Download de presentatie
1
De Oppervlakte van een cilinder
2
Eigenschappen van een cilinder:
Een cilinder heeft boven en onder een cirkel. De rest van de cilinder bestaat uit een afgerond vlak. Je kan ermee rollen.
3
Voorbeelden uit het dagelijkse leven:
4
Hoe ziet de mantel van een cilinder er uit?
5
Hoe zien de ontvouwingen van ander lichamen eruit?
Kubus Balk
6
De grondvlakken Cirkelvormig Wat missen we dan nog bij de cilinder?
Welke vorm hebben deze? Cirkelvormig
7
De ontvouwing van de cilinder ziet er dus zo uit:
8
De som van oppervlaktes van alle zijvlakken
De oppervlakte van een cilinder = (zoals bij de kubus en de blak) De som van oppervlaktes van alle zijvlakken
9
De oppervlakte van de mantel (rechthoek)
dus: De oppervlakte van de mantel (rechthoek) + De oppervlakte van de grondvlakken (cirkel)
10
b x h De oppervlakte van de mantel = De oppervlakte van een rechthoek
11
r x r x π X 2 want er zijn 2 cirkels
De oppervlakte van de grondvlakken = De oppervlakte van een cirkel = r x r x π X 2 want er zijn 2 cirkels
12
De oppervlakte van een cilinder
= r x r x π + b x h 2 x
14
The 5600 cubicmeter package
Christo = kunstenaar ‘inpakkunst’ -> inpakken van gebouwen
16
The 5600 cubicmeter package
85 meter hoog Diameter van 10 meter Hoeveel stof heeft hij gebruikt?
17
r x r x π + b x h 2 x Hoeveel stof heeft hij gebruikt?
-> Wat is de oppervlakte? r x r x π + b x h 2 x
18
5m x 5m x 3,14 + b x 85m BASIS? 2 x Hoeveel stof heeft hij gebruikt?
-> Wat is de oppervlakte? 5m x 5m x 3,14 2 x + b x 85m BASIS?
19
Hoe kunnen we de basis berekenen met de informatie die we hebben?
H = 85 meter Diameter = 10 meter
20
Basis = ?
21
Basis = omtrek van de cirkel
22
Omtrek van de cirkel = ? straal diameter
23
2 x r x π Omtrek van de cirkel = straal diameter
24
2 x r x π Omtrek van de cirkel = Diameter = 10 meter straal = ?
25
2 x r x π Omtrek van de cirkel = Diameter = 10 meter
straal diameter straal = diameter : 2 straal = 10m : 2 = 5m
26
= 2 x r x π 2 x 5m x 3,14 31,4m Omtrek van de cirkel = straal = 5m
diameter 2 x 5m x 3,14 = 31,4m
27
5m x 5m x 3,14 + b x 85m 2 x = Hoeveel stof heeft hij gebruikt?
-> Wat is de oppervlakte? 5m x 5m x 3,14 2 x + b x 85m =
28
5m x 5m x 3,14 + 31,4m x 85m 2 x Hoeveel stof heeft hij gebruikt?
-> Wat is de oppervlakte? 5m x 5m x 3,14 2 x + 31,4m x 85m
29
78,5m² + 2669m² 2 x = Hoeveel stof heeft hij gebruikt?
-> Wat is de oppervlakte? 78,5m² + 2669m² 2 x =
30
157m² + 2669m² 2826m² = Hoeveel stof heeft hij gebruikt?
-> Wat is de oppervlakte? 157m² + 2669m² = 2826m²
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.