
37
overleving Legionella pneumophila
Legionella overleeft en deelt in phagosoom
38
Ziekmakende eigenschappen Legionella pneumophila
Celdodende eiwitten uitscheiden Ijzer wegvangen van andere cellen
39
Escherichia coli bijv. EHEC
Escherichia coli werd voor het eerst beschreven in 1885 door dr. Theodor Escherich. Diarreeveroorzakende E. coli : ingedeeld in 6 verschillende groepen: enteropathogene E. coli (EPEC), enteroinvasieve E. coli (EIEC), enterotoxigene E. coli (ETEC), enteroaggregatieve E. coli (EAEC of EAggEC), diffuus-adhererende E. coli (DAEC) en Enterohemorragische (darmbloedingen) E. coli (EHEC).
40
Escherichia coli bijv. EHEC
De laatste groep, de EHEC, behoort tot de zogenaamde shigatoxineproducerende E. coli (STEC), ook wel aangeduid als vero(cyto)toxine-producerende E. coli (VTEC). Shigatoxineproducerende E. coli-stammen (STEC) kunnen bij de mens nierfalen veroorzaken
41
Escherichia coli bijv. EHEC
STEC behoort tot de familie van de Enterobacteriaceae en het geslacht Escherichia. Het omvat gramnegatieve, asporogene, onbeweeglijke of beweeglijke (peritriche flagellen) rechte staafjes. E. coli is facultatief anaeroob, oxydasenegatief en in staat te overleven op minimale basismedia. De meest toegepaste methode voor subclassificatie van E. coli-stammen is serotypering. Deze is gebaseerd op verschillen in antigenen. Er zijn buitenmembraan-suiker(O), flagellaire eiwit (H) en kapsel-suiker (K)-antigenen. Het meest frequent geïsoleerd bij nierfalen zijn E. coli O157:H7 en E. coli O157:H- (H negatief).
42
Uiterlijk Aspergillus flavus
43
Habitat Aspergillus flavus
44
Habitat Aspergillus flavus
45
infectie Aspergillus flavus
via inademen van (meestal asexuele) sporen
46
overleving Aspergillus flavus
Mycelium in longen
47
Ziekmakende eigenschappen Aspergillus flavus
Verminderde longfunctie Vooral: Aflatoxine effect op de lever Bij langdurige lagere dosis: kankerverwekkend (lever)
48
Uiterlijk HepatitisB virus
Habitat: Menselijke lever
49
infectie HepatitisB virus
via bloed-bloed contact Sexueel overdraagbaar Virus hecht specifiek aan levercellen
50
overleving HepatitisB virus
Geinfecteerde cellen scheiden een eiwit uit dat de immuuncellen “ afleidt” HepB virus zorgt voor uitscheiding van grote hoeveelheden van het virale membraaneiwit, dat “lege” deeltjes vormt. Veel activiteit van ons immuunsysteem wordt verspild aan deze eiwitdeeltjes.
51
Ziekmakende eigenschappen HepatitisB virus
Afweer reactie tegen geïnfecteerde levercellen Ijzer wegvangen van andere cellen
52
Uiterlijk Influenza virus
Habitat: Mensen en dieren
53
Uiterlijk Influenza virus
54
infectie Influenza virus
Via inademen Virus hecht aan cellen in longen en wordt in de cel opgenomen Hemagglutinine geeft hechting Neuraminidase knipt de hechtingsplaats van cellen af
55
Oppervlakte verandering Influenza virus
Oppervlakte van het virus veranderd steeds een beetje (antigene drift), en bij een combinatie van twee verschillende varianten die tegelijk in 1 cel terechtkomen veranderd het oppervlakte snel (antigene shift). Hierdoor is de afweerreactie minder goed omdat de geheugencellen van ons afweersysteem de virussen niet goed meer herkend.
56
Nieuwe H1N1 variant Haemagglutinine type 1 Neuraminidase type 1
57
Ziekmakende eigenschappen Influenza virus
Cellen sterven uiteindelijk af waardoor de slijmlaag wordt aangetast die onze longen beschermd tegen bacterie infecties Meestal zijn hieropvolgende infecties door bacteriën de reden voor eventueel dodelijke afloop
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.