Hoe leert de ruiter NHB DEURNE.

Presentatie over: "Hoe leert de ruiter NHB DEURNE."— Transcript van de presentatie:

1 Hoe leert de ruiter NHB DEURNE

2 Leren paardrijden vergt inlevings- en aanpassingsvermogen!!
zelfkennis is hierbij belangrijk

3 Soms doet je lichaam niet wat je wilt:
Trainen is je onbewuste lichaam leren luisteren naar je bewuste geest

4

5 Het aanleren van een vaardigheid is heel veel oefenen totdat je het op de automatische piloot kunt van bewust naar onbewust

6 Het 4 staps leerproces Hoe gaat dat ook alweer ?

7 samenwerken van lichaam en geest
de automatische piloot: van bewust naar onbewust

8 leerprocessen Trainen doe je vooral bewust, in stadium 2 en 3
Maar je moet het ook los kunnen laten ( wedstrijd) Concentratie

9 Concentratie: kun je leren!
is bezig zijn in het hier en nu houdt jezelf bezig met zaken waar je controle over hebt Ik en mijn taak !!!!!!!

10 Zelfkennis Noodzakelijk voor iedere ruiter/instructeur: leer jezelf kennen want 9 van de 10 foutenzijn ruiterfouten! Leren paardrijden is karaktervormend: van zelfkennis wordt je beter Trainen is je onbewuste lichaam leren luisteren naar je bewuste geest.

11 Doelen en motivatie Motivatie is belangrijker dan talent!
Maar wat is motivatie? Denk na over je drijfveren!

12 Doelen Motivatie is belangrijker dan talent
Wat is jouw motivatie? Schrijf dat eens op Motivatie is niet te trainen maar je kunt er wel over nadenken Motivatie hangt samen met doelen

13 Doelen Uitdagend maar ook realistisch
Haalbare doelen doen de motivatie groeien Onrealistische doelen doen de motivatie verdwijen

14 Doelen Resultaatdoel Prestatiedoel Procesdoel Waar zit je zelf?
Stel je doelen SMART

15 procesdoelen Bepaal je eigen doelen! Wat wil je oefenen!
Maak bijvoorbeeld een scoreformulier|: waar sta je nu en wat wil je verbeteren? ( rijprotocollen leiden als het goed is tot procesdoelen)

16 Leerstijlenonderzoek en trainingsstijlen
Mensen leren verschillend en om hen te helpen makkelijk te leren, kunnen wij de volgende indeling van leer- en trainingsstijlen gebruiken. Voelen (concrete ervaring) Toepassing Observatie (doen) (kijken) ( zelf uitproberen) ( eerst zelf zien) Theorie (denken) (leren door begrijpen)

17 Leerstijlen Wat is jouw voorkeur? Ken jezelf Doe de test !
Probeer bij het lesgeven uit te gaan van je leerling! Maar weet ook: je leert het beste als je alle leerstijlen gebruikt

18 Voeler Wil eerst gevoelsinformatie verzamelen laat zo iemand eerst gevoelsinformatie verzamelen door een nieuwe oefening uit te proberen, geef daarna pas uitleg en aanwijzingen.

19 Doener Wil gelijk uitproberen. Leert van dingen doen en houdt van experimenteren. Geef zo iemand een opdracht en laat hem ermee stoeien ( uitproberen en zelf ervaren wat lukt en wat niet, niet teveel theorie vooraf) . Gebruik de “oefenaanpak”.

20 Kijker Leert van kijken en nadoen, wil het eerst een keer gezien hebben Geef zo iemand de tijd, laat hem/haar erover nadenken en doe het voor of laat het voor doen.

21 Denker Leert vanuit de theorie: wil eerst informatie krijgen en dan pas doen. Houdt van gestructureerde situaties Geef zo iemand eerst uitleg en stel vragen. Zorg er wel voor dat hij/zij tot actie overgaat en niet eindeloos praat en denkt.

22 Tot slot Niet iedereen leert op dezelfde manier
Als instructeur moet je inspelen op verschillen Welke keuzes heb je? Eerst beoefenen (praktijk) dan theorie (uitleg) Eerst theorie (uitleg) en dan praktijk c) Centraal en gestructureerd ( allen tegelijk) d) Individueel via een opdracht

23 Inzicht in eigen leerstijl en instructiestijl
Jouw eigen leerstijl hangt samen met jouw instructiestijl Ken daarom jouw eigen voorkeur