Toepassingen 5L week 7: ‘Herhaling’ 5L week 7: ‘Herhaling’ © JL.

Presentatie over: "Toepassingen 5L week 7: ‘Herhaling’ 5L week 7: ‘Herhaling’ © JL."— Transcript van de presentatie:

1 Toepassingen 5L week 7: ‘Herhaling’ 5L week 7: ‘Herhaling’ © JL

2 1. Lees en los op. In de maand juni gaan de kinderen van het vijfde leerjaar op bosklas. Ze vertrekken op maandagmorgen om halfnegen en komen terug in de loop van vrijdagnamiddag. Rosa krijgt 20,00 euro zakgeld mee. Op maandag geeft ze 2,50 euro uit, op dinsdag 4,25 euro en op woensdag 3,75 euro. Hoeveel kan Rosa op donderdag en vrijdag per dag gemiddeld uitgeven als ze nog 2,50 euro wil overhouden om te sparen? 5L week 7: ‘Herhaling’ © JL

3 Hoeveel kan Rosa op donderdag en vrijdag per dag gemiddeld uitgeven als ze nog 2,50 euro wil overhouden om te sparen? V. maandag 2,50 – dinsdag 4,25 – woensdag 3,75 / sparen: 2,50 / vijf dagen bosklas G. 2,50 + 4,25 + 3,75 = 10,50 20,00 – 2,50 = 17,50 17,50 – 10,50 = 7,00 7,00 : 2 = 3,50 B. Rosa kan op donderdag en vrijdag gemiddeld 3,50 euro per dag uitgeven. A. 5L week 7: ‘Herhaling’ © JL

4 2. Lees en los op. Artsen zonder grenzen (AZG) is een internationale vereniging van dokters en verplegers die mensen in de derde wereld helpen. Vul de tabel aan. 5L week 7: ‘Herhaling’ © JL

5 Vul de tabel aan.V. S. 56 euro voor 4 personen: 4 personen kost 4 euro per dag 56 : 4 = 14 dagen A. B 1000 personen voor zeven dagen kost: 1000 x 7 x 1 = 7000,00 euro 7000,00 14 5L week 7: ‘Herhaling’ © JL

6 3. Lees en los op. De toneelgroep ‘Eigen kunst’ voert 5 keer dezelfde voorstelling op voor respectievelijk 287, 308, 333, 278 en 319 toeschouwers. Bereken het gemiddeld toeschouwersaantal per voorstelling. 5L week 7: ‘Herhaling’ © JL

7 Bereken het gemiddeld toeschouwersaantal per voorstelling. V. 287, 308, 333, 278 en 319 toeschouwers / vijf voorstellingen G. Het gemiddeld aantal toeschouwers per voorstelling bedraagt 305. A. 1525 : 5 = (1500 : 5) + (25 : 5) = 300 + 5 = 305 B. 5L week 7: ‘Herhaling’ © JL

8 4. Lees en los op. Als de prijs van 1 m stof 2,25 euro is, hoeveel betaal je dan voor 6 m van dezelfde stof? Hoeveel betaal je dan voor 6 m van dezelfde stof?V. 1 m kost € 2,25 / 6 m stofG. 6 x € 2,25 = 3 x € 4,50 = € 13,50B. Voor zes meter van dezelfde stof betaal je € 13,50.A. 5L week 7: ‘Herhaling’ © JL

9 5. Lees en los op. Aaron koopt een stuk kabeljauwfilet van 750 gram en betaalt daarvoor 15 euro. Wat is de prijs per kg? Wat is de prijs per kg?V. B. De prijs per kg bedraagt 20,00 euro.A. 750 g15,00 euro 250 g5,00 euro 1 kg = 4 x 250 g20,00 euro 5L week 7: ‘Herhaling’ © JL

10 6. Lees en los op. Tania en Nadine verzamelen postzegels met afbeeldingen van dieren. Tania heeft er reeds 560. Nadine heeft 7/8 van het aantal van Tania. Hoeveel postzegels heeft Nadine al?V. B. Nadine heeft al 490 postzegels.A. Tania560 postzegels 1/870 postzegels Nadine = 7/8490 postzegels 5L week 7: ‘Herhaling’ © JL

11 7. Lees en los op. Tristan koopt 2 kistjes appelen. Hij betaalt er 26,00 euro voor. Het brutogewicht van de 2 kistjes appelen samen is 29 kg. 1 leeg kistje weegt 1,5 kg. Wat is het nettogewicht van 1 kistje appelen? 5L week 7: ‘Herhaling’ © JL

12 Wat is het nettogewicht van 1 kistje appelen?V. tarra 1 kistje = 1,5 kg / bruto 2 kistjes = 29 kgG. 29 : 2 = 14,5 kg 14,5 kg – 1,5 kg = 13 kg B. Het nettogewicht van één kistjes bedraagt 13 kgA. T. 5L week 7: ‘Herhaling’ © JL

13 Vul de tabel aan en teken de grafiek verder.V. 1080115011601250 5L week 7: ‘Herhaling’ © JL