Hoorcollege 4 Emotie en Stress

Presentatie over: "Hoorcollege 4 Emotie en Stress"— Transcript van de presentatie:

1 Hoorcollege 4 Emotie en Stress
CMV Psychologie Hoorcollege 4 Emotie en Stress

2 Sheets: Kamer: ML

3 Vandaag Laatste stukje H5 Vragen?

4 Out of the box; loslaten van mental sets en beperkingen
I turn polar bears white Ik maak ijsberen wit And I will make you cry. Ik maak jou aan het huilen I make guys have to pee Ik laat mannen plassen And girls comb their hair. En meisjes hun haren kammen I make celebrities look stupid Ik maak celebs gek And normal people look like celebrities. En laat normale mensen schijnen I turn pancakes brown Pannekoeken maak ik bruin And make your champagne bubble. En champagne laat ik bruisen If you sqeeze me, I'll pop. Als je in me knijpt dan knap ik If you look at me, you'll pop. Als je naar me kijkt dan knijp JIJ ‘m Can you give me an answer?Kan jij een antwoord geven? 85% van de peuters kon een antwoord geven En maar 3% van de Harvard-studenten

5 Moeilijkheden bij oordelen en beslissen (foutieve heuristieken)
Confirmation bias – letten op info die je overtuiging bevestigd, alle andere info negeren Hindsight bias – ‘ik had het kunnen weten’ Anchoring bias – eerste info telt het zwaarst Representativeness bias – één voorbeeld is representatief voor de hele groep Availability bias – hoe meer voorbeelden je kan verzinnen, hoe groter de schatting Confirmation bias is de neiging die we van nature hebben om onze verwachtingen op een dusdanige manier te toetsen dat ze worden bevestigd. Dus als we een hypothese (veronderstelling) over iets hebben, zijn we vooral geneigd om te kijken naar de feiten die onze mening bevestigd. Bv. Je vraagt aan een vriendin wat ze van je schoenen vind, maar je vraagt het niet aan een vriendin die die rare smaak heeft. Hindsight bias: dat heb ik altijd al geweten. Achteraf! Bv. Ik wist wel dat het krisis zou worden, je kon er op wachten! Anchoring bias: je maakt gebruik van een heuristiek waarbij je denken verankert aan de eerste informatie. Bv. Als het begin van het boek saai is, is het hele boek saai. Representativeness bias: een foutieve heuristiek die optreedt als men ervan uitgaat dat een persoon of gebeurtenis die tot een bepaalde categorie behoort, ook alle eigenschappen zou bezitten. Bv. Alle motorrijders zijn asocialen. Availability bias: een foutieve inschatting op basis wat beschikbaar is, voor de handliggend. Bv. Roken kan geen kwaad, want mijn opa is er 95 jaar mee geworden.

6 Filmpje ooggetuigenverklaring
ik zie, ik zie...

7 H6 Emotie Bestaat uit 4 elementen: Fysiologische arousal
Cognitieve interpretatie Subjectieve gevoelens Gedragsmatige expressie Emotie is dus weer perceptie!

8 Wat is dit voor emotie? Je voelt een onrustig gevoel in je buik
Je krijgt het warm Je handen gaan zweten Je hart gaat sneller kloppen

9 Elementaire emoties Interesse (verrassing) Vreugde Droefheid Woede
Afgrijzen Angst Minachting Trots

10 Ekman’s zeven universele emoties
analyse

11 Neurowetenschap van emoties
Onbewust emotioneel systeem – impliciet, snel Bewust emotioneel systeem – expliciet, langzaam, doelbewuster Interactie is ‘intuitie’ Amygdala speelt een belangrijke rol in fight or flight respons (andere hersendelen hoef je niet te kennen)

12 Hormonen Serotonine – emotieregulatie
Epinefrine (adrenaline) – vecht of vluchtreactie, actie! Norepinefrine – te weinig; depressief, teveel; euforisch Effect van steroiden: constante waakzaamheid

13 Twee-factormodel Lichamelijke toestand Externe situatie
tegenstrijdige factoren Maar ook: foutieve attributie en misschien wel cognitieve dissonantie

14 Method acting Opwekken van echte emotionele ervaring door inlevingsvermogen Zelfde principe als lachtherapie

15 EQ ‘ Iemand met een hoog IQ kan makkelijk dokter worden. Iemand met een hoog EQ hoeft niet naar de dokter te gaan’ zelfbeheersing

16 Misleiding Verschillende signalen dat iemand liegt Ogen! meme

17 H7 Stress Welke mensen zijn vaker verkouden? Mensen met een:
Gegeneraliseerde angststoornis Paniekstoornis

18 Stress Fysieke en psychische reactie op stressoren
Traumatische stressoren; natuurrampen, persoonlijk verlies, PTSS Chronische stressoren; maatschappelijke stressoren, compassion fatigue, major life events, dagelijkse ergenissen

19 Wie…? heeft de minste stress? heeft de meeste stress?
Estie’s man is overleden aan de gevolgen van een auto-ongeluk Rafael’s vrouw heeft hem verlaten voor een andere man Anne had een relatie met een getrouwde man die onlangs is overleden heeft de meeste stress? Michiel is ontslagen Charissa gaat trouwen

20

21 Volgende keer Ruimte om vragen te stellen over H6 en H7
H8 persoonlijkheid en H10 gedrag in groepen

22 Werkcollege 1 Wat is jullie stressindexcijfer?
Wat kan je doen om te ontspannen? - wat doe je zelf, verschillende culturen? Welke activiteiten hebben jullie gevonden? De leukste activiteit gaan we doen in de klas